073 720 02 00

Geen voorschot op schadevergoeding na aanrijding

Door Bijgewerkt op Geen categorie

Een ZZP-er in de ambulante hulpverlening raakt op 4 april 2016 betrokken bij een ongeval. Terwijl hij met zijn auto, een BMW 525d Touring uit 2006, stil staat bij een rotonde wordt hij van achteren aangereden door een bestuurder van een bij ASR verzekerde Renault Twingo. ASR erkent de aansprakelijkheid voor het ongeval en stelt een bedrag van € 2.500,- als voorschot op de schade ter beschikking aan de ZZP-er. In dit kort geding vordert de ZZP-er een aanvullend voorschot op schadevergoeding ten belope van ruim € 23.700,- Hij stelt dat hij sinds en door het ongeval diverse klachten ervaart, zoals de herbeleving van het ongeval, nekklachten, concentratiestoornissen, vergeetachtigheid en evenwichtsstoornissen, waardoor hij niet in staat zou zijn werkzaamheden te verrichten en schade zou lijden. Het voorschot op de schade bestaat o.a. uit een verlies aan verdienvermogen naast medische kosten en smartengeld. ASR betwist dat er sprake is van (i) spoedeisend belang, (ii) het bestaan van voortdurende aan het ongeval te relateren klachten en (iii) schade als gevolg van het ongeval die aan haar moet worden toegerekend tot een bedrag dat het betaalde voorschot overschrijdt.

De voorzieningenrechter overweegt dat de voorziening strekt tot betaling van een geldsom en dat voor toewijzing van een dergelijke vordering in kort geding slechts dan plaats is, als het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling bij afweging van de belangen van partijen aan toewijzing niet in de weg staat. De voorzieningenrechter oordeelt dat de ZZP’er spoedeisend belang heeft bij zijn vordering. Zijn stelling dat het water hem aan de lippen staat is door ASR niet weersproken en hij heeft aannemelijk gemaakt dat hij al enige tijd geen inkomsten meer heeft gegenereerd als ZZP-er. De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat de vorderingen van de ZZP-er dienen te worden afgewezen, nu zowel het bestaan als de omvang van de vordering allesbehalve in hoge mate aannemelijk is. Daartoe zoekt de voorzieningenrechter aansluiting bij een rapport van ing. Wartenbergh naar de impact van het ongeval. Uit het onderzoek kan voorshands worden afgeleid dat de aanrijding niet hard ging en dat de ZZP-er niet heeft blootgestaan aan dermate hevige krachten dat die de langdurige en heftige gevolgen zoals door hem gesteld kunnen verklaren. Dit wordt bevestigd door het feit dat de airbags van de ZZP-er niet zijn geactiveerd en de geringe schade aan zijn auto. Gelet hierop komt tot de voorzieningenrechter tot de conclusie dat er nog geen causaal verband zichtbaar is tussen de door de ZZP-er gestelde klachten en het ongeval en dat de vorderingen reeds om die reden voor afwijzing gereed liggen.

Bron: Smartnewz 13 maart 2017

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties