073 720 02 00

Het familiebedrijf

Door Bijgewerkt op Geen categorie

Familiebedrijven zijn er relatief veel in Nederland. Bedrijven die al generaties lang in de familie zijn en waarvan het vaak de bedoeling is dit nog vele jaren binnen de familie vol te houden.

Criteria

Er wordt gesproken over een familiebedrijf indien aan minimaal 2 van de volgende criteria wordt voldaan:

  • meer dan 50% van de onderneming is in handen van één familie;
  • één familie heeft beslissende invloed op de bedrijfsstrategie of op opvolgingsbeslissingen;
  • een meerderheid of ten minste 2 leden van de ondernemingsleiding zijn afkomstig uit één familie.

Opvolging

In elk familiebedrijf komt op enig moment de vraag over opvolging aan de orde. Het is voor de familie van belang te letten op het volgende. (1) De fiscus wil graag meeprofiteren. Let er daarbij op dat de fiscus bij overdracht en transacties tussen personen die onderling een (familie)band hebben extra alert is op de bepaling van de hoogte van de goodwill en de waardering van de stille reserves. (2) Het zoeken van een opvolger binnen de familie kan tot spanningen binnen de familie leiden.

Wanneer doe je het nu goed?

Het is en blijft een uitdaging het voor alle partijen goed, of althans zo goed mogelijk, te doen. Waar de overdragende partij – de ouders of generatie 2 of eerder – rekening mee dienen te houden zijn de volgende punten:

  • Behandel ieder kind gelijk.
    Kinderen die buiten de zaak blijven mogen niet benadeeld worden. Dit leidt misschien niet meteen tot problemen, maar vaak uiteindelijk toch tot frictie, die ook het bedrijf (denk aan familienaam) niet ten goede komt.
  • De financiering benodigd voor de opvolging mag de continuïteit van de onderneming niet in de weg staan.
    Dit lijkt een open deur, maar hier wordt (te) vaak licht over gedacht (als de nieuwe generatie het roer straks over neemt, geeft dat een positieve impuls aan het bedrijf en verdient e.e.a. zich zelf wel terug).
  • Zorg er voor dat de nieuwe generatie de oude generatie niet met een te zware financiële last opzadelt en vice versa.
    De situatie mag niet zo zijn dat de oude (overdragende) generatie e.e.a. gunstig voor het bedrijf en de jonge (overnemende) generatie wil regelen, waardoor zij zelf financieel in de problemen komt ten aanzien van oudedagsvoorzieningen. Aan de andere kant moet de nieuwe generatie niet met een te zware financiële last worden opgezadeld. Zoek de balans.
  • De aandeelhouders die in het bedrijf werken moeten de macht en het bestuur bezitten.
    Om frictie te voorkomen kan het goed zijn dit in één hand te laten.

De oude (overdragende) generatie heeft (gevoelsmatig) het bedrijf grootgebracht en gebracht waar het nu staat. De nieuwe (overnemende) generatie gaat het vast helemaal anders doen en heeft eigen ideeën over de bedrijfsvoering en doelstellingen van de onderneming (meer digitaal, de grenzen over, etc.).

Vragen die binnen de familie leven:

  1. Moet één van de kinderen de zaak straks wel overnemen?
  2. Moet er wellicht iemand van buitenaf komen?
  3. Wie is er geschikt?

Waardebepaling

En natuurlijk de hamvraag: wat is de onderneming nu eigenlijk waard? Niet alleen richting de fiscus dient er een reële waardering van de stille reserves en goodwill plaats te vinden, maar ook richting de familie. Voor de bepaling van de waarde van je onderneming is er niet één gouden regel. Rekening dient te worden gehouden met bijvoorbeeld resultaten uit de voorgaande jaren, toekomstverwachtingen en het aanwezige vermogen.

Tot slot: regel het zelf en op tijd!

Een groot deel van alle directeuren die vóór hun 60e worden opgevolgd worden hiertoe gedwongen wegens gezondheidsredenen of plotseling overlijden. De onderneming is dan meteen erg kwetsbaar. Vaak is er niet of niet goed nagedacht over een scenario van opvolging. Zorg dus dat er een plan klaarligt. Het is raadzaam tijdig advies in te winnen! Dus als u vragen heeft, neem dan gerust contact met ons op.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties