073 720 02 00

Hoge Raad: onrechtmatige gedragingen van de werkgever na de aanzegging kunnen als verwijtbaar handelen worden gezien!

Bijgewerkt op Geen categorie

Op 1 juli 2015 heeft de billijke vergoeding haar intrede gedaan in het arbeidsrecht. Een billijke vergoeding kan aan een werknemer worden toegekend indien sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Een billijke vergoeding wordt slechts toegekend in uitzonderlijke gevallen. Er moet sprake zijn van een onrechtmatige gedraging die te kwalificeren is als slecht werkgeverschap. In dit artikel bespreken wij een arrest van de Hoge Raad waarbij de vraag centraal stond of het niet voortzetten van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd te kwalificeren was als ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Daarnaast heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op de vraag of in deze zaak een billijke vergoeding aan de werknemer moest worden toegekend.

Casus

Allereerst een toelichting op de casus. Werknemer is op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst bij werkgever in de functie van ‘Head of Capital Markets Netherlands’. Bij indiensttreding is door werkgever de intentie uitgesproken dat werknemer na een periode van twee jaar aandelen in het bedrijf zou kunnen verwerven. Echter, al binnen een jaar geeft werkgever aan dat de arbeidsovereenkomst met werknemer niet zou worden voortgezet. Door deze aanzegging heeft de werkgever voldaan aan de wettelijke aanzegverplichting (ter toelichting: de wettelijke aanzegverplichting houdt in dat een werkgever bij een contract van zes maanden of langer uiterlijk één maand van te voren schriftelijk aangeeft of een arbeidsovereenkomst wordt verlengd).
Werknemer is door deze aanzegging onaangenaam verrast en meent dat werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Immers, volgens werknemer had het op de weg gelegen van werkgever om werknemer tijdig in te lichten dat zij niet tevreden waren over de werkzaamheden. Werknemer start een procedure tegen werkgever en vordert een billijke vergoeding. De kantonrechter wijst de vordering van werknemer af. Werknemer is het niet eens met deze uitspraak en stelt hoger beroep in.

Oordeel Hof

Het Hof is van oordeel dat terughoudendheid is gewenst bij toekenning van een billijke vergoeding. Aangezien in de arbeidsovereenkomst is opgenomen dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege zou eindigen, kwam werkgever een ruime vrijheid toe. De aard en de functie van werknemer en het toekomstbeeld dat partijen al dan niet voor ogen hadden, maakt dat oordeel volgens het Hof niet anders. Het Hof concludeert dan ook dat het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg is geweest van ernstig verwijtbaar handelen zodat toekenning van een billijke vergoeding niet aan de orde is. Het Hof oordeelt ook dat hetgeen zich na de aanzegging heeft voorgedaan niet van belang is voor de beoordeling of sprake is van ernstig verwijtbaar handelen.

Oordeel Hoge Raad

In het bijzonder deze laatste overweging van het Hof – dat hetgeen zich na de aanzegging heeft voorgedaan niet van belang is voor de beoordeling van ernstig verwijtbaar handelen – staat centraal bij de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelt dat bij de beoordeling of het niet voortzetten van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, ook gewicht kan worden toegekend aan feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan in de periode die is gelegen na de aanzegging. Volgens de Hoge Raad heeft het Hof deze rechtsregel niet miskend maar heeft het Hof daarmee kennelijk bedoeld dat zich na die datum geen feiten en omstandigheden hebben voorgedaan die konden leiden tot een ander oordeel.

Dus?

Uit deze uitspraak van de Hoge Raad volgt dat werkgever en werknemer zich ook netjes moeten blijven gedragen in de periode tussen de aanzegging en het einde van de arbeidsovereenkomst. Immers, ook gedragingen vanaf de aanzegging worden meegenomen in het oordeel of sprake is van ernstig verwijtbaar handelen. Dus: wees aardig tegen elkaar en voorkom een billijke vergoeding.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties