073 720 02 00

Het relatiebeding

Door Bijgewerkt op Geen categorie

Met een relatiebeding moet worden voorkomen dat de werknemer na afloop van zijn arbeidsovereenkomst contact heeft met relaties van de werkgever en de werkgever zo concurrentie aandoet.

Relatiebeding tijdelijk contract

Een veelvoorkomende vraag in onze praktijk is ook of een relatiebeding nog wel mag in een tijdelijk contract.

Klanten benaderen mij

Daarnaast horen we in de arbeidsrecht praktijk vaak de vraag of men ook een relatiebeding schendt, wanneer klanten de werknemer benaderen na het einde van het dienstverband.

Welke relaties vallen onder het relatiebeding

Wie die relaties van het relatiebeding precies zijn, is vaak niet duidelijk. Gaat het alleen om de klanten van de werkgever of kan ook een leverancier als een relatie worden aangemerkt?

In onderstaande zaak leggen we het bovenstaande graag aan u uit.

De zaak

Over die laatste vraag ging het in een zaak waarin een werkneemster, die als schoonheidsspecialiste in een schoonheidssalon had gewerkt, na afloop van haar arbeidsovereenkomst met die schoonheidssalon als zelfstandige verder ging en contact opnam met de leverancier van de schoonheidssalon. De werkneemster wilde van die leverancier dezelfde apparatuur kopen als de schoonheidssalon gebruikte.

De schoonheidssalon meende dat de leverancier van de apparatuur een relatie van haar was en dat de werkneemster haar relatiebeding had overtreden. In dat relatiebeding was namelijk opgenomen dat het de werkneemster niet was toegestaan om: “gedurende een periode van één jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst op enige wijze zakelijke betrekkingen aan te gaan of te onderhouden met (voormalige) relaties van werkgever, behoudens de voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever.”

Het was aan Hof Arnhem-Leeuwarden om te bepalen of de werkneemster haar relatiebeding had overtreden door contact te hebben met de leverancier van de schoonheidssalon.

Onduidelijk relatiebeding

Het hof stelde allereerst vast dat in het relatiebeding niet was opgenomen wie precies werden bedoeld met de ‘relaties’ van de schoonheidssalon. In het relatiebeding was ook niet opgenomen dat met de ‘relaties’ van de schoonheidssalon ook de leveranciers werden bedoeld.

Verder stelde het hof vast dat mondeling ook niet aan de werkneemster was medegedeeld dat met de ‘relaties’ van de schoonheidssalon ook de leveranciers werden bedoeld (dat werd door de schoonheidssalon tijdens de zitting bij het hof verteld).

Dus, noch schriftelijk, noch mondeling was door de schoonheidssalon aan de werkneemster aangegeven dat met de ‘relaties’ van de schoonheidssalon ook de leveranciers werden bedoeld. Dat was dus onduidelijk. Het was dan ook de vraag of de schoonheidssalon desondanks van de werkneemster had mogen verwachten dat zij wist dat met de ‘relaties’ van de schoonheidssalon ook de leveranciers werden bedoeld.

Taalkundige uitleg

Afgaande op de letterlijke tekst van het relatiebeding had de werkneemster volgens het hof kunnen weten dat met de ‘relaties’ van de schoonheidssalon ook de leveranciers werden bedoeld. Immers volgt uit de Van Dale dat de definitie van een ‘relatie’ de volgende is: “Een betrekking waarin zaken of personen tot elkaar staan”. Een relatie kan derhalve ook een leverancier zijn.

Zou dus alleen naar de letterlijke tekst van het relatiebeding worden gekeken, dan heeft de werkgever dus gelijk.

Bedoeling van partijen

Echter, omdat sprake is van een onduidelijk relatiebeding, moet volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad niet alleen naar de letterlijke tekst van het relatiebeding worden gekeken, maar ook naar hetgeen de schoonheidssalon en de werkneemster van elkaar mochten verwachten op basis van het relatiebeding. Die verwachtingen zijn mede afhankelijk van de maatschappelijke kringen waarin zij zich bevinden en welke (juridische) kennis van hen kan worden verwacht.

Volgens het hof brengt dat met zich mee dat de schoonheidssalon niet van de werkneemster had mogen verwachten dat zij moest begrijpen dat de schoonheidssalon met de ‘relaties’ van de schoonheidssalon ook de leveranciers had bedoeld. Immers behoren een werkgever en een werknemer niet tot dezelfde maatschappelijke kringen en beschikken zij niet over dezelfde (juridische) kennis. De schoonheidssalon had daarmee bij het opstellen van het relatiebeding rekening moeten houden en dus bij het opstellen van het relatiebeding duidelijk moeten aangeven dat met ‘relaties’ van de schoonheidssalon ook de leveranciers werden bedoeld. Dat de schoonheidssalon dat niet had gedaan, kwam voor haar rekening.

Conclusie

Het Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat de werkneemster het relatiebeding niet overtrad door contact op te nemen met de leverancier van de schoonheidssalon.

Tips voor de praktijk

Het arrest van het Arnhem-Leeuwarden leert ons dat een duidelijke formulering van het relatiebeding essentieel is. Raadzaam is het om daarin (niet limitatief) op te nemen wie in het algemeen worden bedoeld met relaties, de namen van enkele belangrijke relaties op te nemen en met regelmaat te controleren of het relatiebeding nog voldoende aansluit bij de praktijk.

Hulp nodig bij het formuleren van het relatiebeding? Neem gerust contact op met Lydia van den Heuvel. Telefoon: 073 7 200 200).

Bron: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARL:2017:9376

Voor antwoorden op alle vragen over een relatiebeding, vraag het onze specialisten arbeidsrecht of mail direct naar dsnijders@snijders-advocaten.nl en u hoort binnen 24 uur van ons.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties