073 720 02 00
Nieuws

Wet Aanpak Schijnconstructies – Aansprakelijkheid voor loon

Bijgewerkt op Nieuws

Op 1 juli 2015 is de Wet aanpak schijnconstructies in werking getreden (WAS), welke bestaat uit verschillende delen met allen een eigen inwerkingtredingsdatum. De WAS maakt, evenals de Wet Beoordeling arbeidsrelaties (“Wet DBA”), onderdeel uit van het “Actieplan bestrijden van schijnconstructies’ en valt derhalve in het bredere kader van onder meer de aanpak van schijnconstructies.

Met de WAS hoopt de wetgever de kans op onderbetaling van werknemers te verkleinen, onder meer door introductie van de invoering van een ketenaansprakelijkheid voor de loonaanspraken van werknemers, welke sinds 1 juli 2015 geldt.

Ketenaansprakelijkheid

De ketenaansprakelijkheid voor de loonaanspraken van werknemers houdt in dat de werknemer die wordt onderbetaald, zowel zijn werkgever als de opdrachtgever van zijn werkgever (zoals de inlener of aannemer) aansprakelijk kan stellen voor betaling van het loon waarop hij recht heeft. Eerder kon de werknemer alleen zijn werkgever daarvoor aansprakelijk stellen.

Van onderbetaling is sprake als de werknemer niet het loon ontvangt waarop hij op grond van de wet, arbeidsovereenkomst of collectieve arbeidsovereenkomst (“cao”) recht heeft.

Als de werkgever of de opdrachtgever van de werkgever niet voldoen aan de vordering van de werknemer dan kan de werknemer de eerstvolgende opdrachtgever in de keten aansprakelijk stellen voor betaling van het loon waarop hij recht heeft (zie afbeelding). Dan kan als de werkgever of de opdrachtgever van de werkgever:

  • geen bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf heeft;
  • niet in het handelsregister van de Kamer van Koophandel is ingeschreven of in een vergelijkbaar register in het buitenland;
  • in staat van faillissement verkeert en de vordering van de werknemer niet uit de vereffening kan worden voldaan;
  • bij een onherroepelijke rechtspraak is veroordeeld tot voldoening van de vordering van de werknemer, maar de uitspraak niet ten uitvoer kan worden gelegd; of
  • aannemelijk heeft gemaakt dat hij alle maatregelen heeft genomen om onderbetaling te voorkomen.

Als ook de vordering van de werknemer tot voldoening van het loon bij de eerstvolgende opdrachtgever in de keten niet slaagt, kan de werknemer naar de daarop volgende opdrachtgever, etc. Uiteindelijk komt de werknemer bij de hoofdopdrachtgever terecht. Dat is de opdrachtgever die de opdracht oorspronkelijk heeft uitgezet en dus bovenaan de keten van opdrachtgevers staat (zie afbeelding).

Soms echter hoeft de werknemer niet de voornoemde ketenvolgorde aan te houden en kan hij direct de hoofdopdrachtgever aanspreken. Dat kan als de werknemer zijn loon één jaar nadat hij het voor het eerst heeft gevorderd nog niet heeft ontvangen. Als sprake is van ernstige onderbetaling kan dat zelfs al na een half jaar. Van ernstige onderbetaling is sprake als de werknemer minimaal drie maanden minder dan 50% van het afgesproken loon heeft ontvangen of minder dan 70% van het minimumloon en minimumvakantiebijslag. De perioden van een jaar en half jaar beginnen te lopen vanaf het moment dat de werknemer de vordering heeft neergelegd bij zijn werkgever of opdrachtgever van zijn werkgever én de hoofdopdrachtgever hierover heeft geïnformeerd.

Aansprakelijkheid voorkomen

De opdrachtgevers in de keten kunnen aansprakelijkheid voor loon voorkomen door de juiste maatregelen tegen onderbetaling te nemen. Van de opdrachtgever wordt verwacht dat hij de maatregelen treft die gezien de feiten en omstandigheden van hem redelijkerwijs mogen worden verwacht. In de memorie van toelichting bij de WAS worden onder meer de volgende maatregelen als voorbeeld genoemd.

  • Zorg voor een verantwoordelijke opdrachtverlening, zodat een betrouwbare keten ontstaat waarin de toepasselijke regels en afspraken over de arbeidsvoorwaarden worden nagekomen.
  • Ga bij twijfel over de door een opdrachtnemer geboden prijs voor de uitvoering van een opdracht, actief na of werknemers tegen die prijs correct betaald kunnen worden.
  • Werk alleen met ondernemingen diezijn ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel of in een vergelijkbaar register in het buitenland.
  • Neem in de overeenkomst op dat gehandeld moet worden conform de toepasselijke wet- en regelgeving en dat de geldende arbeidsvoorwaarden zoals het loon moeten worden nagekomen.
  • Neem in de overeenkomst op dat ook in de overeenkomst die wordt aangegaan tussen opdrachtgevers lager in de keten moet worden opgenomen dat gehandeld moet worden conform de toepasselijke wet- en regelgeving en dat de geldende arbeidsvoorwaarden zoals het loon moeten worden nagekomen (kettingbeding).

Het is evenwel niet zo dat de genoemde voorbeelden van te nemen maatregelen op zichzelf aansprakelijkheid uitsluiten. De voornoemde maatregelen zijn slechts voorbeelden en alle feiten en omstandigheden spelen een belangrijke rol. Daarbij is bijvoorbeeld ook van belang of de opdrachtgever zich heeft ingezet om de onderbetaling op te lossen.
Dus ook als alle genoemde maatregelen zijn genomen en de opdrachtgever zich heeft ingezet om de onderbetaling op te lossen, kan sprake zijn van aansprakelijkheid voor onderbetaling. De werkgever of opdrachtgever kan dus alleen aan de aansprakelijkheid ontkomen als hij in rechte aannemelijk kan maken dat hem niet kan worden verweten dat het loon waarop de werknemer recht had, niet is voldaan.

Artikel 7:692 BW en de Wet ketenaansprakelijkheid

Dat er in ketens van opdrachtgevers een zekere verantwoordelijkheid kan bestaan voor werknemers die niet in dienst zijn bij de betreffende schakel in de keten, is niet geheel nieuw. Zo is er al lange tijd een fiscale ketenaansprakelijkheid voor loonheffingen en een fiscale inlenersaansprakelijkheid bij het in- en doorlenen van werknemers op grond van de Wet ketenaansprakelijkheid (“WKa”) en was de opdrachtgever die werknemers van niet-gecertificeerde uitzendbureaus inleende op grond van artikel 7:692 BW al aansprakelijk voor het betalen van het minimumloon. Deze aansprakelijkheid valt echter sinds 1 juli 2015 onder de ketenaansprakelijkheid op grond van de WAS en is per 1 januari 2016 komen te vervallen.

Advies

Omdat daarmee aansprakelijkheid voor loon kan worden voorkomen, is het raadzaam om zo veel als mogelijk maatregelen te treffen waarmee onderbetaling wordt voorkomen. Het nemen van de voornoemde voorbeelden van maatregelen kan een goed begin zijn. Zorg dus voor een verantwoordelijke opdrachtverlening, ga actief na of werknemers van opdrachtnemers correct betaald kunnen worden, werk alleen met correct geregistreerde ondernemingen en verplicht de opdrachtnemers contractueel om te handelen conform de toepasselijke wet- en regelgeving en de geldende arbeidsvoorwaarden en verplicht de opdrachtnemer om dat ook af te spreken met de overeenkomst die hij aangaat met zijn opdrachtnemers.

Verder is het raadzaam om in de overeenkomst ook bepalingen op te nemen waarmee de kans op nakoming van de gemaakte afspraken wordt vergroot. Dat kan door opname van een boetebeding en/of door op te nemen dat de overeenkomst met directe ingang kan worden opgezegd als blijkt dat de opdrachtnemer de gemaakte afspraken niet nakomt.

Wij helpen graag bij het opstellen en/of aanpassen van de overeenkomsten zodat de kans op aansprakelijkheid voor loon wordt verkleind.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties