Het opzegverbod tijdens ziekte: wederom een nieuwe uitspraak van de Hoge Raad
Het opzegverbod tijdens ziekte blijft de gemoederen bezig houden. De Hoge Raad heeft zich recentelijk wederom uitgelaten over dit arbeidsrechtelijke onderwerp. Toelichting: de Hoge Raad is de hoogste rechter in Nederland voor onder meer arbeidsrechtzaken. Interessant leesvoer dus en aan ons de taak om jullie hierover in duidelijke taal te informeren en te adviseren. Dit keer staat centraal het opzegverbod tijdens ziekte en de (belangrijke) rol van de bedrijfsarts.
Hoofregel
In de wet is bepaald dat een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet kan worden ingewilligd indien er een opzegverbod geldt, zoals het opzegverbod tijdens ziekte. Het voorgaande is anders, indien de ziekte pas opspeelt nadat werkgever een ontbindingsverzoek heeft ingediend. In principe geldt dan als hoofdregel dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst mogelijk is (ook al is de werknemer ziek). De vraag is dan welk moment van ‘ziek zijn’ doorslaggevend is. Is dit datum ziekmelding? Of kan dit ook eerder zijn indien werknemer al eerder signalen van ziekte heeft gegeven? En wat is hierin de rol van de bedrijfsarts?
Casus
In deze casus bij de Hoge Raad gaat het om een Senior Beleidsmedewerker met een bepaalde tijd overeenkomst in Sint Maarten. Op deze arbeidsverhouding is Nederlands recht van toepassing. Aangezien werknemer niet kan aarden in Sint Maarten zijn partijen hierover in gesprek gegaan. Naar aanleiding van de 1ste ziekmelding heeft de bedrijfsarts geoordeeld dat er sprake is van een arbeidsconflict en dat mediation het vervolg is. Later volgt een 2de ziekmelding, waarna de bedrijfsarts alsnog heeft geconstateerd dat er sprake is van ziekte. Echter, hiervoor had werkgever al een ontbindingsverzoek bij de rechtbank ingediend, zodat het opzegverbod tijdens ziekte werknemer in de procedure niet (meer) kan baten. Het ontbindingsverzoek van werkgever wordt toegewezen.
Volgens werknemer was hij wel ziek en hij verwijst naar de 1ste ziekmelding en het oordeel van de bedrijfsarts. De Hoge Raad bevestigt dat het oordeel van de bedrijfsarts leidend is, naast een verklaring van een huisarts. Maar de bedrijfsarts oordeelde juist dat er sprake was van een conflict. Daarbij was ook relevant dat werknemer het oordeel van de bedrijfsarts niet had aangevochten.
Verder meent werknemer dat er wel een opzegverbod geldt omdat werknemer al meerdere malen had aangegeven dat hij ziek was en daarvoor signalen heeft afgegeven. Ook hierin geeft de Hoge Raad werknemer ongelijk. Het zou gaan om signalen van verschillende personen (werknemer en/of zijn advocaat). Kortom, geen duidelijk signaal van ziekte en de Hoge Raad verwijst nogmaals naar de rol van de bedrijfsarts en het feit dat werknemer zich, pas nadat het ontbindingsverzoek is ingediend, formeel heeft ziek gemeld. Dat is (te) laat en dat betekent pech voor werknemer.
Wenk voor de praktijk
In deze kwestie wordt nogmaals duidelijk wat de (belangrijke) rol is van de bedrijfsarts en het belang van een (formele) ziekmelding. Ook in deze uitspraak zie je dat de Hoge Raad (terecht) tot het oordeel komt dat het opzegverbod tijdens ziekte strikt wordt gehanteerd. Meer weten over dit onderwerp? Neem vrijblijvend contact op met één van onze arbeidsrecht specialisten.