073 720 02 00

Het opzegverbod tijdens ziekte: wederom een nieuwe uitspraak van de Hoge Raad

Door Gepubliceerd op 19 juli 2024 Geen categorie

Het opzegverbod tijdens ziekte blijft de gemoederen bezig houden. De Hoge Raad heeft zich recentelijk wederom uitgelaten over dit arbeidsrechtelijke onderwerp. Toelichting: de Hoge Raad is de hoogste rechter in Nederland voor onder meer arbeidsrechtzaken. Interessant leesvoer dus en aan ons de taak om jullie hierover in duidelijke taal te informeren en te adviseren. Dit keer staat centraal het opzegverbod tijdens ziekte en de (belangrijke) rol van de bedrijfsarts.

Hoofregel

In de wet is bepaald dat een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet kan worden ingewilligd indien er een opzegverbod geldt, zoals het opzegverbod tijdens ziekte. Het voorgaande is anders, indien de ziekte pas opspeelt nadat werkgever een ontbindingsverzoek heeft ingediend. In principe geldt dan als hoofdregel dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst mogelijk is (ook al is de werknemer ziek). De vraag is dan welk moment van ‘ziek zijn’ doorslaggevend is. Is dit datum ziekmelding? Of kan dit ook eerder zijn indien werknemer al eerder signalen van ziekte heeft gegeven? En wat is hierin de rol van de bedrijfsarts?

Casus

In deze casus bij de Hoge Raad gaat het om een Senior Beleidsmedewerker met een bepaalde tijd overeenkomst in Sint Maarten. Op deze arbeidsverhouding is Nederlands recht van toepassing. Aangezien werknemer niet kan aarden in Sint Maarten zijn partijen hierover in gesprek gegaan. Naar aanleiding van de 1ste ziekmelding heeft de bedrijfsarts geoordeeld dat er sprake is van een arbeidsconflict en dat mediation het vervolg is. Later volgt een 2de ziekmelding, waarna de bedrijfsarts alsnog heeft geconstateerd dat er sprake is van ziekte. Echter, hiervoor had werkgever al een ontbindingsverzoek bij de rechtbank ingediend, zodat het opzegverbod tijdens ziekte werknemer in de procedure niet (meer) kan baten. Het ontbindingsverzoek van werkgever wordt toegewezen.

Volgens werknemer was hij wel ziek en hij verwijst naar de 1ste ziekmelding en het oordeel van de bedrijfsarts. De Hoge Raad bevestigt dat het oordeel van de bedrijfsarts leidend is, naast een verklaring van een huisarts. Maar de bedrijfsarts oordeelde juist dat er sprake was van een conflict. Daarbij was ook relevant dat werknemer het oordeel van de bedrijfsarts niet had aangevochten.

Verder meent werknemer dat er wel een opzegverbod geldt omdat werknemer al meerdere malen had aangegeven dat hij ziek was en daarvoor signalen heeft afgegeven. Ook hierin geeft de Hoge Raad werknemer ongelijk. Het zou gaan om signalen van verschillende personen (werknemer en/of zijn advocaat). Kortom, geen duidelijk signaal van ziekte en de Hoge Raad verwijst nogmaals naar de rol van de bedrijfsarts en het feit dat werknemer zich, pas nadat het ontbindingsverzoek is ingediend, formeel heeft ziek gemeld. Dat is (te) laat en dat betekent pech voor werknemer.

Wenk voor de praktijk

In deze kwestie wordt nogmaals duidelijk wat de (belangrijke) rol is van de bedrijfsarts en het belang van een (formele) ziekmelding. Ook in deze uitspraak zie je dat de Hoge Raad (terecht) tot het oordeel komt dat het opzegverbod tijdens ziekte strikt wordt gehanteerd. Meer weten over dit onderwerp? Neem vrijblijvend contact op met één van onze arbeidsrecht specialisten.

 

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties