073 720 02 00

Het franchiserecht

Binnen franchiserecht komen veel specialismen samen. Zo zijn franchiseovereenkomsten vaak gekoppeld aan huurovereenkomsten, rusten er intellectuele eigendomsrechten op het merk en vormt verbintenissenrecht de basis voor de samenwerking.

Van burgerlijk wetboek naar Wet franchise

Tot aan 1 januari 2021 werden franchiseovereenkomsten beheerst door het “gewone” burgerlijk wetboek (BW). Met ingang van 1 januari 2021 geldt de Wet franchise, waarbij voor franchiseovereenkomsten die voor die tijd zijn gesloten een overgangstermijn geldt van 2 jaar.

Dit betreft de artikelen over goodwill, het non-concurrentiebeding en het instemmingsvereiste voor wijzigingen in de franchiseformule. Binnen deze overgangsperiode dienen bestaande franchiseovereenkomsten alsnog in lijn moeten worden gebracht met de Wet franchise.

Franchiseovereenkomsten die worden gesloten na 1 januari 2021 dienen direct volledig te voldoen aan de Wet franchise, dus ook ten aanzien van goodwill, het non-concurrentiebeding en het instemmingsvereiste.

Van belang is dat ten aanzien van in Nederland gevestigde franchisenemers niet ten nadele van de Wet franchise afgeweken kan worden. Dit ongeacht het recht dat op de franchiseovereenkomst van toepassing is. Met betrekking tot in Nederland gevestigde franchisenemers kan de Wet franchise dus niet omzeild worden door in de franchiseovereenkomst een rechtskeuze voor een buitenlands rechtsstelsel op te nemen.

Het huurrecht speelt ook een rol

Het huurrecht speelt in franchiserecht een rol in het geval er sprake is van een koppeling tussen de franchiseovereenkomst en de huurovereenkomst. Franchisegevers die controle willen houden over de gekozen vestigingslocaties kiezen er regelmatig voor om zelf het vastgoed te huren. De franchisegevers verhuren dan op hun beurt onder aan de franchisenemers. Een juiste aansluiting van de franchiseovereenkomst, de hoofdhuurovereenkomst en de onderhuurovereenkomst is dan van belang. De koppeling houdt dus in dat de franchise- en huurovereenkomst als samenhangende overeenkomsten moeten worden beschouwd. In die zin dat bij het einde van de franchiseovereenkomst ook de huurovereenkomst eindigt.

Een huurder van middenstandsbedrijfruimte (ook wel 290-ruimte) heeft echter huurbescherming waarbij niet ten nadele van de huurder mag worden afgeweken. Dit heet “semi-dwingend recht”. Goedkeuring van de kantonrechter kan dan uitkomst bieden. Daarnaast kan een contractuele koppeling worden opgenomen in de vorm van een toerekenbare tekortkoming en/of een specifieke bestemmingsbepaling.

De intellectuele eigendomsrechten dienen beschermd te worden en in het geval de Wet franchise geen uitkomst biedt, vallen partijen terug op het algemeen verbintenissenrecht.

Proactieve juridische ondersteuning

Snijders Franchise biedt proactieve juridische ondersteuning en duidelijk advies. Kort op de bal en doen wat je moet doen. Graag gaan wij het gesprek met u aan. Met onze specialistische kennis van het franchiserecht, verbintenissenrecht, mededingingsrecht en huurrecht bieden we begeleiding op maat.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties