073 720 02 00

Alles over het retentierecht

Door Gepubliceerd op 5 augustus 2022 Geen categorie

Een retentierecht geeft de houder van een zaak het recht om die zaak onder zich te houden totdat de eigenaar van de zaak zijn schuld aan de houder heeft betaald.

De houder van een zaak is degene die de zaak houdt voor de eigenaar, en niet voor zichzelf. De houder is dus geen eigenaar. Iemand die de fiets van een ander leent, is dus houder van de fiets. Hij zal namelijk de fiets ook weer terug moeten geven aan de eigenaar. Een eigenaar heeft het recht zijn fiets altijd weer op te eisen. Dat heet dan revindiceren. Dat komt omdat zijn eigendomsrecht tegenover iedereen heeft te gelden. Hij is tenslotte eigenaar, en niemand anders. De eigenaar van de fiets zal naar de houder toegaan en zijn fiets terugvragen. De houder zal de fiets moeten teruggeven.

De houder zal echter niet altijd de fiets moeten teruggeven. Het kan namelijk zo zijn dat de houder nog geld van de eigenaar krijgt. Dat kan bijvoorbeeld als de houder een fietsenzaak is, die de fiets van de eigenaar heeft gerepareerd. Komt de eigenaar vervolgens zijn fiets ophalen, revindiceren, dan zal de houder van de fiets, de fietsenwinkel, eerst geld willen zien voordat hij de fiets aan de eigenaar meegeeft. In dat geval beroept de houder zich op zijn retentierecht. Hij kan zijn verplichting tot teruggave van de fiets aan de eigenaar opschorten, totdat de eigenaar van de fiets aan zijn verplichting heeft voldaan, namelijk het betalen van de rekening voor het repareren van zijn fiets.

Recht van retentie

Het retentierecht is dus een sterk recht. De houder komt niet in verzuim op het moment dat hij zijn verplichting tot het teruggeven van de fiets niet nakomt en de houder is ook niet schadeplichtig. Immers, hij beroept zich op zijn retentierecht en houdt de fiets onder zich totdat er is betaald. Zelfs als de kosten van de reparatie van de fiets maar heel laag waren en de waarde van de fiets heel hoog, mag de houder zich op het retentierecht beroepen.

Het recht van retentie is zelfs zo sterk dat ook als een beslaglegger beslag heeft gelegd op de fiets, pas de fiets van de fietsenmaker zal meekrijgen, als de eigenaar van de fiets heeft betaald. Hetzelfde geldt overigens voor een pandhouder die een pandrecht op de fiets heeft. In beginsel is dat pandrecht een zeer sterk recht. De pandhouder, die een vordering heeft op de eigenaar van de fiets, zal de fiets willen gaan verkopen als de eigenaar hem niet betaald. Dat mag hij als pandhouder ook doen. Maar als de pandhouder de zaak wil opeisen bij de fietsenmaker, kan de fietsenmaker zich toch beroepen op zijn retentierecht. In dat geval zal de eigenaar dus eerst de fietsenmaker moeten betalen of de pandhouder zal de fietsenmaker moeten betalen om de fiets mee te krijgen. In het geval dat de fiets veel geld waard is en de nota van de fietsenmaker slechts een schijntje is, zal de pandhouder dit ook doen. Het retentierecht van de fietsenmaker eindigt zodra hij geen vordering meer heeft op de eigenaar van de fiets. De pandhouder, die de vordering van de fietsenmaker heeft voldaan, krijgt dan een vordering ter hoogte van de vordering van de fietsenmaker, op de eigenaar van de fiets.

Advocaat retentierecht

Op deze pagina is in het kort aan de hand van een eenvoudig voorbeeld het retentierecht besproken. In veel gevallen is de werkelijkheid niet zo eenvoudig. Een beroep doen op het recht van retentie hoewel daartoe geen aanleiding was, kan resulteren in een schadevergoedingsclaim. Laat u dus bij twijfel informeren, neem contact met ons op. De advocaten van Snijders Litigation helpen u graag verder met uw vragen over het retentierecht (uitoefenen).

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties