073 720 02 00

Alles over het verbintenissenrecht

Gepubliceerd op 28 september 2021 Geen categorie

Op deze pagina vindt u een korte inleiding over wat het verbintenissenrecht is. Het verbintenissenrecht is grotendeels geregeld in Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en dit Boek heet ook niet verrassend: Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht.

Wat is het verbintenissenrecht?

Het verbintenissenrecht is het rechtsgebied in het burgerlijk recht dat verbintenissen tussen burgers regelt. Dat kan ook tussen burgers en bedrijven of tussen bedrijven onderling zijn.

Contractuele vs. buitencontractuele verbintenis

Een verbintenis kan iedere contractuele of buitencontractuele verbintenis zijn. Een contractuele verbintenis is een verbintenis die vooraf is afgesproken tussen twee of meer partijen. Een voorbeeld van een contractuele verbintenis is een overeenkomst tot het leveren van goederen. Als de leverancier de goederen niet levert, is er sprake van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst, ook wel wanprestatie genoemd. De leverancier is zijn gedeelte van de overeenkomst – het leveren van de goederen – namelijk niet nagakomen. Op grond van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst kan onder omstandigheden een verplichting tot betaling van schadevergoeding ontstaan voor de leverancier. Daarnaast bestaat er een mogelijkheid om de overeenkomst te beëindigen door deze schriftelijk te ontbinden. Deze twee voorbeelden van gevolgen van de tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst (schadevergoeding en ontbinding) vloeien voort uit de wet, meer specifiek uit Boek 6 dat dus gaat over de algemene regels van het verbintenissenrecht.

Een buitencontractuele verbintenis is een verbintenis die partijen niet van tevoren zijn overeengekomen maar waar de wet heeft bepaald dat er wel sprake is van een verbintenis. De partijen bij deze verbintenis hoeven elkaar daarvoor dus niet eens te kennen. Een voorbeeld van een buitencontractuele verbintenis is een onverschuldigde betaling. In dat geval heeft iemand zonder rechtsgrond, bijvoorbeeld per ongeluk, geld naar een verkeerde rekening overgemaakt. De betaling is niet verricht op grond van een overeenkomst, want de betaling is per ongeluk verricht. Toch is er een verbintenis ontstaan tussen de betaler en de ontvanger. De wet geeft in dit geval de regels over de terugbetaling. Er is een terugbetalingsverbintenis ontstaan. De ontvanger zal het geld moeten terugbetalen aan de betaler. Als de ontvanger dit niet doet, kan de betaler een rechtszaak starten en zijn geld terugvorderen op grond van de grondslag ‘onverschuldigde betaling’.

Een andere buitencontractuele verbintenis is de verbintenis tot betaling van schadevergoeding op grond van de onrechtmatige daad. Onrechtmatige daden komen veelvuldig voor in het dagelijks leven als grondslag voor aansprakelijkheid en betaling van schadevergoeding. Iemand kan een onrechtmatige daad plegen waardoor hij schadeplichtig is tegenover degene tegen wie hij de onrechtmatige daad heeft gepleegd. Een voorbeeld van een onrechtmatige daad is het creëren of in stand laten van een gevaarzettende situatie. Dat kan zijn het nalaten te waarschuwen voor een vloer die net is gedweild en daardoor glad is. Indien iemand uitglijdt, kan degene die niet heeft gewaarschuwd voor de gladde vloer aansprakelijk zijn voor de schade die daardoor is veroorzaakt. Denk daarbij aan letselschade (een gebroken arm) maar ook aan materiële schade (een gescheurde broek). Op grond van deze onrechtmatige daad kan de persoon die is uitgegleden zijn schade verhalen.

Verbintenissenrecht en de gelaagde structuur van het BW

Het verbintenissenrecht is in het Burgerlijk Wetboek zo opgebouwd dat de regelgeving zich van meer algemeen toespitst naar (zeer) specifiek. Zo zijn veel regels van het vermogensrecht uit Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek in veel verbintenissen tussen twee partijen ook van toepassing, zoals bijvoorbeeld het beginsel van de goede trouw. Het algemene verbintenissenrecht is vervolgens geregeld in Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en betreft verbintenissen in het algemeen, waarop waar mogelijk dus ook het vermogensrecht van toepassing is. In Boek 7 worden vervolgens regels voor bijzondere overeenkomsten gegeven. Denk daarbij aan speciale regelgeving voor huurovereenkomsten en koopovereenkomsten. In Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek zijn weer meer specifieke regels over vervoersovereenkomsten opgenomen. Op die manier is het wetboek zo opgebouwd dat steeds de (zeer) algemene regels van toepassing zijn en naarmate de overeenkomst of verbintenis zich specificeert, daarop weer specifieke(r) regels van toepassing zijn.

Advocaat verbintenissenrecht

Een advocaat verbintenissenrecht heeft de specialistische kennis van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Veelal gaat dit ook gepaard met een brede, maar ook specialistische kennis van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Bent u op zoek naar een advocaat verbintenissenrecht dan kunt u contact opnemen met ons kantoor.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties