Contracteren; weet wat je opschrijft
Lokkertjes en verleidelijkheden door grote bedrijven die de consument moeten bewegen een overeenkomst met hen aan te gaan; we zijn er allemaal wel eens voor gevallen. Vaak wordt een korting beloofd op de aanschaf van een product of abonnement. Een gratis proefperiode kan daar ook onder vallen.
Contractsvrijheid is daarbij het uitgangspunt. Vanwege die vrijheid is het juist van belang dat duidelijk is wat nu precies wordt afgesproken. Dit geldt niet alleen voor de consument maar uiteraard ook voor het bedrijf dat de dienst of het product aanbiedt. Dat bedrijf wil natuurlijk niet per ongeluk méér aan de consument moeten geven dan op basis van het lokkertje was bedoeld.
De rechtbank Amsterdam heeft op 3 september 2019 vonnis gewezen in een zaak tussen een consument en sportschool Basic Fit (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2019:6492). De rechtbank moest zich uitlaten over de vraag of het abonnement dat in het kader van een tijdelijke actie door de consument was afgesloten, 12 maanden of 14 maanden duurde. Het lokkertje van Basic Fit was namelijk dat 2 maanden gratis gesport mocht worden bij het afsluiten van een jaarabonnement.
De consument stelde zich op het standpunt dat de overeenkomst voor de duur van 12 maanden was aangegaan, waarvan, vanwege de actie, 2 maanden gratis waren. Basic Fit daarentegen, was van mening dat eerst 2 maanden gratis gesport mocht worden, waarna het jaarabonnement pas zou ingaan. 2 + 12 maanden, 14 dus.
De consument had op grond van zijn standpunt, en omdat hij de ‘misleidende’ (de consument zijn woord) uitleg van Basic Fit al voorzag, na precies 12 maanden (2 gratis, 10 betaald) de automatische incasso stopgezet. Dit tot onvrede van Basic Fit, die voor betaling van de laatste twee maanden (+/- 40 euro) verhaal bij de consument ging halen. Toen die laatste niet thuis gaf en hij Basic Fit op haar eigen verkeerde en onzuivere formulering wees, besloot Basic Fit de zaak voor de rechter te brengen.
Omdat Basic Fit zich op het standpunt stelde dat de overeenkomst nog twee maanden voortduurde, droeg Basic Fit daarvan de bewijslast. Omdat Basic Fit niet de bevestigings-e-mail kon terughalen waarin de actie duidelijk zou zijn omschreven (oftewel waaruit de exacte duur van de overeenkomst duidelijk zou blijken), kon de rechter nergens uit afleiden dat het jaarabonnement pas startte ná de twee gratis maanden. De rechter heeft de vordering van Basic Fit om die reden resoluut afgewezen.
Uit het vonnis blijkt – helaas – niet wat nu de exacte bewoordingen van de actie waren. Hoewel bewoordingen in een overeenkomst niet van doorslaggevend belang hoeven te zijn – de rechter toetst namelijk ook de bedoeling van de contractspartijen – is de formulering van contractsbepalingen toch erg belangrijk. Andermaal blijkt uit de discussie tussen deze consument en Basic Fit dat met een correcte formulering vooraf een hoop discussie voorkomen had kunnen worden.
Snijders Advocaten helpt graag met het opstellen van een passende overeenkomst.