Dient een door de rechter vastgestelde transitievergoeding te worden terugbetaald, indien een raadsheer van het hof in hoger beroep de arbeidsovereenkomst hersteld?
Een transitievergoeding is enerzijds bedoeld als compensatie voor ontslag. Anderzijds is de vergoeding bedoeld om de transitie van werknemers naar een andere baan te vergemakkelijken. Als een werknemer onrechtmatig is ontslagen en het dienstverband wordt hersteld, is er gevoelsmatig geen reden om een transitievergoeding in stand te houden. In een uitspraak van de Hoge Raad d.d. 25 januari 2019 wordt antwoord gegeven op de vraag of er in deze situatie wel of geen reden is om de transitievergoeding terug te betalen.
Feiten
In deze zaak had de kantonrechter de arbeidsovereenkomst van een werknemer met ingang van 1 januari 2017 ontbonden wegens ongeschiktheid van de werknemer om de bedongen arbeid te verrichten (beter bekend als de d-grond). De kantonrechter kende aan de werknemer een vergoeding toe ter hoogte van € 8.308,00 bruto.
De werknemer verzocht het hof in hoger beroep om de arbeidsovereenkomst te herstellen omdat hij het niet eens was met het ontslag en het oordeel van de kantonrechter dat sprake was van disfunctioneren. Het hof ging hierin mee en oordeelde dat de arbeidsovereenkomst per 1 november 2017 moest worden hersteld. Het hof koos onder andere niet voor herstel van het dienstverband met terugwerkende kracht, aangezien de werknemer na ontbinding een WW-uitkering had ontvangen van het UWV. Het hof oordeelde verder dat de aan de werknemer uitbetaalde transitievergoeding van € 8.308,00 bruto aan de werkgever diende te worden terugbetaald.
De werknemer ging tegen dit laatste oordeel in cassatie bij de Hoge Raad. Volgens de werknemer brengt het enkele feit dat de arbeidsovereenkomst zal worden hersteld, niet mee dat de werknemer verplicht is de transitievergoeding terug te betalen.
Juridisch kader
De Hoge Raad overweegt dat de wet niet bepaalt dat een werknemer een door hem ontvangen transitievergoeding moet terugbetalen indien de arbeidsovereenkomst wordt hersteld. Uit de parlementaire behandeling van de Wwz blijkt dat de rechter moet bepalen of een aan de werknemer toegekende transitievergoeding moet worden terugbetaald. Het enkele feit dat het hof de werkgever veroordeelt de arbeidsovereenkomst te herstellen, doet volgens de Hoge Raad geen terugbetalingsverplichting ontstaan.
Dit zou conform de parlementaire geschiedenis van de Wwz enkel anders zijn indien een kantonrechter de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever vernietigt, waardoor de arbeidsovereenkomst rechtens nooit geëindigd, zodat er geen rechtsgrond meer bestaat voor de betaling van de transitievergoeding. In die situatie moet een uitgekeerde transitievergoeding dus door de werknemer uit hoofde van onverschuldigde betaling worden terugbetaald.
Conclusie
Bij herstel van de arbeidsovereenkomst ligt dit volgens de Hoge Raad dus anders. Wanneer de rechter in hoger beroep van oordeel is dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ten onrechte heeft ontbonden, kan de rechter de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen. De rechter komt een zekere mate van vrijheid toe, maar moet zijn afwegingen motiveren. De vraag of, en zo ja, in hoeverre de transitievergoeding moet worden terugbetaald, moet beantwoord worden tegen de volgende achtergrond:
Een veroordeling van de werknemer tot terugbetaling van de transitievergoeding moet worden aangemerkt als een voorziening omtrent de rechtsgevolgen van de onderbreking van de arbeidsovereenkomst als bedoeld in art. 7:682 lid 6 BW. Het geheel van voorzieningen als bedoeld in art. 7:682 lid 6 BW heeft tot doel dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het nadeel veroorzaakt door de onderbreking van de arbeidsovereenkomst.
De werknemer heeft in dit geval nadeel ondervonden, aangezien de onderbreking van de arbeidsovereenkomst meer dan zes maanden heeft geduurd waardoor deze periode niet meer meetelt voor de berekening van een toekomstige transitievergoeding. In dit geval kwam de Hoge Raad derhalve tot haar oordeel dat de transitievergoeding niet hoeft te worden terugbetaald.
Tot slot
Voorgaande zaak is de werkgever duur komen te staan. Een ontslag is soms snel gegeven, terwijl er feitelijk gezien te weinig redenen zijn om een werknemer te ontslaan. Wanneer u denkt aan ontslag, schroom dan ook niet om contact met ons op te nemen en geheel vrijblijvend te sparren met een van onze collega’s.