073 720 02 00
Nieuws

Het nut van een (juiste) ingebrekestelling

Bijgewerkt op Nieuws

Indien de schuldenaar in verzuim is komen te verkeren kan, bijvoorbeeld, een schadevergoeding gevorderd worden. Het komt regelmatig voor dat een overeenkomst niet wordt nagekomen waarbij de opdrachtgever zelf tot ‘herstel’ zal overgaan. De kosten die met dit herstel gepaard gaan kunnen pas bij de schuldenaar in rekening worden gebracht op het moment dat hij – onder andere – in verzuim is komen te verkeren. Voor dit verzuim is veelal een ingebrekestelling vereist. In dit artikel wordt behandeld wat een ingebrekestelling is, wanneer een ingebrekestelling vereist is en wat het belang is van het versturen van een juiste ingebrekestelling.

Wat is een ingebrekestelling?

Een ingebrekestelling is een schriftelijke aanmaning waarbij de schuldenaar een redelijke termijn voor nakoming wordt gesteld. De schuldenaar is in verzuim wanneer nakoming binnen de in deze aanmaning gestelde termijn uitblijft (Artikel 6:82 BW).

Ondanks dat het – volgens de wet – niet nodig is om uitdrukkelijk te vermelden dat er sprake is van een ingebrekestelling, dient dit wel uitdrukkelijk te blijken uit de verzonden aanmaning. De ingebrekestelling dient in ieder geval aan de volgende vereisten te voldoen:

  • Schriftelijk; dit mag dus ook per fax, e-mail of gerechtelijk (bij exploot);
  • Aanmaning; de schuldeiser dient de schuldenaar aan te manen een gespecificeerde verbintenis alsnog na te komen;
  • Termijnstelling; er dient een redelijke termijn voor nakoming te worden gegeven. Deze termijn is afhankelijk van de omstandigheden, zoals de soort prestatie die geleverd dient te worden;
  • Aansprakelijkstelling; de schuldenaar dient uitdrukkelijk voor de vertraging aansprakelijk gesteld te worden.

Wanneer een ingebrekestelling?

De wet geeft drie uitzonderingen voor het intreden van verzuim zonder dat een ingebrekestelling vereist is. Deze uitzonderingen zijn geen strakke regels, maar zijn richtlijnen voor de rechter om hier een juiste invulling aan te geven. Het is echter van belang dat over het wel of niet versturen van een ingebrekestelling een juiste afweging wordt gemaakt. Indien er namelijk geen ingebrekestelling wordt verzonden en er reeds tot herstel is overgegaan, kan het zomaar zijn dat de door de schuldenaar veroorzaakte schade niet op hem verhaald kan worden.

De uitzonderingen volgens de wet:

  • Wanneer er door de voldoening bepaalde termijn verstrijkt zonder dat de verbintenis is nagekomen, tenzij de termijn een andere strekking heeft. In dit geval dient er sprake te zijn van een zogenoemde fatale termijn genoemd in de overeenkomst. De inhoud van de overeenkomst, e aard van de overeenkomst en de omstandigheden kunnen er echter voor zorgen dat een fatale termijn geen ingebrekestellende kracht heeft en dat er dus alsnog een ingebrekestelling verzonden dient te worden;
  • Wanneer de verbintenis voortvloeit uit onrechtmatige daad of strekt tot schadevergoeding als bedoeld in artikel 6:74 lid 1 BW en de verbintenis niet terstond wordt nagekomen;
  • Wanneer de schuldeiser uit de mededeling van de schuldenaar moet afleiden dat deze in de nakoming van de verbintenis tekort schiet.

Overigens; op de schuldeiser rust de bewijslast dat er een ingebrekestelling is verzonden.

Tip: Zorg voor een ontvangstbevestiging of verzend de ingebrekestelling aangetekend.

Conclusie

Uitgangspunt is dus dat er een ingebrekestelling verzonden dient te worden aan de schuldenaar om in verzuim te geraken, tenzij er sprake is van een uitzondering zoals deze genoemd staan in de wet. Maar zoals uit jurisprudentie blijkt zijn de regels vermeld in de wet veelal richtlijnen voor rechters en dus voor verschillende interpretatiemogelijkheden vatbaar. Het is dus van belang dat u zich vooraf goed laat informeren of het nodig is om een ingebrekestelling te versturen. Verzend u namelijk geen ingebrekestelling dan kan het zomaar zijn dat u – in een gerechtelijke procedure – achter het net vist.

Dit geldt overigens ook andersom, wordt u aansprakelijk gehouden om een schadevergoeding te voldoen, maar heeft u geen ingebrekestelling ontvangen? Wellicht verkeert u niet in verzuim en bent u dus niet gehouden om tot betaling over te gaan.

Heeft u nog vragen over dit onderwerp, neem dan gerust contact met ons op.

Disclaimer – Bij het opstellen van deze tekst is geen rekening gehouden met eventuele bijzondere van toepassing zijnde regels zoals opgenomen in bijvoorbeeld een collectieve arbeidsovereenkomst, individuele arbeidsovereenkomst en/of andere overeenkomst. Deze tekst bevat dus algemene informatie die niet in iedere situatie kan worden gebruikt. Tevens is het mogelijk dat de tekst op enig moment achterhaald is, bijvoorbeeld door gewijzigde regelgeving. Het wordt dan ook sterk aangeraden om contact met Snijders Advocaten op te nemen alvorens de informatie uit de tekst te gebruiken.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties