073 720 02 00

Is een overeenkomst zonder handtekening toch tot stand gekomen?

Bijgewerkt op Geen categorie

Na lang wikken en wegen is het dan zover, u mag uw cliënt een overeenkomst toesturen. Na onderhandelingen of na het kennismakingsgesprek zijn beide partijen enthousiast om een samenwerking te starten. U verstuurt dan ook zo spoedig mogelijk de overeenkomst, maar voordat u het document ondertekend retour heeft ontvangen start u alvast met de werkzaamheden. Alles lijkt goed te gaan. De cliënt is tevreden over de werkzaamheden maar zodra de (eerste) factuur is verzonden, begint de ellende. De cliënt stelt dat er geen sprake is van een overeenkomst, hij heeft immers niets getekend. Wat nu?

Wanneer is er sprake van een overeenkomst?

De wet is hier duidelijk over: een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan[1]. Het aanbod is in dit geval het verzenden van de overeenkomst. Maar wanneer is er sprake van aanvaarding? Aanvaarding van een aanbod is vormvrij, dat betekent aanvaarding in iedere vorm kan geschieden, dus ook mondeling. Aanvaarding is een tot de aanbieder gerichte wilsverklaring. De bewijslast dat er sprake is (geweest) van een wilsverklaring rust op de aanbieder. Daarom is het raadzaam om ondertekening van de overeenkomst ook daadwerkelijk af te wachten, in dat geval kan er geen discussie ontstaan over het tot stand komen van de overeenkomst.

Uitvoering gegeven aan de overeenkomst

Zoals gezegd, aanvaarding van het aanbod is vormvrij en kan dus ook mondeling geschieden. Het verloop van de onderhandelingen is dan van belang. Heeft er tussen partijen langdurige onderhandelingen plaatsgevonden of is er enkel slechts een overeenkomst verzonden? Daarbij is de communicatie van belang nadat de overeenkomst is verzonden. Heeft de cliënt, na het verzenden van de overeenkomst, informatie toegezonden welke van belang was voor het uitvoeren van de overeenkomst?
Indien er uitvoering is gegeven aan de overeenkomst, kan u de gedragingen van de cliënt namelijk opvatten als een aanvaarding van het gedane aanbod. Uiteraard is dit afhankelijk van alle omstandigheden van het geval. De rechtbank oordeelde hieromtrent laatstelijk als volgt:

“Een aanvaarding is een rechtshandeling. Om aan te nemen dat sprake is geweest van een aanvaarding is dan ook in beginsel vereist dat (gedaagde) een op de totstandkoming van de overeenkomst gericht wil heeft gehad en die zich door een verklaring heeft geopenbaard[2]. In artikel 3:35 BW wordt een uitzondering hierop geformuleerd. Daarin is bepaald dat tegen hem die eens anders verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, heeft opgevat als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking, geen beroep kan worden gedaan op het ontbreken van een met deze verklaring overeenstemmende wil.

De kantonrechter leidt uit de feitelijke gang van zaken af dat in ieder geval de gedragingen van (gedaagde) door (eiseres) redelijkerwijs mochten worden opgevat als een aanvaarding door (gedaagde) van het door (eiseres) gedane aanbod.”

Conclusie

Het feit dat een overeenkomst niet is ondertekend leidt er dus niet automatisch toe dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen. Let wel, de bewijslast van het feit dat de cliënt het aanbod heeft aanvaard rust op de partij die een beroep doet op het rechtsgevolg, en dus op de partij welke van mening is dat er wel een overeenkomst tot stand is gekomen.
Bovenstaande geldt natuurlijk ook andersom, u kunt dus ook gebonden zijn aan een overeenkomst ook al bent u niet tot ondertekening daarvan overgegaan.
Mocht u nog vragen hebben over dit onderwerp neem dan gerust contact met mij of met één van mijn collega’s op.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties