073 720 02 00

Onhandige dronkenmansactie of terecht ontslag?

Gepubliceerd op 28 november 2022 Geen categorie

December staat voor de deur. Dat betekent dat het weer tijd is voor kerstborrels/-diners en oud en nieuw feesten op het werk. De alcohol vloeit dan meestal rijkelijk, waardoor het weleens voorkomt dat medewerkers de grens tussen werk en privé uit het oog verliezen. Heb jij een protocol rondom alcohol en drugs op de werkvloer? En is ontslag (op staande voet) gerechtvaardigd als een medewerker zich tijdens een bedrijfsfeestje misdraagt? Zeker niet altijd, zoals blijkt uit een greep uit de rechtspraak.

Dronken werkneemster neemt tas van collega mee en raakt deze kwijt

Werkneemster, in dienst als Legal Counsel, sluit samen met een collega aan bij de vrijdagmiddagborrel van een klant bij wie zij die dag hebben gewerkt. Werkneemster drinkt daar behoorlijk wat alcohol en neemt – zo is op camerabeelden te zien – de Mulberry tas met daarin de werklaptop van haar collega mee. Deze tas is vervolgens kwijt en wordt niet meer teruggevonden. Werkneemster wordt op staande voet ontslagen wegens diefstal.

De rechter oordeelt dat vaststaat dat werkneemster de tas heeft meegenomen, maar dat werkneemster ook voldoende heeft onderbouwd dat zij zodanig dronken was dat zij zich niet bewust was van wat zij deed. Op de camerabeelden is namelijk te zien dat werkneemster onvast ter been was. Daarnaast had zij verschillende Whatsapp-berichten naar haar vriend en haar collega’s gestuurd over haar beschonken toestand. Dat werkneemster de tas had gestolen, kwam dan ook niet vast te staan. De rechter vond het meer een “onhandige dronkenmansactie”. Hoewel het meenemen en kwijtraken van de tas en het feit dat werkneemster zo dronken was werkneemster wel wordt aangerekend, wordt het ontslag op staande voet een te zware sanctie bevonden. Werkgever moet daarom een billijke vergoeding van € 10.000 bruto betalen aan werkneemster.

Seksuele intimidatie op een nieuwjaarsborrel

Werknemer wordt door een collega (22 jaar) beticht van seksueel getinte opmerkingen en ongewenste fysieke aanrakingen jegens haar op een nieuwsjaarborrel. De ingestelde klachtencommissie oordeelt dat het aannemelijk is dat werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan seksuele intimidatie. Werknemer accepteert de door werkgever aangeboden beëindigingsovereenkomst niet en wordt vervolgens op staande voet ontslagen.

De rechter oordeelt dat het handelen van werknemer verder ging dan wat de werknemer bestempelt als “onschuldig flirtgedrag”. Of de collega aanleiding heeft gegeven tot de toenaderingen van werknemer doet niet ter zake. De rechter overweegt dat van een meer ervaren medewerker, met een gezin, mag worden verwacht dat hij zich bewust is van de onervarenheid van een veel jongere medewerker in haar eerste baan. Het handelen van werknemer is onacceptabel en hij had beter moeten weten. Meegewogen wordt echter ook dat bij werkgever losse omgangsvormen golden. Een werkgever die dergelijke uitingen toestaat binnen het werkverband, kan als het mis gaat niet ineens hoog van de morele toren blazen, aldus de rechter. De rechter overweegt dat het niet ongebruikelijk is dat werkgever een ongedwongen sfeer wilde creëren. De keerzijde daarvan is echter dat werkgever zich als professionele werkgever dient te realiseren dat zij medeverantwoordelijk is als een medewerker daarbinnen het zicht op de grens tussen werk en privé uit het oog verliest. Al met al is het gedrag van werknemer onvoldoende voor een ontslag op staande voet. De werkgever moet een (beperkte) billijke vergoeding betalen van € 1.000 bruto.

Bedreiging en poging tot slaan directeur op kerstborrel

Werknemer, in dienst als metselaar, valt op een kerstborrel, in beschonken toestand, zijn directeur aan en probeert hem te slaan. Hij wordt vervolgens op staande voet ontslagen.

De kantonrechter laat het ontslag in stand. Werknemer gaat in hoger beroep. Het hof is van oordeel dat het gedrag van werknemer zodanig ernstig is, dat ondanks de persoonlijke omstandigheden van werknemer (werknemer was dronken en heeft diabetes) een ontslag op staande voet gerechtvaardigd is. Werknemer wordt er zelf verantwoordelijk voor gehouden die avond (te) veel te hebben gedronken. Dat geldt met name nu hij diabetespatiënt is en hij moet hebben geweten dat alcohol en diabetes geen goede combinatie vormen. Ook het feit dat werknemer al 25 jaar in dienst was en 58 jaar oud is, maakt zijn handelen niet minder verwijtbaar. Het hof is van oordeel dat van iemand op die leeftijd juist kan worden verwacht minder impulsief te reageren. Het ontslag houdt dan ook stand en werknemer heeft ook geen recht op een transitievergoeding.

Tips voor werkgevers voor naderende bedrijfsborrels/-feesten

Dat ontslag (op staande voet)-zaken zeer casuïstisch zijn, is inmiddels wel bekend. Dat is niet anders als een medeweker zich misdraagt op een bedrijfsfeest. Paar aandachtspunten die wij aan de hand van bovenstaande uitspraken (opnieuw) onder de aandacht willen brengen:

  • een dringende reden moet kunnen worden onderbouwd. Bij “diefstal” zal dus aannemelijk moeten worden gemaakt dat sprake was van een opzettelijke ontvreemding. Als er (veel) alcohol in de man (of vrouw) is, zal dit waarschijnlijk minder snel worden aangenomen;
  • weeg de omgangsvormen binnen jullie organisatie en/of bedrijfscultuur mee bij het bepalen van een eventuele sanctie. Worden bepaalde (seksueel getinte) uitingen min of meer gedoogd, dan zal een ontslag (op staande voet) niet snel stand houden;
  • een werkgever is medeverantwoordelijk voor de grens tussen privé en werk en dus ook qua alcohol en drugs op de werkvloer. Van een (ervaren) werknemer mag zeker ook worden verwacht zich verantwoordelijk en verstandig te gedragen. Ook op een bedrijfsfeest. Werknemers hierop vooraf wijzen is dan ook het overwegen waard middels bijvoorbeeld een protocol.

Vragen over dit onderwerp? Of wilt u meer weten hoe u een protocol omtrent alcohol en drugs op het werk moet vormgeven? Neem dan contact op met één van onze arbeidsrechtspecialisten

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties