073 720 02 00
HR

Ontslag op staande voet of voorwaardelijk ontslag?

Gepubliceerd op 14 maart 2022 HR

In de HR-praktijk wordt regelmatig geworsteld met de vraag of een ontslag op staande voet (rechtsgeldig) kan worden gegeven of niet. Zelfs als het ernaar uitziet dat wordt voldaan aan alle vereisten, blijft het vaak spannend om daar daadwerkelijk toe over te gaan. Dit komt doordat de werknemer na het ontslag twee maanden de tijd heeft om vernietiging van het ontslag te vragen aan de rechter of, in plaats daarvan, een (flinke) billijke vergoeding, een gefixeerde schadevergoeding én een transitievergoeding. De werkgever verkeert na het ontslag dus een behoorlijke tijd in onzekerheid en loopt het risico op een procedure (en daarmee gepaard gaande kosten). Bovendien kan de werkgever – ook bij aanwezigheid van een dringende reden – toch als verliezende partij uit de procedure komen als er plotseling bijzondere persoonlijke omstandigheden van de werknemer aan het licht komen waar de werkgever geen weet van had.

Indien wordt overwogen om een ontslag op staande voet te geven, dan is er een – door de Hoge Raad goedgekeurde – mogelijkheid om de onzekerheid van een procedure weg te nemen. Deze kwam recent nog eens aan bod in een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland.

Wat speelde er in die zaak?

Werknemer wordt op staande voet ontslagen, omdat hij de floormanager van werkgever zeer agressief heeft bejegend en met de dood heeft bedreigd (de uitlatingen zijn niet mals). De floormanager en de zoon van werknemer (ook werkzaam bij het bedrijf van werkgever) hebben een (bevestigende) getuigenverklaring afgelegd bij werkgever.

Eén dag na het incident wordt het ontslag op staande voet aan werknemer medegedeeld. In de ontslagbrief wordt werknemer ook het alternatief aangeboden om uiterlijk binnen vier dagen in te stemmen met een beëindigingsovereenkomst. Bij geen tijdige instemming moest hij het ontslag op staande voet als gegeven beschouwen.

Werknemer had al officiële waarschuwingen gehad in 2011, 2019 en twee keer in 2020, waaronder een laatste waarschuwing in verband met een eerdere bedreiging van de floormanager.

Oordeel rechter

De rechter overweegt dat naar beide getuigenverklaringen met enige terughoudendheid en voorzichtigheid moet worden gekeken, omdat de ene getuige familie is van werknemer en de andere het slachtoffer. Toch kent de rechter doorslaggevende betekenis aan de getuigenverklaringen, omdat deze duidelijk, consistent en overtuigend zijn en steun vinden in de overige stukken (zoals het proces-verbaal van de aangifte). Daarnaast ziet de rechter geen reden of aanleiding dat deze getuigen in strijd met de waarheid zouden hebben verklaard. Werknemer ontkent dat hij de floormanager zou hebben bedreigd, maar die verklaring vindt geen steun in andere stukken of verklaringen.

De rechter stelt dan ook vast dat sprake was van bedreiging en dat dit – mede omdat werknemer al vaker was gewaarschuwd voor soortgelijk gedrag en recent een laatste waarschuwing had gehad – een dringende reden oplevert voor een ontslag op staande voet.

Werknemer was al lang in dienst bij werkgever en de gevolgen van het ontslag zouden voor hem heel groot zijn. Toch wogen de persoonlijke omstandigheden van werknemer niet op tegen de aard en ernst van de dringende reden.

Werknemer stelt nog dat het ontslag niet geldig is, omdat dit ‘voorwaardelijk’ is gegeven. De rechter oordeelt – door verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad – dat een ontslag op staande voet ook onverwijld kan zijn gegeven als de werkgever direct tegen de werknemer zegt dat hij overgaat tot een ontslag op staande voet, tegelijkertijd een voorstel doet tot het sluiten van een beëindigingsovereenkomst met een korte termijn voor beraad en de werknemer tot die tijd schorst. De gedachte hierachter is dat daarmee de mogelijkheden voor het vinden van een andere, meer bevredigende oplossing dan ontslag op staande voet worden vergroot. Het ontslag was dan ook terecht gegeven.

Handvatten voor de HR-praktijk

Lijkt een ontslag op staande voet gerechtvaardigd, maar wil je het risico op een procedure voorkomen? Dan kan het aanbieden van een beëindigingsovereenkomst tegelijk met de ontslagbrief een uitkomst bieden. Houd er wel rekening mee dat het ‘voorwaardelijk’ ontslag aan drie voorwaarden moet voldoen:

  1. geef de werknemer een korte termijn voor beraad over het aanbod (bijv. 2-4 dagen);
  2. zorg ervoor dat de werknemer gedurende die tijd wordt geschorst;
  3. neem in de ontslagbrief op dat het ontslag op staande voet direct ingaat na afloop van de beraadtermijn.

Uit deze uitspraak blijkt ook weer eens het belang van de inhoud van getuigenverklaringen. Zorg er altijd voor dat getuigenverklaringen duidelijk, consistent en overtuigend zijn opgesteld (lees: zo concreet en gedetailleerd mogelijk), met de naam, handtekening van de getuige en de datum erop. Dat kan echt het verschil maken in een zaak als deze.

Overweeg je een ontslag (op staande voet)? Neem dan vrijblijvend contact op met één van onze arbeidsrechtspecialisten.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties