073 720 02 00
HR

Vakantiedagen: hoe zit het ook alweer?

Bijgewerkt op HR

De zomerperiode komt er weer aan. Dat betekent óók dat werknemers gaan nadenken over hun vakantieplannen en voor deze periode vakantiedagen willen opnemen. In dit artikel staan we daarom even stil bij de regelgeving omtrent vakantiedagen.

Wettelijke vakantiedagen

In de wet is bepaald dat een werknemer die recht heeft op loon, jaarlijks recht heeft op vakantie van viermaal de overeengekomen arbeidsduur per week. Een voorbeeld: een werknemer met een vijfdaagse werkweek (van 8 uur per dag) heeft dus recht op twintig vakantiedagen (van 8 uur per dag) per jaar. Deze vakantiedagen worden aangemerkt als wettelijke vakantiedagen. Een werknemer heeft minimaal recht op dit aantal dagen.

Bovenwettelijke vakantiedagen

Vaak heeft de werknemer op grond van de cao, de arbeidsovereenkomst en/of het arbeidsvoorwaardenreglement recht op meer vakantiedagen dan het wettelijk aantal vakantiedagen. Deze dagen worden dan aangemerkt als bovenwettelijke vakantiedagen.

Verjarings- en vervaltermijnen

Wettelijke vakantiedagen hebben een vervaltermijn van een half jaar en vervallen dus meestal op 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarin ze zijn opgebouwd. De werknemer kan dat niet eenzijdig voorkomen, maar indien een werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest om vakantiedagen op te nemen (bijvoorbeeld vanwege arbeidsongeschiktheid) of als werkgever en werknemer in onderling overleg een langere vervaltermijn hebben afgesproken, kan het zijn dat de vakantiedagen niet al na een half jaar vervallen.

Bovenwettelijke vakantiedagen verjaren vijf jaar na het jaar waarin ze zijn opgebouwd, tenzij daarover in de cao, de arbeidsovereenkomst en/of het arbeidsvoorwaardenreglement andere afspraken zijn gemaakt. Het verjaren van de bovenwettelijke vakantiedagen kan worden gestuit door de werknemer. De werknemer kan dat doen door de werkgever schriftelijk te laten weten dat hij zijn recht om bovenwettelijke vakantiedagen op te nemen wil behouden. Vanaf dat moment vangt een nieuwe termijn van vijf jaar aan. Het stuiten van wettelijke vakantiedagen is niet mogelijk.

Opnemen vakantiedagen

Het aantal vakantiedagen waarop de werknemer in een jaar recht heeft, bouwt de werknemer gedurende het jaar op. De werknemer heeft dus pas na enkele maanden werken genoeg vakantiedagen opgebouwd om meerdere dagen achter elkaar vakantie op te nemen. Als de werknemer vakantiedagen wil opnemen die nog niet zijn opgebouwd, dan is de werkgever niet verplicht om een voorschot op de vakantiedagen te geven. In de praktijk komt het echter wel vaak voor dat een werkgever dat toch doet. Dat zorgt uiteraard ook voor een betere spreiding van het opnemen van vakantiedagen gedurende het jaar.

Een werkgever moet een werknemer ieder jaar in de gelegenheid stellen om zijn wettelijke vakantiedagen op te nemen. Als hoofregel geldt dat het initiatief om deze vakantiedagen op te nemen bij de werknemer ligt en dat in principe een werkgever hieraan gehoor moet geven, tenzij sprake is van gewichtige redenen. Hierbij geldt een belangenafweging: als het belang van de werkgever om te weigeren zwaarder weegt dan het belang van de werknemer om vakantiedagen op te nemen, kan een werkgever het verzoek tot het opnemen van vakantiedagen weigeren.
Een werknemer dient zijn verzoek om vakantiedagen op te nemen schriftelijk bij de werkgever kenbaar te maken. Indien een werkgever niet binnen twee weken op het verzoek van de werknemer reageert, kan een werkgever in principe het verzoek niet meer weigeren. Indien een werkgever een verzoek tot het opnemen van vakantiedagen afwijst vanwege gewichtige redenen, moet hij de werknemer wel een alternatief aanbieden om op een ander moment vakantiedagen op te nemen.

Ontoereikend tegoed

Een werkgever mag een verzoek tot het opnemen van vakantiedagen weigeren, indien een werknemer niet voldoende vakantiedagen heeft. Echter, van een werkgever wordt verwacht dat hij zich als ‘goed werkgever’ gedraagt. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval, betekent dat dat een werkgever een andere, passende oplossing moet zoeken. Hierbij kan gedacht worden aan het alvast laten opnemen van vakantiedagen van het volgende jaar of het toelaten van het opnemen van onbetaald verlof.

Tot zo ver – in het kort – de regelgeving omtrent vakantie. In een volgend artikel zullen wij ook nog stilstaan bij het opnemen van vakantiedagen tijdens ziekte en de regelgeving daaromtrent. Indien er vragen zijn over dit onderwerp, schroom dan niet om contact op te nemen met één van onze arbeidsrechtspecialisten.

Disclaimer – Bij het opstellen van deze tekst is geen rekening gehouden met eventuele bijzondere van toepassing zijnde regels zoals opgenomen in bijvoorbeeld een collectieve arbeidsovereenkomst, individuele arbeidsovereenkomst en/of andere overeenkomst. Deze tekst bevat dus algemene informatie die niet in iedere situatie kan worden gebruikt. Tevens is het mogelijk dat de tekst op enig moment achterhaald is, bijvoorbeeld door gewijzigde regelgeving. Het wordt dan ook sterk aangeraden om contact met Snijders Advocaten op te nemen alvorens de informatie uit de tekst te gebruiken.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties