Verhuizen als gescheiden ouder; hoe pak je dat aan?
Gescheiden ouders blijven niet altijd op dezelfde plek wonen; bijvoorbeeld omdat ze willen samenwonen met een nieuwe partner, ‘back to the roots’ willen of een nieuwe baan elders hebben gevonden. Een verhuizing binnen een beperkte straal levert veelal weinig problemen op. Een verhuizing verder weg kan wel degelijk tot geschillen leiden. Hoe pak je dat aan en wat zijn de criteria?
Toestemming van de andere (gezaghebbende) ouder
Allereerst is van belang te realiseren dat je als ouder waar de kinderen hun hoofdverblijf hebben toestemming nodig hebt van de andere gezaghebbende ouder voor een verhuizing van de kinderen. Het gezag heeft immers betrekking op de persoon van de minderjarige en zijn/haar verblijfplaats valt daar ook onder. Beslissingen in dat kader dienen samen te worden genomen.
Overleg
Uiteraard is het de beste manier om met elkaar het gesprek aan te gaan over de voorgenomen verhuizing en om samen tot een nieuwe verdeling van de zorg- en opvoedingstaken te komen. Dat kan met z’n tweeën, onder begeleiding van een mediator of allebei bijgestaan door een eigen advocaat. Als je je (goed doordachte) voornemen tot verhuizing (tijdig) kenbaar maakt aan je ex-partner, hem/haar betrekt in het proces, zijn/haar zorgen bespreekt en probeert weg te nemen, dan is de kans het grootst dat jullie er samen uitkomen. Het is tevens aan te bevelen om tijdens dit overleg de hierna te noemen criteria die een rechter in zijn beoordeling betrekt, mee te nemen, althans in het achterhoofd te houden.
Vervangende toestemming rechtbank
Hoe groter de afstand van de oude naar de nieuwe woonplaats, des te uitdagender het zal zijn om in overleg afspraken te maken over de invulling van het ouderschap. Een verhuizing zal dan immers vaak tot gevolg hebben dat de bestaande zorgregeling niet meer uit te voeren is en het contact met de andere ouder wordt beperkt. Als er geen afspraken kunnen worden gemaakt en de toestemming voor de verhuizing niet wordt gegeven, dan kan er een gerechtelijke procedure worden gestart bij de rechtbank. De rechter kán dan vervangende toestemming verlenen voor de verhuizing van de kinderen. In de rechtspraak zijn criteria geformuleerd aan de hand waarvan een verzoek om vervangende toestemming voor verhuizing door de rechter moet worden beoordeeld. De criteria zijn:
- de noodzaak om te verhuizen;
- de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
- de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor de minderjarige en de andere ouder te verachten en/of te compenseren;
- de mate waarin ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie in overleg;
- de rechten van de andere ouder en de minderjarige op onverminderd contact met elkaar in een vertrouwde omgeving;
- de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
- de frequentie van het contact tussen de minderjarige en de andere ouder voor en na de verhuizing;
- de leeftijd van de minderjarige, zijn mening en de mate waarin de minderjarige geworteld is in zijn omgeving of juist extra gewend is aan verhuizingen;
- de (extra) kosten van omgang na de verhuizing.
Het verkrijgen van vervangende toestemming is niet eenvoudig. De rechtspraak is sterk casuïstisch. Het hangt – uiteraard – af van de omstandigheden van het geval. De verhuizende ouder zal in ieder geval goed en objectief onderbouwd moeten aantonen dat het niet (alleen) zijn/haar eigen behoefte is om te verhuizen, maar dat hij/zij de verhuizing goed heeft voorbereid, alles zorgvuldig heeft afgewogen en er geen andere mogelijkheid is om met de minderjarige te verhuizen.
Meer informatie?
Neem contact op met één van onze gespecialiseerde familierechtadvocaten en -mediators.