Verlaging kredietfaciliteit en de zorgplicht van de bank
Het structureel schenden van de bancaire zorgplicht door banken komt helaas voor. Een voorbeeld van onzorgvuldig handelen van de banken is het zonder overleg met de klant per direct verlagen van de kredietfaciliteit, met alle gevolgen van dien.
Veel ondernemers worden gefinancierd door een bank. Ondernemingen die door de bank worden gefinancierd, houden in hun bedrijfsvoering logischerwijs rekening met het feit dat zij die verstrekte gelden ook daadwerkelijk kunnen gebruiken. Sommige ondernemers zijn zelfs volledig afhankelijk van de bancaire financiering. Het besluit van de bank tot kredietverlaging kan in dit geval leiden tot acute grote liquiditeitsnood, directe impact op de bedrijfsvoering en, in het ergste geval, tot een faillissement van de onderneming. Het zal dan ook niet verbazen dat een bank niet zomaar mag overgaan tot beëindiging of verlaging van de door haar verstrekte kredietfaciliteiten.
Voor een bank geldt dat zij uit hoofde van de maatschappelijke functie van banken een bijzondere zorgplicht heeft jegens haar klanten, uit hoofde van de met hen bestaande contractuele verhouding. De reikwijdte van die zorgplicht hangt af van de omstandigheden van het geval. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad van 10 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2929 (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2014:2929) en van het Gerechtshof Arnhem van 18 februari 2003, ECLI:NL:GHARN:2003:AF5233 (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARN:2003:AF52) over schending van de zorgplicht door banken blijken de volgende omstandigheden van belang:
- de duur, de mate van exclusiviteit, de omvang en de ingewikkeldheid en het verloop van de kredietrelatie;
- een aanmerkelijke afname van de kredietwaardigheid en/of een toename van het risico dat de bank loopt;
- het gedrag en de betrouwbaarheid van de ondernemer;
- of en in welke mate de ondernemer toerekenbaar tekort is geschoten;
- de kans dat de ondernemer zal overleven en de mate waarin de ondernemer bezig is met een reorganisatie;
- de termijn die de ondernemer wordt gegund om herfinanciering te krijgen bij een andere bank;
- heeft de bank voor de opzegging/verlaging overleg gevoerd met de ondernemer en gewaarschuwd voor opzegging/verlaging;
- heeft de bank bepaalde verwachtingen gewekt, zoals het gedurende een bepaalde periode toestaan dat de kredietlimiet wordt overschreden;
- andere maatschappelijke belangen, zoals het voortbestaan van werkgelegenheid.
De hiervoor genoemde omstandigheden zijn niet limitatief: er kunnen ook andere zaken een rol spelen in de belangenafweging.
Snijders Advocaten hebben recentelijk voor het Gerechtshof Amsterdam bepleit dat in onderhavig geval een grote bank de zorgplicht heeft geschonden, en de bank daardoor aansprakelijk is geworden voor de schade die de ondernemer heeft geleden.
Ook vragen over de bancaire zorgplicht/aansprakelijkheid van banken? Stuur een van onze Snijders Advocaten een bericht.