073 720 02 00

Wat is een verjaringstermijn?

Door Bijgewerkt op Geen categorie

Een verjaringstermijn is een termijn die vanaf een bepaald moment begint te lopen. Is de termijn verstreken? Dan spreken we van verjaring. In Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek zijn de verschillende algemene bepalingen opgenomen welke rechtsvorderingen verjaren en vanaf welk moment de verjaringstermijn begint te lopen en voor welke tijd. De algemene verjaringstermijn is twintig jaar vanaf het moment dat de vordering is ontstaan of vanaf het moment dat de vordering opeisbaar werd. Er zijn ook een stuk kortere verjaringstermijnen. In specifieke gevallen kunnen op grond van speciale wettelijke bepalingen andere verjaringstermijnen gelden dan de algemene termijnen, zoals bijvoorbeeld in het wegvervoersrecht.

Gevolgen van verjaring van schulden of verjaring van een vordering

Als een rechtsvordering is verjaard, kan deze rechtsvordering niet meer worden afgedwongen. Als een rechtsvordering is verjaard, betekent dit echter niet dat deze niet meer bestaat. Na verjaring van schulden of verjaring van vorderingen blijft de verbintenis van de schuldenaar als natuurlijke verbintenis bestaan. Een natuurlijke verbintenis is dus niet meer afdwingbaar maar een natuurlijke verbintenis kan bijvoorbeeld wel worden verrekend, indien de schuldeiser ook een schuld aan zijn schuldenaar heeft. Ook betekent betaling van een reeds verjaarde vordering niet dat de schuldenaar zijn betaling kan terugvorderen als hij er later achter komt dat de vordering eigenlijk was verjaard. De vordering bestond immers nog als natuurlijke verbintenis en er bestaat dan geen grond om deze terug te vorderen. Ook niet op grond van onverschuldigde betaling omdat de betaling nog wel verschuldigd was, alleen deze kon in principe niet meer door schuldeiser worden afgedwongen omdat deze verjaard was.

Verjaring van een vordering tot nakoming

Een veelvoorkomende rechtsvordering die kan verjaren is de vordering tot nakoming van een verbintenis uit overeenkomst. Een dergelijke vordering vloeit meestal voort uit, bijvoorbeeld, geleverde diensten of geleverde producten waarvoor uiteindelijk een factuur is verstuurd. De verkoper/dienstverlener heeft dan een vordering tot nakoming. Deze vordering tot nakoming verjaart op grond van artikel 3:307 lid 1 BW van het Burgerlijk Wetboek vijf jaar vanaf de dag nadat de vordering opeisbaar is geworden. Een verjaringstermijn van een factuur is dus vijf jaar en één dag na de vervaldatum van de factuur. Een factuur die op 31 december 2014 opeisbaar werd, is op 1 januari 2020 verjaard. Een verjaringstermijn van een factuur bewaken is dus van groot belang. Niet alleen de verjaringstermijn van de factuur is daarbij van belang maar ook bijvoorbeeld wettelijke of contractuele rente die kan worden gevorderd over de hoofdsom. Deze sommen verjaren ook na 5 jaar op grond van artikel 3:308 van het Burgerlijk Wetboek.

Stuiting van verjaring van een vordering

Als een vordering dreigt te verjaren heeft de schuldeiser de mogelijkheid om de aanstaande verjaring te stuiten. Dat betekent dat hij ondubbelzinnig zich het recht voor behoudt de rechtsvordering af te dwingen. Bij stuiting van een verjaringstermijn begint een nieuwe verjaringstermijn te lopen die gelijk was aan de verjaringstermijn die door het bericht van de schuldeiser is gestuit.

Vonnissen

Als er sprake is van een rechtsvordering uit hoofde van een vonnis dan verjaart deze na een termijn van 20 jaar. Een vonnis heeft dus, zo zou men kunnen zeggen, een geldigheidsduur van 20 jaar. Echter, ook na het verstrijken van die 20 jaar resteert een natuurlijke verbintenis. De bepalingen uit het vonnis zijn dus 20 jaar na de datum van het vonnis niet geheel nutteloos geworden, het vonnis kan dan echter niet meer afgedwongen worden door middel van bijvoorbeeld tenuitvoerlegging van het vonnis.

Overige bepalingen over verjaring van vorderingen en schulden

De rechter mag niet zelf toetsen of een vordering is verjaard. Dat staat in artikel 3:322 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Dat betekent dus dat partijen die voor de rechter staan zelf expliciet een beroep moeten doen op verjaring. Ook al is het voor de rechter dus nog zo duidelijk dat een vordering verjaard is, mag hij daar niets mee doen als daar geen beroep op wordt gedaan.

In het tweede lid van artikel 3:322 van het Burgerlijk Wetboek is opgenomen dat ook afstand kan worden gedaan van verjaring. De partij die afstand doet van verjaring geeft daarmee aan dat hij tegen zijn wederpartij zich niet op verjaring zal beroepen.

In het derde lid van artikel 3:322 van het Burgerlijk Wetboek is tot slot opgenomen dat geen afstand van verjaring kan worden gedaan voordat er daadwerkelijk sprake is van verjaring. Dat betekent dat het bijvoorbeeld niet mogelijk is om in de overeenkomst of in een set algemene voorwaarden met elkaar af te spreken dat bij voorbaat afstand wordt gedaan van verjaring.

De specialisten van Snijders Incasso helpen u met verjaarde schulden of verjaarde vorderingen

Weet u bijvoorbeeld niet zeker of dat uw vordering op uw schuldenaar is verjaard? Bent u er niet zeker van dat uw schuld aan uw schuldeiser nog wel door de schuldeiser is op te eisen in verband met een verjaringstermijn? Twijfel niet en neem contact op met de specialisten van Snijders Incasso die de mogelijkheden van het incasseren van of verweren tegen een (eventuele) verjaarde vordering met u bespreken.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties