073 720 02 00

Wat is het verschil tussen voogdij en ouderlijk gezag?

Bijgewerkt op Geen categorie

Wij spreken in onze praktijk regelmatig mensen die de term “voogdij” gebruiken waar ze eigenlijk “ouderlijk gezag” bedoelen. In deze blog zullen wij nader ingaan op beide begrippen. Ook zullen wij uitleggen hoe ouderlijk gezag en voogdij moet worden aangevraagd.

Vóór 2 november 1995 kon het begrip voogdij van toepassing zijn op zowel een ouder die na echtscheiding of overlijden van de andere ouder zelfstandig het gezag uitoefende, als op een derde. Dat is nu niet meer het geval. Onze huidige wet kent twee vormen van gezag: het ouderlijk gezag en voogdij. Wat houden beide vormen in, en wat is het verschil tussen voogdij en ouderlijk gezag?

Wat is ouderlijk gezag?

Ouderlijk gezag – de term verraadt het al – wordt door de ouders gezamenlijk, of door één ouder uitgeoefend. Maar ook indien een ouder met een ander dan een ouder het gezag uitoefent, wordt gesproken van ouderlijk gezag. Ouderlijk gezag wordt uitgeoefend over minderjarige kinderen, dus kinderen tot 18 jaar oud.

Ouderlijk gezag aanvragen

Ouderlijk gezag ontstaat van rechtswege (automatisch) als een kind geboren is tijdens het huwelijk of gedurende het geregistreerd partnerschap. Zijn de ouders ongehuwd en niet geregistreerd als partner, dan staat het kind bij de geboorte volgens de hoofdregel van rechtswege onder gezag van alleen de moeder. Gezamenlijk gezag door de ouders ontstaat ná de geboorte alsnog indien de ouders tezamen een huwelijk of geregistreerd partnerschap aangaan, of door een beslissing van de rechter. Bent u niet gehuwd noch geregistreerd partner, dan is er dus actie vereist om samen het ouderlijk gezag te verkrijgen.

Het aanvragen van gezamenlijk ouderlijk gezag gaat via de rechtbank, door middel van een formulier dat door beide ouders ingevuld wordt. Dit formulier kan digitaal worden ingediend of per post. Hiervoor is geen advocaat nodig. Als de aanvraag wordt goedgekeurd, wordt er een aantekening geplaatst in het zogeheten gezagsregister. Vanaf dat moment is in dat register te zien wie er met het ouderlijk gezag over de minderjarige(n) belast is (zijn).

Als de moeder (die al automatisch het ouderlijk gezag uitoefent) niet bereid is mee te werken aan de aanvraag, dan kan de andere ouder de rechter vragen om te beslissen dat ook hij of zij voortaan het ouderlijk gezag uitoefent. In dat geval is wel de tussenkomst van een advocaat noodzakelijk.

Wat is voogdij?

De term voogdij is gereserveerd voor gezagsuitoefening door anderen dan een ouder, en die met uitsluiting van de ouders dat gezag uitoefenen. Voogdij kan worden uitgeoefend door één voogd of door twee voogden gezamenlijk. Net als ouderlijk gezag wordt voogdij uitgeoefend over minderjarige kinderen.

Voogdij regelen / voogdij aanvragen

Voogdij over een kind wordt op meerdere manieren geregeld, althans kan op meerdere manieren  ontstaan:

  • door een beslissing van de rechter;
  • doordat een ouder die het gezag vóór zijn overlijden uitoefende in zijn testament óf door middel van een aantekening in het gezagsregister heeft laten vastleggen wie er voogd wordt ná zijn overlijden;
  • van rechtswege door het overlijden van een ouder die tezamen met een ander dan een ouder het gezag uitoefende.

De voogdij regelen zoals de tweede bulletpoint vermeldt, is enkel voorbehouden aan de ouder en niet aan de voogd. Mocht een ouder met een ander die niet de ouder is gezag over het kind uitoefenen, kan dus die ander géén voogd in zijn testament benoemen in het geval híj zou overlijden.

Als er nog een overlevende ouder is die op het moment van overlijden van de andere ouder niet het gezag uitoefende, dan heeft die overlevende ouder de voorkeur, óók al had de overleden ouder een voogd benoemd in zijn testament. Als er na overlijden al een voogd ís (zoals onder de derde bulletpoint vermeld), dan kan de overlevende ouder de rechter vragen om hem alsnog met het ouderlijk gezag te belasten.

Meer weten?

Wilt u meer weten over het ouderlijk gezag of voogdij, of heeft u naar aanleiding van het voorgaande vragen? Neem dan contact met ons op. Rianne & Jitka staan u graag te woord.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties