073 720 02 00

Welke rol heeft het kort geding in het aanbestedingsrecht?

Door Gepubliceerd op 15 november 2022 Geen categorie

Overheidsinstanties en bedrijven (maar vooral overheidsinstanties) maken geregeld gebruik van een aanbestedingsprocedure voor de inkoop van diensten of voor bijvoorbeeld het bouwen van een tunnel of gebouw. In een aanbestedingsprocedure wordt een leverancier of aannemer door middel van een heldere procedure aan de hand van duidelijke vereisten geselecteerd. Althans, dit probeert de aanbestedende dienst in ieder geval.

Geregeld ontstaan er geschillen over onduidelijke procedures, gunningscriteria of over de gunningsbeslissingen van de aanbestedende dienst. Deze geschillen mogen vervolgens niet te lang duren omdat de aanbestedingsprocedure dan te lang stil ligt en dit uiteraard onwenselijk wordt geacht. Om deze reden wordt veelvuldig gebruik gemaakt van het kort geding als rechtsmiddel voor het oplossen van deze geschillen.

Aanbestedingsrechtelijk kort geding

Een kort geding is een verkorte gerechtelijke procedure waarvan gebruik kan worden gemaakt in spoedeisende gevallen. De uitspraak van de kort geding-rechter (voorzieningenrechter) is een voorlopig oordeel, maar in de praktijk leggen partijen zich vaak bij de uitspraak van de voorzieningenrechter neer. Doorgaans vindt de mondelinge behandeling van het kort geding al binnen zes weken plaats en wordt er binnen twee weken nadien al een vonnis gewezen. Om deze reden is het kort geding een goed middel voor procedures in de aanbesteding, om deze procedures niet te lang stil te laten liggen.

Het is dan ook niet vreemd dat in de aanbestedingsdocumentatie (die alle procedureregels en gunningscriteria bevat) tegenwoordig steeds vaker korte termijnen worden opgenomen waarbinnen tegen een bepaalde beslissing of aanvang van een nieuwe fase in de aanbestedingsprocedure moet worden opgekomen door het aanhangig maken van een kort geding. Zo kan de aanbestedingsdocumentatie regelen dat, wanneer een leverancier of aannemer het niet eens is met de gunningscriteria, deze leverancier of aannemer hiertegen meteen moet protesteren en/of een kort geding aanhangig moet maken. Het kort geding heeft dan als doel dat de voorzieningenrechter de aanbestedende dienst beveelt om de gunningscriteria te wijzigen of zelfs beveelt tot het staken van de aanbestedingsprocedure c.q. beveelt tot (her)aanbesteding van de procedure.

Ook wanneer een aanbestedende dienst een bepaalde (gunnings)beslissing neemt, dan dient daar vaak op korte termijn een kort geding tegen aanhangig te worden gemaakt, anders komt de gunningsbeslissing mogelijk vast te staan. De voorzieningenrechter kan in een dusdanig kort geding de aanbestedende dienst verbieden om de aanbesteding aan de desbetreffende partij te gunnen, of uiteraard de vordering van de eisende partij afwijzen.

Wordt er tegen, bijvoorbeeld, een gunningsbeslissing niet tijdig een kort geding aanhangig gemaakt, dan is de kans groot dat de gunningsbeslissing vast is komen te staan en dat hiertegen in rechte niet meer kan worden opgetreden. De aanbestedende dienst mag door met het gevolg geven aan haar gunningsbeslissing.

Geen kort geding aanhangig gemaakt, toch recht op schadevergoeding

Het hoeft niet altijd zo te zijn dat het niet aanhangig maken van een kort geding leidt tot verval van alle rechten. Zo oordeelde de rechtbank Amsterdam in 2015 (ECLI:NL:RBAMS:2015:9752) dat een partij die geen kort geding aanhangig had gemaakt tegen een gunningsbeslissing, haar rechten niet had verspeeld om een schadevergoeding te vorderen vanwege de door de aanbestedende dienst onrechtmatig genomen gunningsbeslissing (in strijd met de gunningscriteria). De rechtbank overwoog dat, hoewel deze partij zich bij de onrechtmatige gunningsbeslissing heeft neergelegd door geen kort geding aanhangig te maken, het recht van deze partij om een schadevergoeding te vorderen niet was vervallen. Volgens de rechtbank was deze partij niet gehouden om een kort geding aan te spannen, enkel en alleen om haar rechten veilig te stellen, zonder enig ander belang bij het kort geding. Dit terwijl een vordering tot schadevergoeding vorderen in een kort geding zinloos en kansloos zou zijn (het vorderen van een geldsom in een kort geding gaat gepaard met specifieke vereisten waaraan in die procedure niet voldaan kon worden).

De rechtbank oordeelde dus dat de eisende partij haar rechten om een schadevergoeding niet heeft verspeeld door geen kort geding aanhangig te maken. Deze rechter vond niet dat deze partij gehouden was om een zin- en kansloos kort geding aanhangig te maken, alleen maar om het recht te behouden om een schadevergoeding te vorderen. Dat ging deze rechtbank te ver.

Zo is de keus om wel of niet een kort geding aanhangig te maken een keus die afhankelijk is van de omstandigheden van de situatie en van het gewenste resultaat (bijvoorbeeld: schadevergoeding of optreden tegen de gunning). Wel valt het in veel gevallen aan te raden om tijdig een kort geding aanhangig te maken. Heeft u hulp nodig bij deze keuze? Of heeft u juridische bijstand nodig bij het te voeren kort geding? Neem dan (vrijblijvend) contact met ons op.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties