De vaststellingsovereenkomst in het arbeidsrecht
Wat is een vaststellingsovereenkomst
Een vaststellingsovereenkomst is – kort gezegd – een overeenkomst waarin partijen afspraken vastleggen ter voorkoming of beëindiging van een onzekerheid of geschil.
Ontslag met wederzijds goedvinden
Indien een werkgever het dienstverband met een van zijn werknemers wil beëindigen, bijvoorbeeld omdat de werknemer disfunctioneert of omdat de werknemer langdurig arbeidsongeschikt is, dient de werkgever een procedure aanhangig te maken bij de kantonrechter of het UWV. Ter voorkoming van een vaak tijdrovende (onzekere) en kostbare procedure, kan een werkgever met zijn werknemer in overleg treden om te bezien of zij afspraken kunnen maken op grond waarvan het dienstverband zal worden beëindigd. Als dat lukt, dienen de afspraken te worden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst, ook wel beëindigingsovereenkomst genoemd.
Inhoud van een vaststellingsovereenkomst
Wat partijen tenminste in de vaststellingsovereenkomst dienen op te nemen zijn onder andere de naam en adresgegevens van partijen, de arbeidsduur en het laatstelijk genoten (bruto) salaris, de reden van beëindiging, de datum waarop het dienstverband zal eindigen en tot slot de optie voor de werknemer om binnen 14 dagen na ondertekening van de vaststellingsovereenkomst deze te herroepen (wettelijke bedenktijd).
Verder kunnen er afspraken worden gemaakt over bijvoorbeeld het vrijstellen van een werknemer met of zonder behoud van loon, de financiële afwikkeling van het dienstverband, terugbetaling van een eventuele (studie)schuld, een vergoeding in de kosten voor rechtsbijstand, geheimhouding en of werknemer na einde dienstverband gebonden blijft aan een overeengekomen concurrentie- en of relatiebeding.
Vaststellingsovereenkomst en WW-uitkering
Om de WW-rechten van een werknemer veilig te stellen, dient de vaststellingsovereenkomst aan een aantal voorwaarden te voldoen. Zo moet uit de vaststellingsovereenkomst voldoende blijken dat het initiatief voor beëindiging van het dienstverband bij werkgever ligt, het ontslag geen verband houdt met een door werknemer veroorzaakte dringen reden voor ontslag (ontslag op staande voet) en dat werknemer van de beëindiging van het dienstverband geen enkel verwijt treft. Tot slot, al is dit niet verplicht, dient de werkgever de voor hem geldende opzegtermijn in acht te nemen. Na het verstrijken van de (fictieve) opzegtermijn heeft een werknemer namelijk pas recht op een WW-uitkering. Let wel, uiteindelijk is het aan het UWV om te beoordelen of een werknemer wel of geen recht heeft op een WW-uitkering.
Vaststellingsovereenkomst bij ziekte
De arbeidsovereenkomst met een arbeidsongeschikte werknemer kan in beginsel gedurende de eerste twee jaren van ziekte en arbeidsongeschiktheid niet door de werkgever worden opgezegd c.q. beëindigd. Het is voor de werknemer dan ook niet verstandig om akkoord te gaan met een vaststellingsovereenkomst terwijl hij arbeidsongeschikt is. Dit kan namelijk invloed hebben op zijn recht op een WW-uitkering. Indien een werknemer ziek uit dienst gaat en hij vraagt een ZW-uitkering aan bij het UWV, dan zal het UWV oordelen dat de werknemer een benadelingshandeling heeft gepleegd. Doordat de werknemer ziek uit dienst is gegaan, wordt het UWV namelijk benadeeld. De werkgever heeft immers gedurende de eerste twee jaren van arbeidsongeschiktheid de verplichting om ten minste 70% van het loon door te betalen. En omdat de werknemer arbeidsongeschikt is, zal hij ook niet kunnen solliciteren. De werknemer is in dat geval niet beschikbaar voor de arbeidsmarkt. Om die reden zal het UWV ook geen WW-uitkering toekennen.
Ondanks dat kan in sommige situaties een vaststellingsovereenkomst toch uitkomst bieden. Op het moment dat de werknemer ten minste 28 dagen hersteld gemeld is, gaat hij arbeidsgeschikt uit dienst. Daarmee pleegt de werknemer geen benadelingshandeling en komt hij in principe in aanmerking voor een WW-uitkering. Let wel: de werknemer moet dan wel daadwerkelijk beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt.
Daarnaast kan ook het beëindigen van de arbeidsrelatie een belangrijke stap zijn in het herstel van de werknemer. Bijvoorbeeld in situaties waarin het werk of de relatie met werkgever de arbeidsongeschiktheid heeft veroorzaakt, ook wel situatieve arbeidsongeschiktheid genoemd.
Tip: indien een beëindiging van de arbeidsovereenkomst tijdens arbeidsongeschiktheid gewenst is, betrek hierin dan de bedrijfsarts. De bedrijfsarts is immers de aangewezen persoon om te bepalen of de werknemer spoedig zal herstellen en tot beëindiging kan worden overgegaan of herstelt zodra het dienstverband is beëindigd.
Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande nog vragen hebben of hebt u hulp nodig? Neem dan contact met ons op. Wij helpen u graag verder.