073 720 02 00
Nieuws

De vaststellingsovereenkomst in het arbeidsrecht

Bijgewerkt op Nieuws

Wat is een vaststellingsovereenkomst

Een vaststellingsovereenkomst is – kort gezegd – een overeenkomst waarin partijen afspraken vastleggen ter voorkoming of beëindiging van een onzekerheid of geschil.

Ontslag met wederzijds goedvinden

Indien een werkgever het dienstverband met een van zijn werknemers wil beëindigen,  bijvoorbeeld omdat de werknemer disfunctioneert of omdat de werknemer langdurig arbeidsongeschikt is, dient de werkgever een procedure aanhangig te maken bij de kantonrechter of het UWV. Ter voorkoming van een vaak tijdrovende (onzekere) en kostbare procedure, kan een werkgever met zijn werknemer in overleg treden om te bezien of zij afspraken kunnen maken op grond waarvan het dienstverband zal worden beëindigd. Als dat lukt, dienen de afspraken te worden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst, ook wel beëindigingsovereenkomst genoemd.

Inhoud van een vaststellingsovereenkomst

Wat partijen tenminste in de vaststellingsovereenkomst dienen op te nemen zijn onder andere de naam en adresgegevens van partijen, de arbeidsduur en het laatstelijk genoten (bruto) salaris, de reden van beëindiging, de datum waarop het dienstverband zal eindigen en tot slot de optie voor de werknemer om binnen 14 dagen na ondertekening van de vaststellingsovereenkomst deze te herroepen (wettelijke bedenktijd).

Verder kunnen er afspraken worden gemaakt over bijvoorbeeld het vrijstellen van een werknemer met of zonder behoud van loon, de financiële afwikkeling van het dienstverband, terugbetaling van een eventuele (studie)schuld, een vergoeding in de kosten voor rechtsbijstand, geheimhouding en of werknemer na einde dienstverband gebonden blijft aan een overeengekomen concurrentie- en of relatiebeding.

Vaststellingsovereenkomst en WW-uitkering

Om de WW-rechten van een werknemer veilig te stellen, dient de vaststellingsovereenkomst aan een aantal voorwaarden te voldoen. Zo moet uit de vaststellingsovereenkomst voldoende blijken dat het initiatief voor beëindiging van het dienstverband bij werkgever ligt, het ontslag geen verband houdt met een door werknemer veroorzaakte dringen reden voor ontslag (ontslag op staande voet) en dat werknemer van de beëindiging van het dienstverband geen enkel verwijt treft. Tot slot, al is dit niet verplicht, dient de werkgever de voor hem geldende opzegtermijn in acht te nemen. Na het verstrijken van de (fictieve) opzegtermijn heeft een werknemer namelijk pas recht op een WW-uitkering. Let wel, uiteindelijk is het aan het UWV om te beoordelen of een werknemer wel of geen recht heeft op een WW-uitkering.

Vaststellingsovereenkomst bij ziekte

De arbeidsovereenkomst met een arbeidsongeschikte werknemer kan in beginsel gedurende de eerste twee jaren van ziekte en arbeidsongeschiktheid niet door de werkgever worden opgezegd c.q. beëindigd. Het is voor de werknemer dan ook niet verstandig om akkoord te gaan met een vaststellingsovereenkomst terwijl hij arbeidsongeschikt is. Dit kan namelijk invloed hebben op zijn recht op een WW-uitkering. Indien een werknemer ziek uit dienst gaat en hij vraagt een ZW-uitkering aan bij het UWV, dan zal het UWV oordelen dat de werknemer een benadelingshandeling heeft gepleegd. Doordat de werknemer ziek uit dienst is gegaan, wordt het UWV namelijk benadeeld. De werkgever heeft immers gedurende de eerste twee jaren van arbeidsongeschiktheid de verplichting om ten minste 70% van het loon door te betalen. En omdat de werknemer arbeidsongeschikt is, zal hij ook niet kunnen solliciteren. De werknemer is in dat geval niet beschikbaar voor de arbeidsmarkt. Om die reden zal het UWV ook geen WW-uitkering toekennen.

Ondanks dat kan in sommige situaties een vaststellingsovereenkomst toch uitkomst bieden. Op het moment dat de werknemer ten minste 28 dagen hersteld gemeld is, gaat hij arbeidsgeschikt uit dienst. Daarmee pleegt de werknemer geen benadelingshandeling en komt hij in principe in aanmerking voor een WW-uitkering. Let wel: de werknemer moet dan wel daadwerkelijk beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt.

Daarnaast kan ook het beëindigen van de arbeidsrelatie een belangrijke stap zijn in het herstel van de werknemer. Bijvoorbeeld in situaties waarin het werk of de relatie met werkgever de arbeidsongeschiktheid heeft veroorzaakt, ook wel situatieve arbeidsongeschiktheid genoemd.

Tip: indien een beëindiging van de arbeidsovereenkomst tijdens arbeidsongeschiktheid gewenst is, betrek hierin dan de bedrijfsarts. De bedrijfsarts is immers de aangewezen persoon om te bepalen of de werknemer spoedig zal herstellen en tot beëindiging kan worden overgegaan of herstelt zodra het dienstverband is beëindigd.

Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande nog vragen hebben of hebt u hulp nodig? Neem dan contact met ons op. Wij helpen u graag verder.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties