De voorlopige voorziening tijdens een scheiding
Als het echtgenoten niet lukt om (tijdelijke) afspraken te maken over de (gevolgen van de) voorgenomen scheiding, dan dient de rechter hierover te beslissen. Een dergelijke scheidingsprocedure duurt lang; veelal één tot twee jaar. Als er dringend zaken moeten worden geregeld, dan kan een voorlopige voorziening wenselijk zijn. De rechter geeft dan een ordemaatregel op bepaalde onderwerpen. Op die manier kan daarover toch enige rust en zekerheid komen. Dat is wel zo prettig in de vaak emotionele en hectische periode van het uit elkaar gaan en de scheidingsprocedure. In deze blog wordt ingegaan op de voorlopige voorzieningen bij scheiding.
Wat is een voorlopige voorzieningenprocedure?
Een voorlopige voorzieningenprocedure is een speciale procedure naast de scheidingsprocedure. Een dergelijke procedure kan worden gestart tijdens de scheidingsprocedure of reeds daarvoor. Dus na het verbreken van de affectieve relatie, maar vóór de indiening van het scheidingsverzoek. Het kan ook gelijktijdig; het scheidingsverzoek kan ook een verzoek tot het treffen van voorlopige voorzieningen bevatten. De voorlopige voorzieningen die de rechter treft, gelden voor de duur van de scheidingsprocedure.
Welke voorlopige voorzieningen zijn er?
De wet geeft een limitatieve opsomming van de voorlopige voorzieningen voor de duur van de scheidingsprocedure:
- het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning;
- het beschikbaar stellen van bepaalde goederen die strekken tot het dagelijks gebruik of dat van de kinderen;
- de toevertrouwing van de kinderen;
- een voorlopige zorgregeling;
- een voorlopige kinder- en of partneralimentatie.
Het is overigens niet zo dat er geen andere ordemaatregelen kunnen worden genomen, maar dat kan dan niet in de voorlopige voorzieningenprocedure bij scheidingen. Dan dient er een kort geding te worden gestart. Hiervoor dient er wel sprake te zijn van spoedeisend belang (en een rechtsgrond). Als voorbeeld kan worden gedacht aan een straat- en/of contactverbod.
Wie mag in het huis blijven wonen na de scheiding?
Als de situatie in huis onhoudbaar is geworden in het kader van de voorgenomen scheiding en het lukt partijen niet om afspraken te maken over het gebruik van de woning, dan kan de rechter hierover een (tijdelijke) beslissing nemen. Als de rechter beslist dat de ene echtgenoot de woning met uitsluiting van de ander mag gebruiken, dan dient die andere echtgenoot de woning te verlaten. Wie de woning met uitsluiting van de ander mag gebruiken, hangt af van alle omstandigheden van het geval. Daarbij kan worden gedacht aan wie het merendeel van de zorgtaken van de kinderen op zich neemt, of iemand vervangende woonruimte heeft, of iemand zijn beroep of bedrijf uitoefent in de echtelijke woning, etc. Het is overigens niet van belang van wie deze woning is. Het gaat erom dat de woning gezamenlijk is bewoond.
Het beschikbaar stellen van zaken die strekken tot dagelijks gebruik
Het wil wel eens voorkomen dat de echtgenoot die de echtelijke woning moet verlaten allerlei goederen net voor de ontruiming elders laat onderbrengen. De rechter kan worden verzocht om te bepalen dat de ene echtgenoot goederen die strekken tot het dagelijks gebruik beschikbaar stelt aan de andere echtgenoot. Het gaat dus niet om de verdeling van de inboedel. Het is slechts een ordemaatregel. Gedacht kan worden aan kleding, toiletspullen, sieraden, sportspullen of speelgoed voor de kinderen.
De toevertrouwing van de kinderen
De voorlopige toevertrouwing van de kinderen houdt in wie de feitelijke zorg voor de kinderen op zich mag nemen. Vaak is het echter wel duidelijk welke ouder het meeste voor de kinderen thuis is, het is veelal de zorgregeling waarover discussie ontstaat.
De voorlopige zorgregeling
Als de kinderen voorlopig worden toevertrouwd aan de ene ouder, dan is het de vraag wanneer en voor hoe lang ze naar de andere ouder gaan. Hoe de zorgregeling precies moet worden ingevuld, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval (feitelijke invulling tijdens het huwelijk, mogelijkheden werktijden, woonsituatie, reisafstand tussen de twee woningen etc.).
De voorlopige kinder- en/of partneralimentatie
Ook over de financiën kunnen voorzieningen worden getroffen. Zo kan de rechter een voorlopige kinder- en/of partneralimentatie vaststellen. De wijze van vaststelling is hetzelfde als in de scheidingsprocedure, alleen is er minder ruimte voor discussie nu het een ordemaatregel betreft.
Wie kan een voorlopige voorzieningenprocedure starten?
Een verzoekschrift tot het treffen van voorlopige voorzieningen moet door een advocaat worden gestart. Er geldt verplichte procesvertegenwoordiging.
Hoe lang duurt deze voorlopige procedure?
De wet bepaalt dat er binnen drie weken nadat het verzoekschrift tot het treffen van voorlopige voorzieningen is ingediend, een mondelinge behandeling (zitting) moet plaatsvinden. De rechter beslist vervolgens zo snel mogelijk. Dat kan reeds tijdens de zitting, maar veelal is dat binnen twee weken na de zitting. Er kan dus op relatief korte termijn duidelijkheid komen.
Is hoger beroep mogelijk?
Het is niet mogelijk om in beroep te gaan tegen de uitspraak van de rechter in een voorlopige voorzieningenprocedure. U zult moeten wachten totdat er uitspraak wordt gedaan over de definitieve gevolgen van de scheiding. Dan wordt immers beslist over de (definitieve) alimentaties, de verdeling van de woning en/of het voortgezet gebruik daarvan en de (definitieve) verdeling van de zorg- en opvoedingstaken van de kinderen.
Meer informatie?
Wil u meer weten over de voorlopige voorzieningenprocedure en/of een voorlopige voorzieningenprocedure laten opstarten, neem dan contact op met een van onze familierechtspecialisten: mr. Jitka Swinkels of mr. Rianne Verlijsdonk-Gerards.