073 720 02 00

De voorlopige voorziening tijdens een scheiding

Gepubliceerd op 21 juni 2022 Geen categorie

Als het echtgenoten niet lukt om (tijdelijke) afspraken te maken over de (gevolgen van de) voorgenomen scheiding, dan dient de rechter hierover te beslissen. Een dergelijke scheidingsprocedure duurt lang; veelal één tot twee jaar. Als er dringend zaken moeten worden geregeld, dan kan een voorlopige voorziening wenselijk zijn. De rechter geeft dan een ordemaatregel op bepaalde onderwerpen. Op die manier kan daarover toch enige rust en zekerheid komen. Dat is wel zo prettig in de vaak emotionele en hectische periode van het uit elkaar gaan en de scheidingsprocedure. In deze blog wordt ingegaan op de voorlopige voorzieningen bij scheiding.

Wat is een voorlopige voorzieningenprocedure?

Een voorlopige voorzieningenprocedure is een speciale procedure naast de scheidingsprocedure. Een dergelijke procedure kan worden gestart tijdens de scheidingsprocedure of reeds daarvoor. Dus na het verbreken van de affectieve relatie, maar vóór de indiening van het scheidingsverzoek. Het kan ook gelijktijdig; het scheidingsverzoek kan ook een verzoek tot het treffen van voorlopige voorzieningen bevatten. De voorlopige voorzieningen die de rechter treft, gelden voor de duur van de scheidingsprocedure.

Welke voorlopige voorzieningen zijn er?

De wet geeft een limitatieve opsomming van de voorlopige voorzieningen voor de duur van de scheidingsprocedure:

  1. het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning;
  2. het beschikbaar stellen van bepaalde goederen die strekken tot het dagelijks gebruik of dat van de kinderen;
  3. de toevertrouwing van de kinderen;
  4. een voorlopige zorgregeling;
  5. een voorlopige kinder- en of partneralimentatie.

Het is overigens niet zo dat er geen andere ordemaatregelen kunnen worden genomen, maar dat kan dan niet in de voorlopige voorzieningenprocedure bij scheidingen. Dan dient er een kort geding te worden gestart. Hiervoor dient er wel sprake te zijn van spoedeisend belang (en een rechtsgrond). Als voorbeeld kan worden gedacht aan een straat- en/of contactverbod.

Wie mag in het huis blijven wonen na de scheiding?

Als de situatie in huis onhoudbaar is geworden in het kader van de voorgenomen scheiding en het lukt partijen niet om afspraken te maken over het gebruik van de woning, dan kan de rechter hierover een (tijdelijke) beslissing nemen. Als de rechter beslist dat de ene echtgenoot de woning met uitsluiting van de ander mag gebruiken, dan dient die andere echtgenoot de woning te verlaten. Wie de woning met uitsluiting van de ander mag gebruiken, hangt af van alle omstandigheden van het geval. Daarbij kan worden gedacht aan wie het merendeel van de zorgtaken van de kinderen op zich neemt, of iemand vervangende woonruimte heeft, of iemand zijn beroep of bedrijf uitoefent in de echtelijke woning, etc. Het is overigens niet van belang van wie deze woning is. Het gaat erom dat de woning gezamenlijk is bewoond.

Het beschikbaar stellen van zaken die strekken tot dagelijks gebruik

Het wil wel eens voorkomen dat de echtgenoot die de echtelijke woning moet verlaten allerlei goederen net voor de ontruiming elders laat onderbrengen. De rechter kan worden verzocht om te bepalen dat de ene echtgenoot goederen die strekken tot het dagelijks gebruik beschikbaar stelt aan de andere echtgenoot. Het gaat dus niet om de verdeling van de inboedel. Het is slechts een ordemaatregel. Gedacht kan worden aan kleding, toiletspullen, sieraden, sportspullen of speelgoed voor de kinderen.

De toevertrouwing van de kinderen

De voorlopige toevertrouwing van de kinderen houdt in wie de feitelijke zorg voor de kinderen op zich mag nemen. Vaak is het echter wel duidelijk welke ouder het meeste voor de kinderen thuis is, het is veelal de zorgregeling waarover discussie ontstaat.

De voorlopige zorgregeling

Als de kinderen voorlopig worden toevertrouwd aan de ene ouder, dan is het de vraag wanneer en voor hoe lang ze naar de andere ouder gaan. Hoe de zorgregeling precies moet worden ingevuld, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval (feitelijke invulling tijdens het huwelijk, mogelijkheden werktijden, woonsituatie, reisafstand tussen de twee woningen etc.).

De voorlopige kinder- en/of partneralimentatie

Ook over de financiën kunnen voorzieningen worden getroffen. Zo kan de rechter een voorlopige kinder- en/of partneralimentatie vaststellen. De wijze van vaststelling is hetzelfde als in de scheidingsprocedure, alleen is er minder ruimte voor discussie nu het een ordemaatregel betreft.

Wie kan een voorlopige voorzieningenprocedure starten?

Een verzoekschrift tot het treffen van voorlopige voorzieningen moet door een advocaat worden gestart. Er geldt verplichte procesvertegenwoordiging.

Hoe lang duurt deze voorlopige procedure?

De wet bepaalt dat er binnen drie weken nadat het verzoekschrift tot het treffen van voorlopige voorzieningen is ingediend, een mondelinge behandeling (zitting) moet plaatsvinden. De rechter beslist vervolgens zo snel mogelijk. Dat kan reeds tijdens de zitting, maar veelal is dat binnen twee weken na de zitting. Er kan dus op relatief korte termijn duidelijkheid komen.

Is hoger beroep mogelijk?

Het is niet mogelijk om in beroep te gaan tegen de uitspraak van de rechter in een voorlopige voorzieningenprocedure. U zult moeten wachten totdat er uitspraak wordt gedaan over de definitieve gevolgen van de scheiding. Dan wordt immers beslist over de (definitieve) alimentaties, de verdeling van de woning en/of het voortgezet gebruik daarvan en de (definitieve) verdeling van de zorg- en opvoedingstaken van de kinderen.

Meer informatie?

Wil u meer weten over de voorlopige voorzieningenprocedure en/of een voorlopige voorzieningenprocedure laten opstarten, neem dan contact op met een van onze familierechtspecialisten: mr. Jitka Swinkels of mr. Rianne Verlijsdonk-Gerards.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties