073 720 02 00

Dit zijn de rechten van een biologische en/of juridische vader zonder ouderlijk gezag

Bijgewerkt op Geen categorie

Gehuwden en geregistreerd partners die samen een kind krijgen, krijgen automatisch gezamenlijk gezag over dat kind. Maar wat is dat eigenlijk?

En wat als u als vader géén ouderlijk gezag uitoefent over uw kind? Of zelfs uw kind niet hebt erkend? Welke rechten hebt u dan?

Ouderlijk gezag

Een ouder met gezag is bevoegd om beslissingen over zijn of haar minderjarige kind te nemen. Daarbij kun je denken aan het nemen van medische beslissingen, de schoolkeuze en de keuze voor de woonplaats van het kind. Als er twee ouders zijn die het gezag uitoefenen, wordt gesproken van gezamenlijk (ouderlijk) gezag. Zij moeten beslissingen altijd in onderling overleg, en met wederzijds goedvinden nemen.

Biologisch vader vs. juridisch vader

Een kind heeft altijd biologische ouders. Een biologische ouder is echter niet vanzelfsprekend de juridische ouder van het kind. Daarnaast oefent een biologische en/of juridische vader niet automatisch het ouderlijk gezag uit over een kind. We leggen dit uit.

De vrouw uit wie een kind geboren wordt, is automatisch juridisch moeder van het kind. Dit volgt uit onze wet. Een man die getrouwd is, of een geregistreerd partnerschap heeft met de moeder van het kind op het moment dat het kind geboren wordt, is (ook) automatisch de juridische vader van het kind.

Als de man echter géén relatie met de moeder heeft, of “slechts” samenwoont met de moeder, verwerft hij de status van juridisch vader niet automatisch. In die gevallen moet de man het kind erkennen. Dit kan door vóór, of na de geboorte aangifte te doen bij de burgerlijke stand van de gemeente. Doet de man dat niet, of geeft de vrouw geen toestemming, dan komt er geen familierechtelijke betrekking tussen vader en kind vast te staan. Dat betekent niet, dat een (biologische) vader geen rechten (of verplichtingen) heeft ten opzichte van het kind.

Als een vader zijn kind (nog) niet heeft erkend, maar wel betrokken is bij de verzorging en opvoeding, kan hij aanspraak maken op bepaalde rechten, zoals het recht op contact met zijn kind. Er is in dat geval namelijk sprake van “family life”. Dit is vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens geeft een omschrijving van “family life”. Kort samengevat, heeft iedereen die in een nauwe, persoonlijke betrekking staat tot het kind, recht op omgang. Dit geldt dus ook voor de biologische vader, zelfs als erkenning niet heeft plaatsgevonden. Overigens heeft een biologisch vader niet alleen rechten, maar ook plichten. Zo kan de moeder van het kind om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding (ook wel kinderalimentatie) vragen.

Als een man zijn kind wél erkend heeft, heeft hij (in beginsel) ook recht op contact/omgang. Hij hoeft daarvoor geen “family life” aan te tonen. Het kind wordt door erkenning bovendien erfgenaam van de vader, en net als de biologische vader heeft de juridische vader plichten ten opzichte van het kind, zoals een onderhoudsplicht.

Erkenning ≠ gezag!

Waar veel gezinnen niet bij stil staan, is dat het erkennen van een kind door de vader niet betekent dat hij daardoor óók het ouderlijk gezag over het kind uitoefent. Op grond van onze wet oefent enkel de moeder (mits zij meerderjarig is) automatisch het ouderlijk gezag uit over het kind. Voor de vader bestaat de mogelijkheid om het gezamenlijk gezag met moeder te verkrijgen, maar daarvoor heeft hij wel de medewerking van de moeder nodig. Als alleen de moeder met het ouderlijk gezag belast is, heeft zij het recht om belangrijke beslissingen over het kind alleen te nemen.

Mogelijkheden

In de situatie dat de moeder van uw kind niet meewerkt aan het aanvragen van gezamenlijk ouderlijk gezag, kunt u de rechtbank vragen om u met het (gezamenlijk) ouderlijk gezag te belasten. Voor het indienen van dat verzoek hebt u een advocaat nodig.

Het verzoek wordt in beginsel toegewezen, tenzij de beslissing niet in het belang van het kind is. Dat kan het geval zijn indien het kind bij gezamenlijk gezag klem dreigt te raken tussen zijn ouders. Daarvan zou sprake kunnen zijn indien de verstandhouding tussen ouders zó slecht is, dat zij het over belangrijke beslissingen steeds niet eens (kunnen) worden. Het kind zou dan, bij toewijzing, in een voortdurende conflictsituatie terecht komen en dat is niet in zijn belang. Overigens wordt in de meeste gevallen de Raad voor de Kinderbescherming door de rechtbank om advies gevraagd voordat er een beslissing genomen wordt.

Let op: u kunt dit verzoek alleen indienen als u het kind al wél hebt erkend! Is dat niet het geval, dan zult u de rechtbank eerst om vervangende toestemming moeten vragen voor het erkennen van het kind. Ook daarvoor hebt u een advocaat nodig.

Slot

Wilt u meer weten over uw rechten (en plichten) als vader? Mr. J.A. Swinkels en mr. R.A.M. Verlijsdonk staan u graag te woord.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties