073 720 02 00

Een verplichting tot feestdagencompensatie?

Door Gepubliceerd op 28 november 2022 Geen categorie

Met de feestdagen in aantocht liggen discussies over werken op feestdagen weer op de loer. De algemene regels omtrent feestdagen en het recht op loon en/of verlof laten wij voor nu buiten beschouwing. Meestal zijn de regels namelijk opgenomen in de van toepassing zijnde cao, individuele arbeidsovereenkomst en/of personeelsreglement en dat is – over het algemeen – niet voor discussie vatbaar.

Meer interessant is de vraag of er voor werkgever een verplichting bestaat om parttimers te compenseren voor (het verlies van) feestdagen ten opzichte van fulltimers. Deze discussie stond namelijk centraal bij een recente zaak van het College voor de Rechten van de Mens en deze uitspraak roept een aantal (juridische) vragen op.

Casus

In de zaak bij het College voor de Rechten van de Mens ging het om een werknemer met een parttime dienstverband van vier dagen per week. Met als vaste vrije dag de maandag. Doordat er relatief gezien meer feestdagen op een maandag vielen, profiteerden de collega’s die fulltime werkten – naar rato – meer van de feestdagen dan werknemer. Dat was reden voor werknemer om compensatie te vragen, maar werkgever weigerde dat. De zaak komt bij het College voor de Rechten van de Mens, waarbij de vraag centraal stond of er sprake was van een (verboden) onderscheid tussen parttimers en fulltimers, door werknemer niet te compenseren voor de feestdagen die op de vrije dag vielen.

Juridisch kader

In de wet is bepaald dat een werkgever – kort gezegd – in beginsel geen onderscheid mag maken in de voorwaarden waaronder een arbeidsovereenkomst wordt aangegaan, voortgezet dan wel opgezegd, op grond van een verschil in arbeidsduur. Een dergelijk onderscheid is namelijk verboden, tenzij daarvoor een objectieve rechtvaardigingsgrond is.

Oordeel

Allereerst stelde het College voor de Rechten van de Mens vast dat het doel van werkgever, namelijk de vrijheid van werkgever om de onderneming naar eigen inzicht te kunnen exploiteren middels een handzaam rooster, een legitiem doel zonder discriminerend oogmerk was.

Echter, het gekozen middel van werkgever, te weten werknemers bij aanvang van het dienstverband de keuze te geven voor vaste vrije dagen te kiezen en geen compensatie aan te bieden, was weliswaar geschikt, maar niet noodzakelijk. Anders gezegd: werkgever had óók een ander passend middel kunnen kiezen, namelijk het alternatief van het jaaruren systeem.

Het jaaruren systeem houdt – kort gezegd – in dat in elk jaar het aantal werkdagen in dat jaar worden vastgesteld. Het gaat dus om het totale aantal dagen per jaar minus de weekenden en de erkende feestdagen die niet in het weekeinde vallen. Dit aantal werkdagen gedeeld door vijf levert het aantal werkweken per jaar op. Dat wordt vervolgens vermenigvuldigd met de gemiddelde arbeidsduur per werknemer per week. Het totaal is dan het aantal uren dat een werknemer per jaar moet werken. Met dit systeem zijn de feestdagen voor iedere werknemer in het jaaruren systeem verdisconteerd en wel naar rato van het dienstverband.

Terug naar de casus en het oordeel van het College voor de Rechten van de Mens. Nu werkgever in deze zaak geen (gegronde) redenen had aangevoerd waarom een dergelijk systeem niet mogelijk was, kon het College voor de Rechten van de Mens niet anders dan concluderen dat het onderscheid op grond van arbeidsduur niet objectief gerechtvaardigd was – en dus verboden.

Gevolg

Alhoewel de uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens juridisch niet bindend is, geeft deze uitspraak wel stof tot nadenken. In een procedure kan een rechter namelijk deze (nieuwe) uitspraak in de afweging meenemen. Dat betekent dus meer kans van slagen voor een werknemer met een vordering tot feestdagencompensatie. Of het tot een (bindende) uitspraak van een rechter zal komen, is nog maar de vraag, zeker gezien de gevolgen voor de onderlinge arbeidsverhouding. Een goed gesprek en maatregelen in onderling overleg zijn dan betere instrumenten om een discussie over ongelijke behandeling te beëindigen. Een andere (juridisch) instrument is dus het implementeren van een jaaruren systeem.

Contact

Meer weten over dit onderwerp of vragen over de invoering van een jaarurensystematiek? Neem dan contact op met Nina Duine of één van de andere arbeidsspecialisten.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties