Garantie in een overnameovereenkomst (SPA) geschonden? Klaag op tijd!
Recent heeft de rechtbank Oost-Brabant een uitspraak gedaan in een geschil tussen een koper en verkoper, waarin koper zich op het standpunt stelde dat er sprake was van een schending van een van de afgegeven garanties (ECLI:NL:RBOBR:2021:2558).
Wat speelde er nu in deze kwestie? Gedaagde was houdster van alle aandelen in een vennootschap die een onderneming dreef op het gebied van betonboringen. Op enig moment heeft verkoper besloten om de aandelen in de vennootschap te verkopen. Ten behoeve van dat doel is een informatiememorandum opgesteld, waarin onder meer iets is opgenomen over de voorraden.
Koper was geïnteresseerd in het kopen van de aandelen van verkoper. De partijen zijn daartoe in onderhandeling getreden, waarbij aan koper ook het informatiememorandum is verstrekt. Na ondertekening van een intentieovereenkomst (LOI) is koper een due diligenceonderzoek (DDO) gestart. Tijdens dit DDO heeft koper geïnformeerd naar de voorraad van de vennootschap, waarna verkoper aan koper voorraadlijsten heeft verstrekt. Hierop was ook de voorraadwaarde opgenomen, hetgeen later ook in de overnamebalans is verwerkt.
Koper heeft vertrouwd op de juistheid van de voorraadlijsten van verkoper omdat de voorraad die zich op het bedrijfsterrein van de vennootschap bevond, voorafgaand aan de overname niet door koper kon worden geteld. Reden daarvoor was dat verkoper geen ruchtbaarheid wilde geven aan de voorgenomen overname. Koper werd daarom slechts beperkt de mogelijkheid geboden om het bedrijfspand en het bijbehorende terrein te inspecteren.
Vanwege problemen met de financiering werd de LOI ontbonden. Toen later bleek dat de financiering wel mogelijk was, is tussen eiser en gedaagde een nieuwe LOI gesloten en heeft eiser een aanvullend DDO gedaan. Uiteindelijk is tussen partijen een SPA gesloten, waarin onder meer garanties zijn opgenomen ten aanzien van de overnamebalans en de voorraad.
Na de verkoop en levering heeft koper besloten om de voorraad beter te registreren, waarna de gehele voorraad is geteld. Hieruit bleek dat de feitelijke voorraad niet klopte met de voorraad zoals opgenomen in de overnamebalans. Naar aanleiding hiervan heeft nader onderzoek plaatsgevonden, waaruit volgde dat de voorraad, zoals weergeven in de overnamebalans, te hoog was. Dit vormde een inbreuk op de door verkoper gegeven garanties. De koopprijs zou, bij een juiste voorstelling van zaken, lager zijn geweest dan uiteindelijk is overeengekomen. Koper stelt als gevolg daarvan schade te hebben geleden en stelt verkoper daarvoor aansprakelijk. Koper start vervolgens een procedure om de schade te verhalen op koper.
Verkoper voert in deze procedure als meest verstrekkend verweer dat koper haar rechten heeft verwerkt door niet op tijd te klagen ter zake de door verkoper gestelde inbreuken op de garanties. Koper heeft namelijk in de zomer van 2018 de gehele voorraad geteld en pas voor het eerst op 2 mei 2019 – en niet direct – aangegeven dat zij twijfelt aan de opgave van de voorraad zoals opgenomen op de overnamebalans. De rechtbank gaat hierin mee en oordeelt dat koper kort na het tellen van de voorraad bij verkoper had moeten klagen, althans had moeten confronteren met haar bevindingen. Door dit niet te doen, heeft koper verkoper de mogelijkheid ontnomen om de bevindingen van koper te controleren, waardoor verkoper in haar bewijspositie is geschaad. De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat het beroep van verkoper op schending van de klachtplicht slaagt en wijst de vorderingen van koper af.
Uit deze uitspraak volgt dat je als koper in geval van schending van een garantie tijdig dient te klagen bij verkoper, omdat je anders als koper het risico loopt dat je je rechten verwerkt.