073 720 02 00

Het concurrentiebeding en de knowhow

Door Gepubliceerd op 23 februari 2023 Geen categorie

Een van de speerpunten van de Wet franchise – die nu geldt voor alle franchiseovereenkomsten – is het concurrentiebeding. Wil een franchisegever daar een beroep op kunnen doen dan zal er aangetoond moeten worden dat er specifieke knowhow is overgedragen.

De vraag of er sprake is van overgedragen beschermingswaardige knowhow zodat een postcontractueel concurrentieverbod in de franchiseovereenkomst geldig is, kwam aan de orde in een uitspraak van de rechtbank Amsterdam d.d. 27 juli 2022 (ECLI:NL:RBAMS:2022:4314). De franchisenemer stelde dat het postcontractuele concurrentiebeding ongeldig was, mede omdat er geen sprake zou zijn van overgedragen “beschermingswaardige” knowhow. Dat was ook de inzet van de procedure.

Beschermingswaardige knowhow

Voor de vraag wat beschermingswaardige knowhow is, zoekt de rechtbank – net als partijen – aansluiting bij de definitie daarvan in Wet franchise. Deze wet was destijds nog niet van toepassing op de franchiseovereenkomst tussen partijen, maar biedt wel een belangrijk gezichtspunt bij de uitleg van het begrip knowhow.

In de Wet franchise is in artikel 7:911 lid 2 onder a sub 2 BW bepaald dat knowhow “een geheel van niet door een intellectueel eigendomsrecht beschermde praktische informatie is, voortvloeiende uit de ervaring van de franchisegever en uit de door hem uitgevoerde onderzoeken, welke informatie geheim, wezenlijk en geïdentificeerd”.

De franchisegever stelt dat daarvan sprake zou zijn vanwege de Franchise Support Gids, kwartaalberichten, interne tijdschriften van de franchisegever en handleidingen, bijvoorbeeld voor het opstellen van een businessplan of het gebruik van sociale media. Daarnaast is door de franchisegever verwezen naar het handboek. Ook was sprake van diverse op maat gemaakte cursussen en trainingen.

In de documentatie die door de franchisegever aan de franchisenemer is verstrekt zou daarnaast  informatie te vinden zijn over het verrichten van diensten en de levering van goederen onder de franchise, inkooptechnieken, de methode van contact met de klanten, commerciële methoden, de inrichting van de vestiging en de (wijze van) administratie.

De franchisegever stelt dat zij marketingbepalingen, huisstijlregels, inkoopregelingen, verkoopstrategieën en basisafspraken aan de franchisenemer heeft verschaft en zij stelt dat haar formule bestaat uit een strategische visie, een marketing campagneplan, ICT hulpprogramma’s, order en klant management systemen en franchisefees.

De rechtbank is meegegaan in de stellingen van de franchisegever.

Uitspraak van de rechtbank

Volgens de rechtbank is voldoende komen vast te staan dat de franchisegever aan de franchisenemer geheime, wezenlijke en geïdentificeerde informatie heeft verschaft die voldoet aan de vereisten in artikel 7:911 lid 2 onder a sub 2 BW.

Weliswaar betreffen enkele van de stukken in de mappen meer algemene onderwerpen, zoals de handleiding voor het opstellen van een businessplan, maar dat neemt niet weg dat wanneer de documentatie in samenhang wordt bezien de informatie zodanig is toegespitst op een grafisch dienstverlenend bedrijf en de strategie van de franchisegever dat sprake is van beschermenswaardige knowhow.

Het argument van de franchisenemer dat een zelfstandige ondernemer in de branche ook langs andere weg aan afzonderlijke onderdelen van de verstrekte informatie kan komen, maakt volgens de rechtbank niet dat het geheel van de door de franchisegever verstrekte informatie niet kan worden aangemerkt als geheim en wezenlijk.

Deze uitspraak staat wat Snijders Franchise betreft op zichzelf. Inmiddels heeft zich een collectief van franchisenemers gemeld die zijn aangesloten bij een formule die zo specifiek is dat het nog maar de vraag is of zij zich kunnen beroepen op het concurrentiebeding.

Heeft u  vragen over het concurrentiebeding? Neem dan vooral contact op met de advocaten van Snijders Franchise.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties