Het familiebedrijf
Familiebedrijven zijn er relatief veel in Nederland. Bedrijven die al generaties lang in de familie zijn en waarvan het vaak de bedoeling is dit nog vele jaren binnen de familie vol te houden.
Criteria
Er wordt gesproken over een familiebedrijf indien aan minimaal 2 van de volgende criteria wordt voldaan:
- meer dan 50% van de onderneming is in handen van één familie;
- één familie heeft beslissende invloed op de bedrijfsstrategie of op opvolgingsbeslissingen;
- een meerderheid of ten minste 2 leden van de ondernemingsleiding zijn afkomstig uit één familie.
Opvolging
In elk familiebedrijf komt op enig moment de vraag over opvolging aan de orde. Het is voor de familie van belang te letten op het volgende. (1) De fiscus wil graag meeprofiteren. Let er daarbij op dat de fiscus bij overdracht en transacties tussen personen die onderling een (familie)band hebben extra alert is op de bepaling van de hoogte van de goodwill en de waardering van de stille reserves. (2) Het zoeken van een opvolger binnen de familie kan tot spanningen binnen de familie leiden.
Wanneer doe je het nu goed?
Het is en blijft een uitdaging het voor alle partijen goed, of althans zo goed mogelijk, te doen. Waar de overdragende partij – de ouders of generatie 2 of eerder – rekening mee dienen te houden zijn de volgende punten:
- Behandel ieder kind gelijk.
Kinderen die buiten de zaak blijven mogen niet benadeeld worden. Dit leidt misschien niet meteen tot problemen, maar vaak uiteindelijk toch tot frictie, die ook het bedrijf (denk aan familienaam) niet ten goede komt. - De financiering benodigd voor de opvolging mag de continuïteit van de onderneming niet in de weg staan.
Dit lijkt een open deur, maar hier wordt (te) vaak licht over gedacht (als de nieuwe generatie het roer straks over neemt, geeft dat een positieve impuls aan het bedrijf en verdient e.e.a. zich zelf wel terug). - Zorg er voor dat de nieuwe generatie de oude generatie niet met een te zware financiële last opzadelt en vice versa.
De situatie mag niet zo zijn dat de oude (overdragende) generatie e.e.a. gunstig voor het bedrijf en de jonge (overnemende) generatie wil regelen, waardoor zij zelf financieel in de problemen komt ten aanzien van oudedagsvoorzieningen. Aan de andere kant moet de nieuwe generatie niet met een te zware financiële last worden opgezadeld. Zoek de balans. - De aandeelhouders die in het bedrijf werken moeten de macht en het bestuur bezitten.
Om frictie te voorkomen kan het goed zijn dit in één hand te laten.
De oude (overdragende) generatie heeft (gevoelsmatig) het bedrijf grootgebracht en gebracht waar het nu staat. De nieuwe (overnemende) generatie gaat het vast helemaal anders doen en heeft eigen ideeën over de bedrijfsvoering en doelstellingen van de onderneming (meer digitaal, de grenzen over, etc.).
Vragen die binnen de familie leven:
- Moet één van de kinderen de zaak straks wel overnemen?
- Moet er wellicht iemand van buitenaf komen?
- Wie is er geschikt?
Waardebepaling
En natuurlijk de hamvraag: wat is de onderneming nu eigenlijk waard? Niet alleen richting de fiscus dient er een reële waardering van de stille reserves en goodwill plaats te vinden, maar ook richting de familie. Voor de bepaling van de waarde van je onderneming is er niet één gouden regel. Rekening dient te worden gehouden met bijvoorbeeld resultaten uit de voorgaande jaren, toekomstverwachtingen en het aanwezige vermogen.
Tot slot: regel het zelf en op tijd!
Een groot deel van alle directeuren die vóór hun 60e worden opgevolgd worden hiertoe gedwongen wegens gezondheidsredenen of plotseling overlijden. De onderneming is dan meteen erg kwetsbaar. Vaak is er niet of niet goed nagedacht over een scenario van opvolging. Zorg dus dat er een plan klaarligt. Het is raadzaam tijdig advies in te winnen! Dus als u vragen heeft, neem dan gerust contact met ons op.