073 720 02 00

Non-conformiteit bij de aankoop van een woning

Door Gepubliceerd op 5 september 2022 Geen categorie

Het is momenteel een drukte van jewelste op de woningmarkt, die schaarser lijkt te zijn dan ooit tevoren. De prijzen stijgen de pan uit en de concurrentie is groot. Tot overmaat van ramp krijgt men vandaag de dag weinig tot geen tijd om na te denken over het uitbrengen van een bod, laat staan voor het controleren van de woning in kwestie. Een verhoogd risico op non-conformiteit dus, maar hoe moet een koper handelen als hij of zij wordt geconfronteerd met verborgen gebreken tijdens of na de aankoop van een woning? In dit blog neem ik u aan de hand van een zestal tips mee naar het antwoord op deze vraag.

Tip 1: wat mag u als koper verwachten?

Kort en goed: de koper mag verwachten dat de woning in kwestie is gebouwd volgens de heersende bouwwet- en regelgeving. Dit heeft de Hoge Raad besloten in zijn arrest van 25 februari 2005 (Fabels tegen Meenderink). De Hoge Raad overweegt in dit arrest dat de conformiteitseis van artikel 7:17 Burgerlijk Wetboek direct ten gevolge heeft dat een koper mag verwachten dat de bouw van een woning is geschied in overeenstemming met de destijds geldende voorschriften, zelfs wanneer die voorschriften geen betrekking hebben op veiligheidsaspecten van de woning. Op grond van dit arrest kan er dus ook sprake zijn van non-conformiteit van de woning als er sprake is van gebreken die een normaal gebruik van de woning niet verhinderen.

Tip 2: eerst onderzoeken, dan melden

Hoewel de koper een klachtplicht heeft, als gevolg waarvan een gebrek zo spoedig mogelijk na ontdekking moet worden gemeld aan de verkoper, is een gebrek niet altijd direct zichtbaar. De Rechtbank Zeeland-West-Brabant bepaalt dat de koper die gebreken heeft ontdekt opdracht mag geven aan een deskundige om te onderzoeken of die gebreken ertoe leiden dat er sprake is van non-conformiteit. Vervolgens mag de koper de uitslag van dit onderzoek afwachten en hoeft de koper pas als de uitkomst van het onderzoek hiertoe aanleiding biedt, de verkoper te verwittigen omtrent de non-conformiteit van de woning. Let wel: van de koper wordt wel verwacht dat hij gedurende dit proces voortvarend handelt en de verkoper binnen een bekwame tijd in kennis stelt.

Tip 3: check het koopcontract

Het zogeheten NVM-koopcontract bevat een aantal (standaard)artikelen die toezien op de risicoverdeling van de betrokken partijen indien het gaat om de non-conformiteit van de woning. Zo vrijwaart artikel 6.1 de verkoper van diens aansprakelijkheid nu de woning aan de koper wordt geleverd met alle (on)zichtbare gebreken en dat de koper dit heeft aanvaard. Gebreken die bekend waren bij de koper op het moment van het sluiten van de overeenkomst, komen dus voor rekening van de kopende partij. Anderzijds stelt de verkopende partij zich in artikel 6.3 aansprakelijk voor alle gebreken die aan het normale gebruik van een woning in de weg staan. Van dit soort gebreken is in praktijk pas sprake wanneer het gaat om ernstige gebreken die bijvoorbeeld de veiligheid van de woning in gevaar brengen. Op basis van deze risicoverdeling is het als koper dus uiterst verstandig om een kwalitatieve aankoopkeuring te laten verrichten voordat het koopcontract wordt ondertekend.

Tip 4: ouderdomsclausule vergt nader onderzoek

Op de toch al oververhitte woningmarkt zijn met name de oudere en karakteristieke woningen het meest gewild. Toch gaat de aankoop van een oudere woning gepaard met de vraag om extra oplettendheid. Veelal bevat het koopcontract van dit soort woningen een zogeheten ouderdomsclausule waarin koper bekend wordt geacht met de ouderdom van de woning of onroerende zaak en dat de koper hierdoor lagere eisen mag stellen aan de bouwkwaliteit van de woning dan ten opzichte van een nieuwe(re) woning. De Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft bepaald dat de koper van een bestaande woning, op basis van de ouderdom en de prijs, tot op zekere hoogte rekening moeten houden met de mogelijkheid dat er direct onderhoud moet worden verricht. Zelfs als dit onderhoud of de noodzaak daartoe tijdens het sluiten van de overeenkomst niet zichtbaar was. Daar staat tegenover dat de verkoper niet op eigen initiatief ieder gebrek, behoudens ernstige gebreken, hoeft te melden, maar als de verkoper hiernaar wordt gevraagd dan mogen hierover geen onjuiste mededelingen worden gedaan.

Tip 5: mededelingsplicht verkoper

En dit brengt ons op de mededelingsplicht van de verkopende partij. Indien de verkoper onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft gegeven of informatie achter heeft gehouden, dan handelt de verkoper in strijd met de mededelingsplicht en kan het zijn dat de koper een geslaagd beroep op dwaling of non-conformiteit toekomt. In de praktijk zal een verkoper vaak aanvoeren dat een koper de onjuiste voorstelling van zaken eveneens (deels) aan zichzelf heeft te wijten, maar dit wordt in verband met de redelijkheid en billijkheid niet aangenomen. Wil de koper een geslaagd beroep op dwaling of non-conformiteit op basis van een schending van de mededelingsplicht doen, dan is hiervoor vereist dat de verkoper wist of behoorde te weten van de door koper gestelde gebreken.

Tip 6: de bouwkundige keuring

Zoals onder Tip 3 uiteengezet gebeurt het vaak dat de koper het risico van verborgen gebreken aanvaardt (artikel 6.1 NVM koopcontract). In dit geval moet de koper altijd een bouwkundig onderzoek laten verrichten. Dit onderzoek moet verder gaan dan een enkele visuele inspectie. Laat de koper geen bouwkundige keuring uitvoeren, dan is dit in strijd met de onderzoeksplicht en komt koper in een later stadium veelal geen beroep op non-conformiteit meer toe.

Stuit u op de non-conformiteit van uw reeds aangekochte woning? Schroom dan niet om contact op te nemen met Snijders Advocaten. Onze advocaten begeleiden u graag tijdens het hiervoor geschetste proces en onderzoeken samen met u de mogelijkheden die u ten dienste staan.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties