073 720 02 00

Obesitas: welke middelen kan je als werkgever inzetten?

Door Gepubliceerd op 29 november 2022 Geen categorie

Gezondheid, vitaliteit, bewegen. Zo maar wat termen die bij veel organisaties hoog in het vaandel staan. Steeds meer werkgever vinden de gezondheid van werknemers belangrijk. Dat is niet zo gek, want een zieke werknemer kan niet worden ingezet en kost bovendien (veel) geld.

Overgewicht is een steeds vaker gehoorde ziekteoorzaak zoals ook uit de factsheet van de WHO blijkt (factsheet obesity and overweight):

  • Van ongeveer 39% van de volwassenen wereldwijd had in 2016 overgewicht, waarvan 13% obesitas heeft;
  • 39 miljoen kinderen onder de vijf jaar had overgewicht of obesitas in 2020;
  • obesitas is te voorkomen.

In deze column deel ik een gedachtegang over de juridische mogelijkheden van werkgevers om obesitas van hun werknemers (zoveel mogelijk) te voorkomen. Welke juridische middelen heb je als werkgever tot je beschikking?

Obesitas chronische ziekte?

In Nederland kennen we de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. In die wet staat (kort gezegd) dat direct of indirect onderscheid niet toegestaan is op grond van een handicap of chronische ziekte. Het Hof van Justitie heeft in 2014 geoordeeld dat obesitas niet automatisch een handicap oplevert, maar dit wel kan als obesitas:

‘gezien de omstandigheden, leidt tot een beperking die met name het gevolg is van lichamelijke, geestelijke of psychische aandoeningen die in wisselwerking met diverse drempels deze persoon kunnen beletten volledig, daadwerkelijk en op voet van gelijkheid met andere werknemers aan het beroepsleven deel te nemen, en die beperking langdurig is.’

De Commissie Gelijke Behandeling (nu: College voor de Rechten van de Mens) heeft al aangenomen dat obesitas een chronische ziekte is.

Tevens is een aantal voorbeelden in de rechtspraak te vinden waarin werkgevers ontbinding van de arbeidsovereenkomst vroegen in verband met de zwaarlijvigheid van hun werknemer. Daaruit is niet echt een eenzijdig beeld af te leiden. Soms gingen rechters wel tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst over en soms ook niet. Bij één van de uitspraken had de werkgever de werknemer niet genoeg gewaarschuwd dat deze moest afvallen.

Wat kunnen we afleiden uit het voorgaande? Ik denk een aantal gezichtspunten:

  1. Als de werknemer door obesitas wordt beperkt in de uitoefening van zijn werkzaamheden, dan is sprake van chronische ziekte en/of handicap. In dat geval wordt meer inspanning van een werkgever verlangd;
  2. Ontbinding is  niet mogelijk als de ontbinding verband houdt met de ziekte;
  3. Reputatieschade ligt al snel op de loer, als de werknemer naar het College voor de Rechten van de Mens stapt.

Juridische middelen?

Dan resteert nog de gedachtegang over de juridische middelen die een werkgever kan inzetten. Ik laat daarbij de softskills buiten beschouwing. De vraag is of je als werkgever gebruik kan maken van het instructierecht en de werknemer te verplichten om af te gaan vallen. Daar zitten – realiseer ik mij – haken en ogen aan. Enerzijds wil je als werkgever iemand helpen. Aan de andere kant stigmatiseer je (mogelijk) ook. In de kern ben ik van mening dat als je als werkgever uitval voorziet, je een werknemer mag verplichten om bijvoorbeeld een coachingstraject te doorlopen. Mag je het loon stopzetten (na een waarschuwing)? Die vind ik lastiger. Ik zou zeggen dat op het moment dat sprake is van ziekte als gevolg van overgewicht, een werknemer in het kader van re-integratie verplicht is om aan zijn herstel te werken. Dat betekent in dit geval afvallen. Spant de werknemer zich hiervoor niet of onvoldoende in, ondanks dat je als werkgever een helpende hand hebt geboden, dan mag je naar mijn mening waarschuwen en het loon stopzetten.

In de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte zie ik nog een mogelijkheid om de werknemer aan te sporen. Ik benoem specifiek aansporen, omdat ik hier geen grond zie voor waarschuwen en loon stopzetten. Van een werkgever wordt verlangd dat hij ‘aanpassingen verricht’ om het onderscheid weg te nemen. Als een werkgever dit probeert, maar een werknemer  werkt daar niet aan mee, dan kan een werkgever de werknemer wijzen op deze bepaling in een poging om de werknemer (alsnog) mee te laten bewegen.

Heet hangijzer

Obesitas op de werkvloer is een delicaat onderwerp. Desalniettemin is het van belang dat werkgevers hierover een goede visie vormen en beleid op maken. Bespreekbaar maken is een eerste stap en zal vaak al enorm helpen. Mocht een werknemer niet meewerken of zich ondanks gesprekken onvoldoende inspannen, dan kan met behulp van de bedrijfsarts mogelijk een beroep worden gedaan op de daartoe behorende wettelijke mogelijkheden (waarschuwen + loonstop.

Vragen? Neem contact op met Thijs van Liempd.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties