Opzettelijk ziek door het ondergaan van een borstverkleining?
Het zal je als werkgever (en als werknemer) maar gebeuren: werknemer ondergaat een borstverkleining en is daarna niet (meer) in staat om haar werkzaamheden te verrichten. Voor wiens rekening en risico komt dan de ziekteperiode als gevolg van de ingreep? In een zaak bij de rechtbank Rotterdam kwam deze vraag aan de orde en in deze blog zullen wij deze opvallende kwestie bespreken.
Standpunt werkgever vs. standpunt werknemer
Volgens werkgever heeft werknemer in dit geval bewust voor deze (cosmetische) ingreep gekozen. Om die reden is de ziekte opzettelijk veroorzaakt, zodat er geen loon is verschuldigd. Daarbij speelt volgens de werkgever een rol dat de ingreep niet medisch noodzakelijk was én medisch niet was goedgekeurd. Kortom, geen recht op loon, aldus de werkgever.
Werknemer meent daarentegen dat de ingreep is uitgevoerd in verband met medische klachten en verwijst daarbij naar stukken van de huisarts en de bedrijfsarts. Dat de verzekering deze ingreep niet heeft vergoed, maakt volgens werknemer geen verschil. Er is volgens werknemer in ieder geval geen sprake van het opzettelijk veroorzaken van ziekte en dus zou zij wel recht hebben op loon gedurende de ziekte.
Wat zegt de wet hierover?
De wet bepaalt dat een werkgever het loon gedurende de eerste 104 weken van arbeidsongeschiktheid moet doorbetalen. Deze verplichting vervalt als de ziekte door opzet van de werknemer is veroorzaakt. Uit jurisprudentie volgt dat dit een streng en zwaar criterium is: alleen als de werknemer de ziekte willens en wetens heeft veroorzaakt met het oogmerk om de ziekte teweeg te brengen, vervalt het recht op betaling van loon tijdens ziekte.
Toepassing casus
In deze zaak oordeelde de rechtbank dat er geen sprake was van opzet, welke gericht was op het ziek worden. Daarbij was voldoende gebleken van de (medische) noodzaak en was de ingreep gericht op het verminderen van klachten en dus niet (zuiver) cosmetisch van aard. Geen uitzondering op de hoofdregel en de loonvordering van werknemer werd dus toegewezen.
Dus?
Uit deze uitspraak volgt – wederom – dat de (juridische) lat voor het aannemen van opzet, gericht op het ziek worden, hoog ligt. Deze uitspraak sluit aan bij andere (lagere) rechtspraak over dit onderwerp. Zo werd in een andere zaak geoordeeld dat het deelnemen aan risicovolle activiteiten/sporten niet leidt tot het aannemen van opzet. Ook overmatig alcoholgebruik was in een andere zaak onvoldoende, ook al wist de werknemer dat dat hem ziek zou kunnen maken. Het aannemen van opzet is en blijft dus interessante materie, alhoewel duidelijk is dat een werkgever meestal niet zal worden ontslagen van de verplichting tot betaling van loon tijdens ziekte.
Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact met ons op.