073 720 02 00

Opzettelijk ziek door het ondergaan van een borstverkleining?

Door Gepubliceerd op 19 september 2022 Geen categorie

Het zal je als werkgever (en als werknemer) maar gebeuren: werknemer ondergaat een borstverkleining en is daarna niet (meer) in staat om haar werkzaamheden te verrichten. Voor wiens rekening en risico komt dan de ziekteperiode als gevolg van de ingreep? In een zaak bij de rechtbank Rotterdam kwam deze vraag aan de orde en in deze blog zullen wij deze opvallende kwestie bespreken.

Standpunt werkgever vs. standpunt werknemer

Volgens werkgever heeft werknemer in dit geval bewust voor deze (cosmetische) ingreep gekozen. Om die reden is de ziekte opzettelijk veroorzaakt, zodat er geen loon is verschuldigd. Daarbij speelt volgens de werkgever een rol dat de ingreep niet medisch noodzakelijk was én medisch niet was goedgekeurd. Kortom, geen recht op loon, aldus de werkgever.

Werknemer meent daarentegen dat de ingreep is uitgevoerd in verband met medische klachten en verwijst daarbij naar stukken van de huisarts en de bedrijfsarts. Dat de verzekering deze ingreep niet heeft vergoed, maakt volgens werknemer geen verschil. Er is volgens werknemer in ieder geval geen sprake van het opzettelijk veroorzaken van ziekte en dus zou zij wel recht hebben op loon gedurende de ziekte.

Wat zegt de wet hierover?

De wet bepaalt dat een werkgever het loon gedurende de eerste 104 weken van arbeidsongeschiktheid moet doorbetalen. Deze verplichting vervalt als de ziekte door opzet van de werknemer is veroorzaakt. Uit jurisprudentie volgt dat dit een streng en zwaar criterium is: alleen als de werknemer de ziekte willens en wetens heeft veroorzaakt met het oogmerk om de ziekte teweeg te brengen, vervalt het recht op betaling van loon tijdens ziekte.

Toepassing casus

In deze zaak oordeelde de rechtbank dat er geen sprake was van opzet, welke gericht was op het ziek worden. Daarbij was voldoende gebleken van de (medische) noodzaak en was de ingreep gericht op het verminderen van klachten en dus niet (zuiver) cosmetisch van aard. Geen uitzondering op de hoofdregel en de loonvordering van werknemer werd dus toegewezen.

Dus?

Uit deze uitspraak volgt – wederom – dat de (juridische) lat voor het aannemen van opzet, gericht op het ziek worden, hoog ligt. Deze uitspraak sluit aan bij andere (lagere) rechtspraak over dit onderwerp. Zo werd in een andere zaak geoordeeld dat het deelnemen aan risicovolle activiteiten/sporten niet leidt tot het aannemen van opzet. Ook overmatig alcoholgebruik was in een andere zaak onvoldoende, ook al wist de werknemer dat dat hem ziek zou kunnen maken. Het aannemen van opzet is en blijft dus interessante materie, alhoewel duidelijk is dat een werkgever meestal niet zal worden ontslagen van de verplichting tot betaling van loon tijdens ziekte.

Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact met ons op.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties