073 720 02 00

Partneralimentatie en samenwonen: wat zijn de gevolgen?

Bijgewerkt op Geen categorie

Als een huwelijk eindigt door echtscheiding, kan het voorkomen dat één van de ex-echtgenoten verplicht is aan de ander een bijdrage te voldoen in de kosten van diens levensonderhoud: partneralimentatie. Slechts onder bepaalde omstandigheden komt die verplichting te vervallen, nog vóór het aflopen van de (vastgestelde) termijn.

Artikel 160 van Boek 1 Burgerlijk Wetboek somt drie beëindigingsgronden op, namelijk:

  • indien de alimentatiegerechtigde opnieuw in het huwelijk treedt;
  • indien de alimentatiegerechtigde een geregistreerd partnerschap aangaat;
  • indien de alimentatiegerechtigde gaat samenleven met een ander als ware zij gehuwd of als hadden zij hun partnerschap laten registreren.

De eerste twee opties spreken voor zich, en zijn ook eenvoudig vast te stellen. Maar hoe zit het met die laatste optie: ‘samenleven met een ander als ware hij/zij gehuwd of als hij/zij hun partnerschap laten registreren’? Juist die beëindigingsgrond resulteert regelmatig in discussie, en leidt vaak zelfs tot procedures.

De criteria

Om vast te kunnen stellen dat van de derde beëindigingsgrond sprake is, heeft de Hoge Raad een aantal criteria bepaald waaraan voldaan moet zijn voordat de alimentatieverplichting komt te vervallen. Tussen de samenlevenden dient (1) een affectieve relatie te bestaan (2) van duurzame aard (3) die meebrengt dat de gescheiden echtgenoot en die ander elkaar wederzijds verzorgen, (4) met elkaar samenwonen en (5) een gemeenschappelijke huishouding voeren. Of aan deze criteria is voldaan, hangt sterk af van de omstandigheden van dat specifieke geval.

Het is helaas niet altijd makkelijk vast te stellen dat van ‘samenleven als ware zij gehuwd’ sprake is. De alimentatieplichtige zal veelal een (kostbaar) recherchebureau moeten inschakelen die de ex-partner vervolgens maandenlang in de gaten houdt met als doel aan te tonen dat er een gemeenschappelijke huishouding wordt gevoerd.

De gevolgen

Als uiteindelijk vaststaat dat er voldaan is aan de hiervoor genoemde criteria, wordt de alimentatieverplichting van rechtswege beëindigd. De Hoge Raad heeft echter al eerder bepaald dat er niet te snel mag worden aangenomen dat aan de criteria voldaan is. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat degene met wie de alimentatiegerechtigde samenwoont géén (wettelijke) onderhoudsverplichting jegens hem/haar heeft. De bijdrage vervalt echter definitief; zelfs als de samenleving met de nieuwe partner (alsnog) eindigt, kan de alimentatiegerechtigde dus bij niemand meer “aankloppen”.

Vragen?

Vraagt u zichzelf af of u nog wel verplicht bent partneralimentatie te voldoen, of wordt er naar uw mening ten onrechte beweerd dat u samenleeft “als ware u gehuwd”? Neemt u dan contact op met Jitka Swinkels. Zij voorziet u graag van advies.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties