Samen een onderneming: een zakelijk huwelijk? Of toch niet?
Het is een open deur: als u met iemand een samenwerking begint, is het zinvol om vooraf afspraken te maken, ook over de situatie dat een geschil ontstaat. In de meeste gevallen wordt er ook wel een aandeelhoudersovereenkomst gesloten, maar met enige regelmaat wordt nagelaten om daarin een geschillenregeling op te nemen. Dat laat zich eenvoudig verklaren doordat alles in het begin van een samenwerking nog koek en ei is en er helemaal geen zicht is op een conflict. Het is dan lastig om daarop vooruit te lopen. Eigenlijk is het niet anders dan wanneer twee mensen een affectieve relatie met elkaar beginnen. De betrokkenen zijn verliefd en hebben vertrouwen in een goede afloop. Dat is niet anders bij een zakelijke samenwerking. Ook dan is er sprake van verliefdheid: zakelijke verliefdheid. Maar: als een relatie met iemand van wie u houdt kan stuklopen, waarom zou dat dan niet kunnen bij een zakelijke samenwerking met iemand waar u – vermoedelijk – niet van houdt?
Probleem is echter dat de wet betrekkelijk weinig mogelijkheden biedt om van een aandeelhouder “af te komen”. Eigenlijk biedt de wet maar twee mogelijkheden: de uitstootregeling (art. 2:236 BW) en de uittreedregeling (art. 2:243 BW) (ik laat de procedure bij de Ondernemingskamer hier verder buiten beschouwing).
De uitstootregeling houdt in dat een aandeelhouder die minimaal 33% van de aandelen houdt, kan vorderen dat een andere aandeelhouder zijn aandelen moet overdragen omdat deze “door zijn gedragingen het belang van de vennootschap zodanig schaadt dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet kan worden gevergd”. De uittreedregeling houdt in dat een aandeelhouder die door gedragingen van één of meerdere aandeelhouders “zodanig in zijn belangen is geschaad, dat het voortduren van zijn aandeelhoudershap in redelijkheid niet kan worden gevergd,” kan vorderen dat zijn aandelen worden overgenomen door de medeaandeelhouder(s) of de vennootschap zelf.
In beide gevallen ligt de lat dus erg hoog: het komt erop neer dat het voortduren van de samenwerking “in redelijkheid niet gevergd kan worden.” Dat impliceert ernstige misdragingen, waar in de meeste gevallen geen sprake van zal zijn. Dat heeft tot gevolg dat, als niet aan deze vereisten is voldaan, en er ook geen exitregeling in een aandeelhoudersovereenkomst is overeengekomen, de aandeelhouders niet van elkaar af kunnen komen. Met alle gevolgen van dien. Een vennootschap waar de aandeelhouders overhoop met elkaar liggen, is meestal geen lang leven beschoren.
Waar de banden met een echtgenoot doorbroken kunnen worden als er sprake is van een duurzame ontwrichting – wat eigenlijk altijd wordt aangenomen in een echtscheidingsprocedure – ligt dat bij een aandeelhouder dus veel ingewikkelder.
Zoals gezegd: het is een open deur, maar zolang er nog regelmatig tegen de deur wordt aangelopen, blijft het zinvol om te wijzen op het belang van een goede geschillenregeling.
Heeft u nog vragen over dit onderwerp, neem dan gerust contact op met Jeroen Oerlemans
Disclaimer – Bij het opstellen van deze tekst is geen rekening gehouden met eventuele bijzondere van toepassing zijnde regels zoals opgenomen in bijvoorbeeld een collectieve arbeidsovereenkomst, individuele arbeidsovereenkomst en/of andere overeenkomst. Deze tekst bevat dus algemene informatie die niet in iedere situatie kan worden gebruikt. Tevens is het mogelijk dat de tekst op enig moment achterhaald is, bijvoorbeeld door gewijzigde regelgeving. Het wordt dan ook sterk aangeraden om contact met Snijders Advocaten op te nemen alvorens de informatie uit de tekst te gebruiken.