073 720 02 00

Wat is nu eigenlijk een aandeelhoudersgeschil?

Door Gepubliceerd op 7 februari 2023 Geen categorie

Besloten vennootschappen (B.V.) of naamloze vennootschappen (N.V.) kunnen één of meerdere eigenaren hebben. De eigenaren hebben in dat geval aandelen van de betreffende vennootschap en zijn dus aandeelhouder. Wanneer er slechts één aandeelhouder is, zullen er geen geschillen ontstaan. De enig aandeelhouder (die vaak ook (enig) bestuurder is) van de vennootschap kan immers zelf de koers van het bedrijf uitzetten en hoeft geen rekening te houden met anderen.

Problemen kunnen ontstaan wanneer er sprake is van twee of meer aandeelhouders en zij, bijvoorbeeld, een verschil van inzicht hebben over het te voeren beleid in de vennootschap maar ook wanneer de persoonlijke betrekkingen tussen hen simpelweg verslechteren. Geregeld zijn de aandeelhouders ook bestuurders van de vennootschap en liggen zij ook op bestuursniveau met elkaar in de clinch. Deze geschillen kunnen dermate escaleren dat de bedrijfsvoering daarvan hinder ondervindt of zelfs geheel wordt gestaakt, met een faillissement mogelijk tot gevolg. Een uitermate goede reden om aandeelhoudersgeschillen zoveel mogelijk te voorkomen. Maar hoe kun je dat het beste doen?

Het voorkomen van aandeelhoudersgeschillen

Het is een beetje een open deur maar veel aandeelhoudersgeschillen (niet allemaal) kunnen worden voorkomen door van te voren onderling goede afspraken te maken. Deze afspraken worden veelal vastgelegd in een aandeelhoudersovereenkomst. In deze aandeelhoudersovereenkomst worden onder andere afspraken gemaakt omtrent: stemverhoudingen, wie neemt welke beslissingen omtrent de vennootschap en met welke meerderheid van stemmen, onder welke voorwaarden aandelen kunnen (en moeten) worden overgedragen, hoe toekomstige financieringen kunnen of moeten plaatsvinden en als allerbelangrijkste: de afspraken omtrent de beëindiging van de samenwerking tussen de aandeelhouders.

Uit de praktijk blijkt dat (aankomende) aandeelhouders het moeilijk vinden om over (onder andere) dat laatste afspraken te maken. Immers gaan deze ondernemers vol goede moed samenwerken/ondernemen en gaan zij er geregeld nog niet van uit dat problemen zouden kunnen ontstaan. Het is echter van belang van alle aandeelhouders dat in goede tijden afspraken worden gemaakt voor eventuele slechte tijden. In de goede tijd is de kans op consensus uiteraard groter dan in de tijd dat het geschil al is ontstaan en de verhoudingen zijn verslechterd.

Toch sprake van een aandeelhoudersgeschil?

Wanneer onverhoopt toch een geschil tussen aandeelhouders ontstaat, kijken we eerst naar de afspraken die zij onderling hebben gemaakt in bijvoorbeeld de aandeelhoudersovereenkomst. Mogelijk hebben zij de mogelijkheid van een geschil op het betreffende punt voorzien en hebben zij daarop geanticipeerd door over dat punt afspraken te maken. Er moet dan worden uitgezocht in hoeverre zij op deze afspraken kunnen terugvallen en of er een regeling is afgesproken hoe er moet worden omgegaan met geschillen.

Zijn er omtrent het betreffende punt geen afspraken gemaakt of zijn er in het geheel geen afspraken gemaakt? Dan kan mogelijk nog worden teruggevallen op de statuten van de vennootschap. De statuten van de vennootschap zijn de ‘grondwet’ van de vennootschap en bevat daardoor ook afspraken waaraan de aandeelhouders gebonden zijn. Komt ook daar geen oplossing uit naar voren? Dan bevat de wet, jurisprudentie of literatuur mogelijk de antwoorden hoe in het betreffende geval moet worden omgegaan met het geschil.

Aan de hand van de rechtspositie van de betreffende aandeelhouders dienen deze aandeelhouders met elkaar in onderling overleg (eventueel bijgestaan door advocaten) tot een oplossing te komen. Deze route naar een oplossing verdient de voorkeur omdat aandeelhouders geregeld met elkaar samen verder moeten en de onderlinge relatie op deze wijze het minst wordt aangetast. Komen partijen er echter niet uit, dan kunnen partijen gerechtelijke stappen tegen elkaar ondernemen. Is de situatie spoedeisend, dan kan dit veelal via een kort geding. Is dat niet zo, dan kan een gerechtelijke bodemprocedure worden opgestart.

Ten slotte is er voor de aandeelhouders ook de mogelijkheid om een procedure te starten bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. Zij kunnen daar gebruik maken van hun enquêterecht, hetgeen betekent dat op het verzoek van de aandeelhouder(s) onderzoek wordt gedaan naar de gang van zaken in het bedrijf en of de betrokken partijen juridisch gezien correct hebben gehandeld.

Voorgaande procedures zijn geregeld complex en kunnen (met uitzondering van het kort geding) lang duren. Uw bedrijfsvoering kan daardoor worden geschaad. Het is dus zaak om u zo snel mogelijk te laten bijstaan door een advocaat. Op deze wijze kan bewerkstelligd worden dat het aandeelhoudersgeschil niet onnodig lang duurt.

Neem bij het ontstaan van een aandeelhoudersgeschil dus zo snel mogelijk contact met ons op en laat uw rechtspositie inschatten. Uiteraard kunt u ook contact met ons opnemen voor advisering om potentiele aandeelhoudersgeschillen te voorkomen. Bijvoorbeeld door het door ons laten opstellen van een aandeelhoudersovereenkomst die is opgesteld voor de specifieke situatie van uw bedrijf.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties