Scheiden met (jong-)volwassen kinderen: “What about us?”
Wanneer men als ouders besluit om uit elkaar te gaan, heeft dat uiteraard direct gevolgen voor de kinderen. Vaak zien zij de scheiding niet aankomen. Het is aan de ouders om hun kinderen in dat kader goed te begeleiden. Helaas komt het echter vaak voor dat ouders voornamelijk met zichzelf bezig zijn.
Zolang de kinderen minderjarig zijn, worden zij gelukkig nog altijd beschermd door de wet en de rechter, ook op financieel vlak. Diezelfde rechter laat het dan echter vaak weer afweten zodra een kind achttien jaar wordt. Hoewel in artikel 1:395a BW een (verlengde) onderhoudsplicht is opgenomen voor meerderjarige kinderen die de leeftijd van eenentwintig jaar niet hebben bereikt, doet de rechter daarmee in het kader van de echtscheidingsprocedure niets op het moment dat een ouder die verplichting niet naleeft…
Zo oordeelde Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 juni 2021 dat een verzoek om een bijdrage vast te stellen in een echtscheidingsprocedure enkel ten aanzien van minderjarige kinderen mogelijk is:
“Daarom kunnen (jong)meerderjarige kinderen in een echtscheidingsprocedure geen verzoek om een bijdrage in de kosten van hun levensonderhoud en studie indienen, ook niet door een ouder daartoe volmacht te geven om dit namens hen te doen.”
Maar wat nu als ouders weigeren te betalen, terwijl hun jongmeerderjarige die onderhoudsbijdrage hard nodig heeft? Strikt genomen, moet de jongmeerderjarige dan een aparte procedure starten tegen zijn of haar ouders. Gerechtshof Den Haag oordeelde in zijn uitspraak van 7 augustus 2019 echter anders:
“Uit de parlementaire geschiedenis volgt inderdaad dat een ouder in de echtscheidingsprocedure het verzoek namens de jongmeerderjarige kan doen na daartoe door deze jongmeerderjarige gemachtigd te zijn, ook als deze jongmeerderjarige reeds bij aanvang van de procedure tot echtscheiding meerderjarig is. De jongmeerderjarige zelf behoeft dus niet altijd vooruitlopend op de scheidingsprocedure van zijn ouders een daartoe strekkend verzoek te doen (Kamerstukken I 1988/89, 19 242, 75n, p. 6). Het hof is tegen die achtergrond met de rechtbank van oordeel dat de vrouw in het verzoek waartoe de jongmeerderjarige haar heeft gemachtigd, ontvankelijk is. Het hof acht de bezwaren van de man tegen de verleende machtiging ongegrond. Uit de machtiging volgt duidelijk dat de jongmeerderjarige haar moeder volmacht geeft om namens haar dit verzoek in te dienen. De vrouw is in de procedure vertegenwoordigd door een advocaat. Het is niet nodig dat de jongmeerderjarige de advocaat een opdracht tot vertegenwoordiging geeft, nu die advocaat voor de vrouw optreedt”.
Dit Hof is dus creatief geweest. Erg prettig voor de jongmeerderjarige, die op deze manier buiten de strijd heeft kunnen blijven. Resteert echter nog steeds de situatie waarbij er in het kader van de echtscheiding géén kinderalimentatie is vastgesteld. Wat moet de jongmeerderjarige dan, indien hij of zij behoefte heeft aan een bijdrage? Wat door het Hof is gesteld met betrekking tot de wetsgeschiedenis geldt (enkel) in het kader van een echtscheidingsprocedure. Het zou goed zijn als de wetgever die mogelijkheid ook buiten echtscheiding expliciet in de wet zou opnemen. Het zou immers voorkomen moeten worden dat jongmeerderjarigen tegen hun ouders moeten procederen op het moment dat er tussen hen een geschil bestaat over de financiële bijdrage.
Vragen?
Neemt u dan contact op met Rianne Verlijsdonk of Jitka Swinkels. Zij voorzien u graag van advies!