073 720 02 00

Scheiden met (jong-)volwassen kinderen: “What about us?”

Bijgewerkt op Geen categorie

Wanneer men als ouders besluit om uit elkaar te gaan, heeft dat uiteraard direct gevolgen voor de kinderen. Vaak zien zij de scheiding niet aankomen. Het is aan de ouders om hun kinderen in dat kader goed te begeleiden. Helaas komt het echter vaak voor dat ouders voornamelijk met zichzelf bezig zijn.

Zolang de kinderen minderjarig zijn, worden zij gelukkig nog altijd beschermd door de wet en de rechter, ook op financieel vlak. Diezelfde rechter laat het dan echter vaak weer afweten zodra een kind achttien jaar wordt. Hoewel in artikel 1:395a BW een (verlengde) onderhoudsplicht is opgenomen voor meerderjarige kinderen die de leeftijd van eenentwintig jaar niet hebben bereikt, doet de rechter daarmee in het kader van de echtscheidingsprocedure niets op het moment dat een ouder die verplichting niet naleeft…

Zo oordeelde Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 juni 2021 dat een verzoek om een bijdrage vast te stellen in een echtscheidingsprocedure enkel ten aanzien van minderjarige kinderen mogelijk is:

“Daarom kunnen (jong)meerderjarige kinderen in een echtscheidingsprocedure geen verzoek om een bijdrage in de kosten van hun levensonderhoud en studie indienen, ook niet door een ouder daartoe volmacht te geven om dit namens hen te doen.”

Maar wat nu als ouders weigeren te betalen, terwijl hun jongmeerderjarige die onderhoudsbijdrage hard nodig heeft? Strikt genomen, moet de jongmeerderjarige dan een aparte procedure starten tegen zijn of haar ouders. Gerechtshof Den Haag oordeelde in zijn uitspraak van 7 augustus 2019 echter anders:

“Uit de parlementaire geschiedenis volgt inderdaad dat een ouder in de echtscheidingsprocedure het verzoek namens de jongmeerderjarige kan doen na daartoe door deze jongmeerderjarige gemachtigd te zijn, ook als deze jongmeerderjarige reeds bij aanvang van de procedure tot echtscheiding meerderjarig is. De jongmeerderjarige zelf behoeft dus niet altijd vooruitlopend op de scheidingsprocedure van zijn ouders een daartoe strekkend verzoek te doen (Kamerstukken I 1988/89, 19 242, 75n, p. 6). Het hof is tegen die achtergrond met de rechtbank van oordeel dat de vrouw in het verzoek waartoe de jongmeerderjarige haar heeft gemachtigd, ontvankelijk is. Het hof acht de bezwaren van de man tegen de verleende machtiging ongegrond. Uit de machtiging volgt duidelijk dat de jongmeerderjarige haar moeder volmacht geeft om namens haar dit verzoek in te dienen. De vrouw is in de procedure vertegenwoordigd door een advocaat. Het is niet nodig dat de jongmeerderjarige de advocaat een opdracht tot vertegenwoordiging geeft, nu die advocaat voor de vrouw optreedt”.

Dit Hof is dus creatief geweest. Erg prettig voor de jongmeerderjarige, die op deze manier buiten de strijd heeft kunnen blijven. Resteert echter nog steeds de situatie waarbij er in het kader van de echtscheiding géén kinderalimentatie is vastgesteld. Wat moet de jongmeerderjarige dan, indien hij of zij behoefte heeft aan een bijdrage? Wat door het Hof is gesteld met betrekking tot de wetsgeschiedenis geldt (enkel) in het kader van een echtscheidingsprocedure. Het zou goed zijn als de wetgever die mogelijkheid ook buiten echtscheiding expliciet in de wet zou opnemen. Het zou immers voorkomen moeten worden dat jongmeerderjarigen tegen hun ouders moeten procederen op het moment dat er tussen hen een geschil bestaat over de financiële bijdrage.

Vragen?

Neemt u dan contact op met Rianne Verlijsdonk of Jitka Swinkels. Zij voorzien u graag van advies!

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties