073 720 02 00

Wat is een appèltermijn?

Door Gepubliceerd op 19 april 2022 Geen categorie

Een appèltermijn is precies hetzelfde als een hoger beroep termijn. Deze woorden zijn synoniem van elkaar en kunnen door elkaar heen worden gebruikt. Wanneer u een vonnis of beschikking van de kantonrechter of van de rechtbank heeft gehad en u bent het niet eens met het oordeel, dan kunt u in de meeste gevallen in hoger beroep gaan om het oordeel aan te vechten. Het hoger beroep moet echter wel binnen een bepaalde termijn zijn ingesteld. De appèltermijn is de termijn waarbinnen het hoger beroep moet zijn ingesteld.

Hoe lang is de appeltermijn (in kort geding)?

Voor verschillende procedures gelden verschillende appèltermijnen. In de wet staat precies omschreven welke appèltermijn geldt voor welke procedure. De meest voorkomende termijn is een termijn van drie maanden, te rekenen van de dag van de uitspraak van het vonnis. Deze termijn geldt in een gewone civiele zaak. In kort geding geldt een andere appèltermijn, namelijk een termijn van vier weken, te rekenen van de dag van de uitspraak van het vonnis. In een faillissementszaak geldt een hele korte appeltermijn van acht dagen.

De termijn nader bekeken

Wat betekent dit nu ‘’drie maanden, te rekenen vanaf de dag van de uitspraak van het vonnis?” De Hoge Raad heeft al meer dan 100 jaar geleden bepaald dat dit betekent dat de termijn begint te lopen de dag na de dag van het vonnis. De termijn eindigt op de laatste dag van de drie maanden om 24:00 uur. Als er op 31 december 2019 een vonnis is gewezen, dan eindigt de hoger beroep termijn dus op 31 maart 2020 om 24:00 uur.

Daarmee lijkt het duidelijk, maar hoe zit het nu als het vonnis is uitgesproken op 30 november? In principe moet het hoger beroep dan uiterlijk op 30 februari worden ingediend, maar dat is onmogelijk omdat die datum niet bestaat. De vraagt is dan of de appèltermijn verstrijkt op 28 februari (of 29 februari als er sprake is van een schrikkeljaar) of op 1 maart? Of stel dat het vonnis is uitgesproken op 29 februari. Is de hoger beroep termijn dan drie volle maanden en eindigt die op 31 mei, of geldt in dat geval hetzelfde getal drie maanden later, waardoor de termijn eindigt op 29 mei? Recentelijk heeft de Hoge Raad hier opheldering over gegeven. Zij heeft geoordeeld dat de termijn afloopt aan het einde (24.00 uur) van de dag van de uitspraak, drie kalendermaanden later. De uiterlijke termijn ligt nooit later dan drie kalendermaanden na de dag van de uitspraak. Bij vonnissen die uitgesproken zijn op een dag die de derde maand erna niet heeft (dus bijvoorbeeld uitgesproken op 31 november of 31 januari), dan eindigt de termijn aan het einde van de laatste dag van die maand. Als u in hoger beroep wilt tegen een vonnis dat op 30 november is gewezen, moet het hoger beroep dus uiterlijk 28 februari 2020 zijn ingesteld.

Wat gebeurt er als ik niet op tijd in hoger beroep ga?

Het is erg belangrijk dat het hoger beroep op tijd, dus binnen de appèltermijn, wordt ingesteld. Deze termijnen kunnen namelijk niet worden verlengd, zelfs niet als de tegenpartij daarmee instemt. Bent u te laat, ook al is het maar één dag of één uur, dan kunt u niet meer in hoger beroep. Het vonnis is dan onherroepelijk geworden. U moet zich dan aan de uitspraak houden.

Het instellen van hoger beroep

Het instellen van hoger beroep is in principe niet ingewikkeld. Dat kan door het uitbrengen van een hoger beroep dagvaarding. Dat is een juridisch document waarin (naast de formaliteiten) eigenlijk alleen staat dát u in hoger beroep wil, maar nog niet waarom u het niet eens bent met de uitspraak waar u hoger beroep tegen instelt. Hierdoor kost het niet veel tijd om de hoger beroep dagvaarding op te stellen. Belangrijk is dus wel dat de dagvaarding op tijd wordt uitgebracht.

De advocaten van Snijders Litigation hebben veel ervaring met hoger beroep procedures, in gewone civiele zaken en in kort geding. Zij kunnen u helpen met het (tijdig) instellen van hoger beroep en het voeren van de hoger beroep procedure.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties