Wettelijke incassokosten
Indien een schuldenaar niet op tijd overgaat tot betaling van een vordering, heeft de schuldeiser op grond van de Wet Incassokosten de mogelijkheid om buitengerechtelijke incassokosten bij de schuldenaar in rekening te brengen. Deze buitengerechtelijke (incasso)kosten, of simpelweg incassokosten, worden gezien als een vorm van vermogensschade (artikel 6:96, aanhef en onder c van het Burgerlijk Wetboek) die de schuldeiser lijdt als gevolg van het uitblijven van tijdige betaling door zijn schuldenaar.
Waarom wettelijke incassokosten?
De schuldeiser moet zelf actie ondernemen om zijn vordering te incasseren omdat de schuldenaar niet op tijd heeft betaald. De wet geeft de schuldeiser de mogelijkheid om zijn vordering te verhogen met een bedrag dat afhankelijk is van de hoogte van de vordering, als vergoeding voor de inspanningen die hij moet leveren om zijn vordering alsnog te incasseren. Het worden buitengerechtelijke kosten genoemd omdat het de kosten zijn die buiten rechte worden gemaakt, zonder dat er een rechtszaak aan te pas komt (dat kan overigens uiteindelijk wel het geval zijn). Het zijn dus geen proceskosten. Daarnaast zijn de buitengerechtelijke kosten er niet voor bedoeld als compensatie voor de inspanningen die de schuldeiser maakt tot het inleiden van een gerechtelijke procedure (daarvoor zijn immers de proceskosten bedoeld). De incassokosten kunnen naast de wettelijke (handels)rente of contractuele rente van de schuldenaar gevorderd worden.
Maximale incassokosten
In het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (het ‘Besluit’) is door middel van een staffel aangegeven hoe de maximale buitengerechtelijke incassokosten mogen worden berekend. Daarbij geldt dat hoe hoger de vordering is, hoe lager het percentage is. Indien een schuldeiser meerdere vorderingen heeft op een schuldenaar dan moet hij de vorderingen bij elkaar optellen voor het berekenen van de incassokosten. Hij mag dus niet over iedere vordering afzonderlijk de incassokosten in rekening brengen. Daarnaast geldt er een minimum van € 40 en een maximum van € 6.775. De staffel is als volgt:
Hoofdsom tot en met | Toepasselijk percentage | Maximum |
€ 2.500 | 15% over de hoofdsom | € 375 (min. € 40) |
€ 5.000 | € 375 + 10% over (hoofdsom – € 2.500) | € 625 |
€ 10.000 | € 625 + 5% over (hoofdsom – € 5.000) | € 875 |
€ 200.000 | € 875 + 1% over (hoofdsom – € 10.000) | € 2.775 |
Boven de € 200.000 | € 2.775 + 0,5% over (hoofdsom – € 200.000) | € 6.775 |
Deze staffel geldt overigens op grond van artikel 3 van het Besluit enkel voor vorderingen die opeisbaar zijn geworden op of na 1 juli 2012 omdat vanaf dat moment dat besluit in werking is getreden.
Wanneer zijn de wettelijke incassokosten verschuldigd?
Vordering op een bedrijf:
In zakelijke overeenkomsten zijn de wettelijke incassokosten verschuldigd op het moment dat de factuur is komen te vervallen. Vanaf dat moment kan de schuldeiser incassokosten in rekening brengen. Een herinnering of aanmaning is niet vereist (zie artikel 6:96 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek), hoewel veel bedrijven wel eerst een herinnering of aanmaning sturen voordat zij daadwerkelijk de incassokosten claimen.
Vordering op een particulier:
Bij een vordering op een particulier is diegene de incassokosten pas verschuldigd op het moment dat hij, nadat de factuur is komen te vervallen, is aangemaand. Daarnaast heeft hij ook nog een laatste, aaneengesloten termijn van minimaal 14 dagen gekregen om alsnog aan zijn betalingsverplichting te voldoen. Twee aanmaningen van zeven dagen voldoen dus niet aan dit vereiste omdat dit niet een aaneengesloten termijn van 14 dagen is. In die laatste aanmaning moet bovendien het exacte bedrag aan incassokosten worden vermeld dat in rekening zal worden gebracht indien de particulier niet binnen die 14 dagen heeft betaald. De 14 dagen beginnen te lopen vanaf de dag ná de dag dat de particulier de aanmaning heeft ontvangen. Dat komt dus neer op een termijn van 15 dagen vanaf de dag van ontvangst, rekenend vanaf die dag zelf. Een formulering die dus voldoet aan de wettelijke vereisten die in de brief (of tegenwoordig veel vaker: e-mail) aan een particuliere schuldenaar kan worden opgenomen is:
Ik verzoek u vriendelijk het bedrag van € [hoofdsom] te betalen binnen vijftien dagen vanaf de dag van ontvangst van dit bericht. Indien uw betaling uitblijft bent u vanaf dan ook een bedrag van € [incassokosten] aan incassokosten verschuldigd.
Incassokosten in algemene voorwaarden
In veel algemene voorwaarden is afgeweken van de Wet Incassokosten en het Besluit. Zo geldt er op grond van bijvoorbeeld de Metaalunievoorwaarden een aangepaste staffel ten opzichte van de staffel uit het Besluit, waardoor er meer incassokosten kunnen worden berekend als een schuldenaar niet tijdig heeft betaald. Een andere veelvoorkomende algemene voorwaarde is dat de buitengerechtelijke kosten 15% van de gehele hoofdsom zijn. Soms wordt daarbij ook een minimum van bijvoorbeeld € 200 afgesproken (in plaats van € 40 op grond van het Besluit). In de praktijk komt het veel voor dat – als een schuldeiser bij de rechter betaling van zijn vordering en de incassokosten vordert – rechters de buitengerechtelijke kosten die boven het Besluit uitkomen matigen tot het bedrag dat op grond van de staffel uit het Besluit verschuldigd zou zijn.
Wettelijke incassokosten 2020
Hebt u vragen over het berekenen van de wettelijke incassokosten over uw vordering (er zijn op internet verschillende incassokosten calculators die de incassokosten gemakkelijk berekenen) of wilt u uw vordering ter incassering uit handen geven? De specialisten van Snijders Incasso weten alles over de maximale wettelijke incassokosten en helpen u daarmee graag verder.