073 720 02 00

Bruikleen of toch huur?

Door Bijgewerkt op Geen categorie

Het wettelijk onderscheid tussen (ver)huur en bruikleen is duidelijk. Bij (ver)huur verstrekt de verhuurder een zaak aan de huurder in gebruik en verbindt laatstgenoemde zich tot een tegenprestatie (artikel 7:201 lid 1 BW). De tegenprestatie kan behalve in geld geheel of gedeeltelijk bestaan in welke (voldoende bepaalbare) verplichting dan ook. Bij bruikleen daarentegen wordt een zaak om niet in gebruik gegeven. De bruikleennemer behoeft aan de uitlener dus geen tegenprestatie te voldoen (artikel 7A:1777 BW).

In de praktijk is echter niet zelden in geschil of een tussen partijen gesloten overeenkomst kwalificeert als huur of bruikleen. Het verschil is o.a. relevant omdat een huurder in de regel wél en een bruiklener geen aanspraak kan maken op huurbescherming.

In de zaak die heeft geleid tot het arrest van 3 november 2015 moest het gerechtshof Amsterdam zich buigen over de vraag hoe de daar voorliggende overeenkomst moest worden aangemerkt; als een huur- of een bruikleenovereenkomst?

Wat speelde er? Een braakliggend stuk grond is door de eigenaar in gebruik gegeven aan een persoon die er dieren (o.a. schapen, geiten en kippen) op is gaan houden. In de gemaakte afspraken met betrekking tot het gebruik van het stuk grond is opgenomen dat de eigenaar er vanuit gaat dat de gebruiker het stuk grond als een goed huisvader zal behandelen en beheren en dat de eigenaar zich altijd het recht voorbehoudt om per direct het stuk grond weer op te eisen indien hij daartoe genoodzaakt is. Voor het gebruik van de grond wordt de eigenaar niet (in geld) betaald.

Nadat de eigenaar de grond aan een derde verkoopt zegt hij het gebruik van de grond op en verzoekt hij de gebruiker tot ontruiming over te gaan. Partijen komen vervolgens een nadere uitlooptermijn overeen, maar de gebruiker laat na om tegen het einde van die uitlooptermijn tot ontruiming over te gaan. De eigenaar start daarop een procedure strekkende tot ontruiming.

De gebruiker beroept zich erop dat de overeenkomst met betrekking tot het stuk grond een huurovereenkomst is. Hij stelt dat hij een tegenprestatie heeft verricht voor het gebruik door zorg te dragen voor het maaien en onkruid vrij houden van de grond. Het gerechtshof gaat hier echter niet in mee en laat het oordeel van de rechtbank dat het een bruikleenovereenkomst betreft in stand.
Het hof overweegt dienaangaande dat de aangevoerde werkzaamheden behoren tot de verplichting van de gebruiker om als goed huisvader voor het stuk grond te zorgen en niet volstaan als tegenprestatie in het kader van een huurovereenkomst. De onenigheid tussen partijen over de vraag of er een tegenprestatie is bedongen wordt in dezen dus in het voordeel van de eigenaar beslecht en blijft voor haar zonder verdere gevolgen.

Uit het arrest volgt echter dat u bij het in gebruik geven van een zaak, of dat nu een stuk grond of een woon- of bedrijfsruimte is, goed moet nadenken over de vraag of de gebruiker een tegenprestatie verschuldigd is en zo ja, waar deze dan uit bestaat. U dient deze voldoende duidelijk contractueel vast te leggen. Niet alleen om discussie hierover met uw contractspartij te voorkomen maar ook om het risico te beperken dat de overeenkomst in rechte anders wordt aangemerkt dan dat u voorstond bij het aangaan ervan, met alle gevolgen van dien. Laat u dus adviseren. Wij kunnen u helpen zowel met het redigeren als beoordelen van uw huur- of bruikleenovereenkomst.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties