073 720 02 00
Nieuws

De wet DBA – De huidige stand van zaken

Bijgewerkt op Nieuws

Zoals inmiddels waarschijnlijk bekend, is sinds 1 mei 2016 de Verklaring arbeidsrelatie (de “VAR”) vervangen door de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (de “Wet DBA”).

Sinds de inwerkingtreding van de Wet DBA moeten opdrachtgevers en opdrachtnemers zelf beoordelen of de arbeidsrelatie die zij aangaan een dienstbetrekking is. Dat is niet zonder risico. Als de belastingdienst achteraf vaststelt dat de arbeidsrelatie een dienstbetrekking is, terwijl de opdrachtgever en werknemer ervanuit zijn gegaan dat dat niet zo is, kunnen naheffingen en boetes volgen.
Het beoordelen van de arbeidsrelatie blijkt in de praktijk ontzettend lastig te zijn. Dat komt met name door onduidelijkheid van geldende criteria zoals ‘vrije vervanging’ en ‘gezagsverhouding’.

Staatssecretaris Wiebes heeft daarom eerder al aangekondigd dat nieuwe criteria zullen worden vastgesteld en heeft de handhaving van de Wet DBA tot in ieder geval 1 juli 2018 uitgesteld. Het is nu afwachten hoe dit zich zal ontwikkelen.

Minister van Sociale Zaken Koolmees heeft op 15 december 2017 een brief naar de Kamer gestuurd met als titel “Naar een nieuwe balans op de arbeidsmarkt”. Op pagina 7 van zijn brief is alvast het volgende aangegeven in dit verband.

“Voor opdrachtgevers zal duidelijkheid worden geschapen over de arbeidsrelatie door middel van de invoering van de opdrachtgeversverklaring, die verkregen kan worden na het invullen van een nog te ontwikkelen webmodule. In die webmodule zal het gezagscriterium, als onderdeel van de arbeidsovereenkomst, zo veel mogelijk worden verduidelijkt. Daarmee heeft de opdrachtgever zekerheid over het (niet) verschuldigd zijn van loonbelasting en premies werknemersverzekeringen zolang inderdaad wordt gewerkt conform ingevulde antwoorden in de webmodule.

Het kabinet treft daarnaast maatregelen die er op zien dat schijnzelfstandigheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt wordt voorkomen en professionals aan de bovenkant meer ruimte krijgen. Het streven is de specifieke maatregelen, bedoeld voor de onderkant en de bovenkant, alsmede de opdrachtgeversverklaring per 1 januari 2020 in werking te laten treden. Het kabinet acht het daarbij – zoals in het regeerakkoord gesteld- van groot belang om bij de concrete uitwerking hiervan sociale partners en veldpartijen te betrekken.

Naast het verduidelijken van het gezagscriterium ten behoeve van de webmodule zal het kabinet de wet zo aanpassen dat gezag voortaan meer getoetst wordt op basis van materiële in plaats van formele omstandigheden. Dit is complexe materie die potentieel alle werkenden raakt. Om de introductie van de andere maatregelen hiermee niet te belasten, pakt het kabinet dit separaat, maar voortvarend op.”

Wanneer daadwerkelijk duidelijk wordt wat er gaat gebeuren, is nog niet bekend. In ieder geval is het raadzaam om tot dat moment niet stil te zitten en de adviezen zoals opgenomen in onze eerdere artikelen te blijven volgen. (Artikelen: Gevolgen opschorting handhaving Wet DBA, Checklist wet DBA, HR tip #7 Wet DBA opgeschort tot 1 juli 2018)

Neem gerust contact met ons op voor meer informatie over dit onderwerp.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties