073 720 02 00

Proceskostenveroordeling onder reikwijdte toevoeging?

Door Bijgewerkt op Geen categorie

Ons Witte Huis dient op 19 mei 2014 een tuchtklacht in tegen de advocaat die haar op toevoegingsbasis heeft bijgestaan in een procedure tegen de gemeente Beverwijk. Deze procedure is door Ons Witte Huis verloren en zij is in de door de gemeente Beverwijk gemaakte proceskosten veroordeeld. De tuchtklacht tegen de advocaat houdt in dat deze Ons Witte Huis voorafgaand aan de procedure noch schriftelijk, noch mondeling heeft gewezen op het feit dat het risico van een proceskostenveroordeling bij verlies van de procedure niet onder de reikwijdte van de toevoeging valt. De Raad van discipline heeft de klacht bij beslissing van 24 maart 2015 gegrond verklaard.

Ons Witte Huis vordert in deze civiele procedure dat de advocaat wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag gelijk aan de proceskosten waarin zij jegens de gemeente Beverwijk is veroordeeld. Ons Witte Huis legt hieraan ten grondslag dat de advocaat toerekenbaar tekort is geschoten, althans dat hij onrechtmatig heeft gehandeld jegens Ons Witte Huis door haar niet te wijzen op het risico van een proceskostenveroordeling bij verlies van de procedure tegen de gemeente Beverwijk.

De kantonrechter wijst de vordering af, omdat Ons Witte Huis onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat zij de procedure tegen de gemeente Beverwijk niet zou zijn aangegaan indien haar vooraf zou zijn meegedeeld dat een risico bestond op een proceskostenveroordeling. Het vereiste causaal verband ontbreekt.

In appèl stelt Ons Witte Huis dat de advocaat haar de keuze heeft onthouden de procedure tegen de gemeente Beverwijk al dan niet aan te gaan door haar niet te wijzen op het risico van een proceskostenveroordeling bij verlies. De advocaat stelt daarentegen dat hij Ons Witte Huis tijdens een gesprek mondeling heeft voorgehouden dat als zij de procedure zou verliezen, zij de kosten van de wederpartij zou moeten betalen, en dat dit niet onder de toevoeging viel.

Het Hof stelt voorop, onder verwijzing naar jurisprudentie van de Hoge Raad, dat het overtreden van een tuchtnorm niet dwingt tot het oordeel dat sprake is van wanprestatie of van een onrechtmatige daad, maar dat het oordeel van de tuchtrechter wel een rol kan spelen bij de beantwoording van de vraag of de beroepsbeoefenaar aansprakelijk is.

Het Hof overweegt verder dat het bewijsrisico in de tuchtprocedure ten aanzien van de gestelde mondelinge mededeling weliswaar bij de advocaat lag, maar dat het in de onderhavige civiele procedure aan Ons Witte Huis is om voldoende gemotiveerd te stellen en zo nodig te bewijzen dat de advocaat die mededeling niet heeft gedaan nu Ons Witte Huis degene is die het rechtsgevolg daarvan inroept. Gelet op de gemotiveerde betwisting door de advocaat kan niet als vaststaand worden aangenomen dat hij de bewuste mededeling niet heeft gedaan, en is het aan Ons Witte Huis om haar stelling te bewijzen. Hierin slaagt zij niet.

Derhalve komt niet vast te staan dat de advocaat de bedoelde mededeling niet heeft gedaan en zijn de vorderingen van Ons Witte Huis niet toewijsbaar, bij gebreke van een feitelijke grondslag.

Op SmartNewz sinds: 9 januari 2017
https://www.recht.nl/rechtspraak/uitspraak?ecli=ECLI:NL:GHAMS:2016:5513

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties