073 720 02 00

Het belang van knowhow onder de nieuwe Wet franchise

Door Gepubliceerd op 18 mei 2021 Geen categorie

Een veelvoorkomend punt van discussie binnen de franchiserelatie is het concurrentiebeding. Dat een franchisenemer tijdens de looptijd van de franchiseovereenkomst geen concurrerende activiteiten mag ontplooien is helder en kan in iedere franchiseovereenkomst eenvoudig worden opgenomen.

Het concurrentiebeding zoals dat geldt na afloop van de franchiseovereenkomst is een punt waar al veel procedures over zijn gevoerd.

Met de invoering van de Wet franchise – die geldt vanaf 1 januari 2021 – gelden er strengere eisen aan dit concurrentiebeding, waarbij in bepaalde gevallen een overgangstermijn geldt van 2 jaren.

De reikwijdte van het (post contractuele) concurrentiebeding dient op grond van de Wet franchise (artikel 7:920 BW) schriftelijk overeengekomen te zijn, mag maximaal een jaar bedragen en moet dienen te bescherming van de knowhow van de franchisegever. Het mag bovendien niet verder strekken dan het rayon.

Schriftelijkheidsvereiste

Dat een concurrentiebeding schriftelijk vastgelegd moet worden is volstrekt logisch en iets wat in het arbeidsrecht al jaren is opgenomen in het Burgerlijk Wetboek.

Maximaal een jaar

De maximale duur van 1 jaar is iets wat eigenlijk in alle franchiseovereenkomsten die ik ben tegengekomen of heb opgesteld terugkomt.

Ter bescherming knowhow

Dat op grond van de Wet franchise expliciet benoemd moet worden dat het concurrentiebeding strekt ter bescherming van de knowhow is onlangs aan bod gekomen bij de rechtbank van Overijssel.

De voorzieningenrechter van die rechtbank heeft zich namelijk in haar uitspraak van 24 februari jl. nader uitgelaten over het vraagstuk knowhow binnen een franchiseformule en de naleving van het non-concurrentiebeding na afloop van de franchiserelatie.

De franchisegever, een formule gericht op bemiddeling bij verhuur van onroerend goed en beheer van woonruimte, beriep zich op een concurrentiebeding omdat de franchisenemer – die voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst meer dan 11 jaren had gewerkt in de makelaars branche – na de beëindiging van de franchiseovereenkomst zelfstandig verder was gegaan als makelaar in het rayon waar zij als franchisenemer actief was.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat een non-concurrentiebeding er in een franchiseovereenkomst primair toe strekt de franchisegever in staat te stellen zijn of haar knowhow aan de franchisenemer over te dragen en deze de nodige bijstand bij de toepassing van zijn methoden te kunnen verlenen, zonder het risico te lopen dat die knowhow en die bijstand (indirect) aan concurrenten ten goede komen. De voorzieningenrechter zag daar aanleiding toe omdat in het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst ook expliciet werd gesproken over ‘ter bescherming van de door franchisegever aan franchisenemer overgedragen knowhow(…)’, een bepaling die ik standaard opneem in een franchiseovereenkomst.

De vraag die in dit kort geding beantwoord diende te worden was dan ook of er sprake was geweest van overdracht van knowhow aan de franchisenemer.

De voorzieningenrechter zocht aansluiting bij de Wet franchise. Met andere woorden; de franchisegever heeft (pas) belang bij bescherming van de overgedragen knowhow als er sprake is van kennis of informatie die (i) geheim, (ii) wezenlijk en (iii) geïdentificeerd is.

De voorzieningenrechter kwam tot het oordeel dat de door de franchisegever verstrekte informatie niet aan deze eisen voldeed. In de visie van de voorzieningenrechter was niet onderbouwd dat de ter beschikking gestelde kennis moest worden gekwalificeerd als unieke en/of geheime informatie. Ook was niet onderbouwd dat die kennis en informatie niet buiten franchisegever om eenvoudig kon worden verkregen.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het informatie betrof die voor het publiek algemeen toegankelijk is, dan wel ging het over kennis die eenvoudig verkregen kon worden. Ook was niet gebleken dat de informatie als wezenlijk voor de franchiseonderneming moest worden gekwalificeerd.

Uit deze uitspraak blijkt eens te meer dat je er als franchisegever dus niet zonder meer vanuit mag gaan dat er sprake is van overdracht van knowhow. Dit dient op de juiste wijze onderbouwd te zijn.

Twijfel je of jouw knowhow echt zo beschermd is als je denkt of heb je andere vragen over het concurrentiebeding? Neem vrijblijvend contact op met Jordy Meerman.

Overigens is de knowhow zeker niet het belangrijkste punt als het gaat over het concurrentiebeding. In een volgende blog zal ik nader ingaan op het rayon.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties