Naheffingsaanslag loonbelasting voor freelancers
Al eerder schreven wij in ons artikel van 7 juni 2017 over de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA).
De Wet DBA houdt kort gezegd in dat opdrachtgevers en opdrachtnemers zelf verantwoordelijk zijn voor de fiscale gevolgen als de Belastingdienst oordeelt dat sprake is van een arbeidsrelatie. Bij een arbeidsrelatie moet de werkgever namelijk loonbelasting betalen. Indien de Belastingdienst, en dit kan ook achteraf, oordeelt dat wel sprake is van een arbeidsrelatie, dan kunnen forse boetes en naheffingen volgen. In dit artikel leest u meer over een recente uitspraak van de rechter over een naheffingsaanslag van de Belastingdienst.
Wet DBA
Vanwege de onduidelijkheid over de Wet DBA, is de handhaving uitgesteld tot 1 juli 2018. Dat betekent dat opdrachtgevers en opdrachtnemers tot die tijd geen boetes of naheffingen krijgen als achteraf geconstateerd wordt dat er sprake is van een arbeidsrelatie. Dat geldt niet voor kwaadwillenden. Kwaadwillenden zijn de opdrachtgevers en opdrachtnemers die overduidelijk een werkgevers-werknemersrelatie hebben en dus opzettelijk geen belasting en premies betalen. De Belastingdienst kan dan alsnog een forse boete of naheffing opleggen.
Uitspraak
Recentelijk heeft de Belastingdienst een forse naheffing loonbelasting opgelegd aan een eigenaar van een thuiszorgbedrijf. De eigenaar van het zorgbedrijf gaat in beroep en er volgt een uitspraak: de Belastingdienst heeft terecht een naheffing loonbelasting opgelegd want er was sprake van een arbeidsrelatie. Gevolg: naheffingsaanslag loonbelasting van in totaal € 394.739,00. Daarnaast wordt een boete opgelegd ad € 197.369,00 en is de eigenaar van het thuiszorgbedrijf de rente verschuldigd van de afgelopen jaren van een bedrag ad € 17.228,00.
Een pittige beslissing dus. De eigenaar van het thuiszorgbedrijf was het niet eens met deze beslissing en stapte naar de rechter. In dit artikel bespreken we de belangrijkste punten van deze uitspraak.
Juridisch kader
Even terug naar de wet. Wanneer is er sprake van een arbeidsrelatie?
Er is sprake van een arbeidsrelatie als voldaan wordt aan de volgende elementen:
- Er moet een gezagsverhouding bestaan tussen degene die de arbeid opdraagt en degene die de arbeid verricht; en
- De werknemer is verplicht tot het persoonlijk verrichten van de arbeid gedurende zekere tijd;
- De werkgever heeft een verplichting jegens de werknemer tot het betalen van loon.
Is er sprake van een arbeidsrelatie, dan is de werkgever verplicht om loonbelasting te betalen.
Oordeel Belastingdienst
De eigenaar van het thuiszorgbedrijf maakte naast werknemers ook gebruik van freelancers. De eigenaar van het thuiszorgbedrijf had met deze freelancers een ‘Arbeidsovereenkomst Freelancer’ gesloten. In deze overeenkomst waren onder andere afspraken opgenomen over werkdagen en-uren, een beloning, een verbod op nevenwerkzaamheden, een geheimhoudingsbeding en een concurrentiebeding.
Op grond van de ‘Arbeidsovereenkomst freelancers’ en de daarin opgenomen afspraken, oordeelde de Belastingdienst dat sprake was van een arbeidsrelatie met als gevolg een forse naheffing van de loonbelasting. De eigenaar van het zorgbedrijf stapte naar de rechter.
Oordeel rechter
Maar de rechter gaf de Belastingdienst gelijk en oordeelde dat voldaan werd aan alle vereisten van een arbeidsrelatie:
- Gezagsverhouding
Volgen de rechter was er sprake van een gezagsverhouding omdat de eigenaar van het thuiszorgbedrijf bevoegd was om de freelancers aanwijzingen te geven over het werk. De eigenaar van het thuiszorgbedrijf had dus een instructiebevoegdheid. - Persoonlijke arbeid
Bovendien oordeelde de rechter dat er sprake was van een verplichting tot het verrichten van persoonlijke arbeid. Het thuiszorgbedrijf wilde namelijk geïnformeerd worden bij vervanging van personeel. - Loonbetaling
Tot slot oordeelde de rechter dat de eigenaar van het thuiszorgbedrijf verplicht was om de werkzaamheden van de freelancers te betalen. De bepaling in de ‘Arbeidsovereenkomst Freelancers’ over ‘een vergoeding per uur’ werd als loon gezien.
De rechter kwalificeerde de eigenaar van het thuiszorgbedrijf als een zogenaamde kwaadwillende. De eigenaar van het thuiszorgbedrijf had zich moeten realiseren dat sprake was van een arbeidsrelatie. Gelet op de omvang van de onderneming en de hoeveelheid personen die werkzaam waren, had bij de eigenaar van het thuiszorgbedrijf een belletje moeten rinkelen dat zij te weinig belasting betaalde.
Conclusie
De Belastingdienst kan dus, ook achteraf, oordelen dat sprake is van een arbeidsrelatie met forse naheffingsaanslagen tot gevolg. Kortom, ondanks dat handhaving van de Wet DBA is uitgesteld tot 1 juli 2018 betekent dit niet dat bedrijven geheel risicoloos stil kunnen zitten. Let daarom goed op en gebruik deze overbruggingsperiode om de arbeidsrelatie en werkwijzen te inventariseren. Mocht u daar hulp bij kunnen gebruiken, neem dan zeker contact op met ons.