073 720 02 00
Nieuws

Scheiden en getrouwd onder huwelijkse voorwaarden

Bijgewerkt op Nieuws

Huwelijkse voorwaarden

Op het moment dat u besluit te gaan trouwen, kunt u ervoor kiezen om te trouwen in wettelijke (inmiddels beperkte) gemeenschap van goederen, of onder het maken van huwelijkse voorwaarden. Hetzelfde geldt voor een geregistreerd partnerschap, in welk geval men overigens van partnerschapsvoorwaarden spreekt. Ook tijdens uw huwelijk of geregistreerd partnerschap kunt u voorwaarden laten opstellen.

Een overweging om voorwaarden op te laten stellen, kan zijn het beschermen van uw vermogen tegen schuldeisers van uw partner in geval van echtscheiding. Een andere reden kan zijn dat u wilt voorkomen dat u uw inkomen, vermogen of andere zaken moet delen in geval van echtscheiding.

Een aantal vormen van huwelijkse voorwaarden / partnerschapsvoorwaarden komen we in de praktijk vaak tegen. Zo is er de zogenoemde “koude uitsluiting”. Waar bij een gemeenschap van goederen alles 50/50 wordt gedeeld, wordt er in geval van een koude uitsluiting bij een echtscheiding niets gedeeld.

Tussen de koude uitsluiting en algehele gemeenschap in zit de “beperkte gemeenschap”. Bij deze variant bestaat er een privédeel voor één van de, of beide partners, en een gemeenschappelijk deel, bijvoorbeeld de woning. Partners verdelen bij een scheiding dan alleen het gemeenschappelijke deel. Sinds 1 januari 2018 trouwt u overigens automatisch in beperkte gemeenschap van goederen.

Verrekenstelsels

Wat bijna standaard in huwelijkse voorwaarden wordt opgenomen, is een verrekenbeding. Met een verrekenbeding wordt het ‘harde’ aan huwelijkse voorwaarden wat ‘verzacht’, omdat het de financiële kloof tussen de echtgenoten minder groot maakt.

Er zijn twee soorten verrekenbedingen: een periodiek, en een finaal verrekenbeding. Bij een periodiek verrekenbeding verdelen partners hun inkomsten uit arbeid op regelmatige basis, bijvoorbeeld aan het einde van elk kalenderjaar. Een finaal verrekenbeding lijkt op een (algehele) gemeenschap van goederen: indien het huwelijk eindigt, krijgt ieder de helft van het aanwezige vermogen. U kunt echter laten opnemen dat een aantal zaken buiten deze verrekening blijft, zoals het vermogen dat u vóór het huwelijk al had, of een erfenis die u hebt ontvangen.

Huwelijkse voorwaarden in geval van een onderneming

Vaak zijn het ondernemers die trouwen onder huwelijkse voorwaarden. Op die manier houden zij namelijk bedrijfsmatige inkomsten, maar ook schulden gescheiden van hun privévermogen. De ‘echtelijke’ woning wordt bijvoorbeeld op naam van de echtgenoot die géén ondernemer is, gezet.

Huwelijkse voorwaarden maken daarnaast de verdeling van een bedrijf bij echtscheiding duidelijker. Zo hoeft bij koude uitsluiting het bedrijf (althans, de waarde) niet verdeeld / verrekend te worden; de ondernemer behoudt na de scheiding zijn hele bedrijf, inclusief vastgoed, schulden en aandelen.

Hetzelfde geldt vaak wanneer in de huwelijkse voorwaarden een periodiek verrekenbeding is opgenomen, tenzij partners dat niet hebben uitgevoerd. In dat geval treedt het finaal verrekenbeding in werking. Zoals u hiervoor al heeft kunnen lezen, wordt in geval van een finale verrekening alles 50/50 tussen de echtgenoten verdeeld. Dat geldt dus ook voor de aandelen van een bedrijf. Het maakt dan niet uit op wiens naam deze staan. Meestal wordt afgesproken dat de echtgenoot-ondernemer alle aandelen mag behouden. Hij betaalt de andere echtgenoot dan een vergoeding. Strikt genomen, ‘verkoopt’ de aandeelhouder (in dit geval de echtgenoot die géén ondernemer is) zijn helft van de aandelen aan de andere aandeelhouder (de echtgenoot-ondernemer). Over die verkoop wordt belasting geheven. Die kan onder strikte voorwaarden worden doorgeschoven. Eén van die voorwaarden is dat de verdeling moet plaatsvinden binnen twee jaar ná de ontbinding van het huwelijk.

Gezamenlijke bankrekeningen en saldi

Hoewel echtgenoten die getrouwd zijn onder huwelijkse voorwaarden hun inkomsten en vermogens veelal gescheiden (willen) houden, komt het weleens voor dat zij één of meerdere gezamenlijke bankrekeningen hebben. Die kunnen in geval van een scheiding opgeheven of (al dan niet tijdelijk) voortgezet worden.

Het voortzetten van de rekening(en) kan een goed idee zijn indien men nog gezamenlijke kosten of inkomsten heeft, zoals de hypotheeklasten respectievelijk kinderbijslag. Automatische incasso’s en periodieke overboekingen moeten echter in overleg stopgezet worden.

Uiteraard bestaat ook de mogelijkheid om de rekening(en) op naam van één van de echtgenoten te zetten.

Verzekeringen

Wat door veel mensen vergeten wordt, zijn de verzekeringen. Ook daarover moet in het kader van een echtscheiding nagedacht worden. Daarbij valt te denken aan de woonhuis- en inboedelverzekering, of de uitvaart- en overlijdensrisicoverzekering. Kunnen die verzekeringen aan één van de echtgenoten toegedeeld worden en moeten bepaalde waardes verrekend worden? Belangrijke vragen om bij stil te staan.

Peildatum waardebepaling

Zoals uit het voorgaande blijkt, zijn er óók in geval van huwelijkse voorwaarden vaak veel zaken die verdeeld moeten worden bij scheiding. De waarde van de bezittingen die verdeeld moeten worden, wordt berekend op de zogeheten peildatum. Normaliter is de peildatum de dag waarop het verzoek tot echtscheiding wordt ingediend bij de rechtbank. In overleg kunnen echtgenoten echter een andere datum kiezen, bijvoorbeeld de datum waarop zij feitelijk gescheiden zijn gaan leven.

Om de waarde te bepalen van alle zaken die verdeeld moeten worden, moet men eerst een overzicht maken. Daarna volgt een verdeling, al dan niet onder begeleiding van een mediator of advocaat.

Wilt u meer weten?

Neem dan vrijblijvend contact op met Snijders Familierecht. Jitka Swinkels en Rianne Verlijsdonk adviseren u graag, zowel ten tijde van het (laten) opstellen van huwelijkse voorwaarden, als in het kader van een (eventuele) echtscheiding.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties