Wat betekent koude uitsluiting?
De meeste mensen weten vaak wel of ze wel of niet gehuwd zijn onder huwelijkse voorwaarden. Als er vervolgens wordt gevraagd wat er nu precies in de huwelijkse voorwaarden staat, weten ze dat vaak echter níet. Als er bijvoorbeeld sprake is van koude uitsluiting, is vaak niet duidelijk wat dat nu precies inhoudt. Wél is bekend dat koude uitsluiting voor diegene die tijdens het huwelijk geen of weinig inkomen heeft verworven – meestal de vrouw – bijzonder slecht kan uitpakken.
Wat bekent koude uitsluiting nu precies? En houdt dat dan ook in dat het “slachtoffer” van dit regime geheel met lege handen achterblijft?
Koude uitsluiting
Als er sprake is van koude uitsluiting, dan zijn echtgenoten voorafgaand aan hun huwelijk in de huwelijkse voorwaarden overeengekomen dat er géén sprake is van een (wettelijke of algehele) gemeenschap van goederen. Ook zijn partijen in de huwelijkse voorwaarden dan geen verrekenbeding (periodiek/Amsterdams, facultatief of finaal) overeengekomen, hetgeen kort gezegd inhoudt dat overgespaard inkomen – na voldoening van de kosten van de huishouding – bij helfte wordt verdeeld.
Voorbeeld
Partijen zijn gehuwd na opmaak van huwelijkse voorwaarden. Mevrouw had voorafgaand aan het huwelijk een (geërfd) vermogen van € 50.000. Meneer had niets qua vermogen, maar wel een woning met hypotheek op zijn naam en een baan met goede doorgroeimogelijkheden. Partijen krijgen twee kinderen en mevrouw gaat parttime werken. Zij verdiende immers aanzienlijk minder dan meneer en dat was “wel zo makkelijk” om het gezin draaiende te houden. Twaalf jaar later gaan partijen uit elkaar. Meneer werkt, al dan niet inmiddels als ondernemer, nog steeds fulltime en heeft een salaris van € 10.000 per maand en een jaarlijkse bonus van circa € 50.000 en mevrouw werkt parttime en heeft een inkomen van € 1.200 per maand. Mevrouw betaalt van haar inkomen altijd de boodschappen en kleding voor het gezin. Ook de kappersbezoekjes komen voor haar rekening. Meneer betaalt de rest: alle vaste lasten, zoals de hypotheek van zijn woning, gas, water, licht, ziektekosten, maar ook drie keer per jaar een luxe vakantie, etc.
Als partijen vervolgens uit elkaar gaan en mevrouw tijdens het huwelijk niets (meer) heeft kunnen sparen, blijft zij achter met het vermogen dat zij vóór het huwelijk reeds had, namelijk die € 50.000. Meneer heeft daarentegen de woning met inmiddels een overwaarde van (bijvoorbeeld) € 300.000 en diverse beleggingsrekeningen met een waarde van circa € 400.000. Dat kán onredelijk voelen voor mevrouw; zij was toch juist degene die alles heeft gefaciliteerd, zodat de man een carrière kon maken? Meneer zal daar wellicht anders over denken: hij heeft altijd hard gewerkt, mevrouw was thuis met de kinderen, dus waarom zou zij recht hebben op de helft van het vermogen wat híj heeft opgebouwd tijdens het huwelijk? Het lijkt een cliché voorbeeld, maar het komt toch nog geregeld voor.
Gevolgen koude uitsluiting
Als er sprake is van koude uitsluiting, dan heeft de vrouw uit voormeld voorbeeld dus geen enkele vermogensrechtelijke aanspraak. Zij heeft geen recht op een deel van de waarde van de woning noch het vermogen dat meneer heeft opgebouwd tijdens het huwelijk. De bedoeling van koude uitsluiting is immers dat alle bezittingen en schulden apart van elkaar blijven en er hoeft niets te worden verdeeld/gedeeld/verrekend.
Vergoedingsrechten
Stel nu dat mevrouw uit het voorbeeld haar € 50.000 aan privé vermogen heeft geïnvesteerd in de woning van meneer. Bijvoorbeeld, omdat partijen de woning wilden verbouwen toen er gezinsuitbreiding kwam. Dan levert dat een vergoedingsrecht op van mevrouw jegens meneer. Mevrouw krijgt haar geld in beginsel dan dus terug van meneer.
Redelijkheid en billijkheid
Als partijen uitsluiting van een gemeenschap hebben afgesproken, maar zich nadien feitelijk gedragen alsof men in algehele gemeenschap is gehuwd, dan kán het redelijk en billijk zijn dat er alsnog wordt afgewikkeld als ware er sprake van een gemeenschap van goederen. Hiervan is echter niet snel sprake, maar in de jurisprudentie zijn er wel wat uitspraken te vinden. Er dienen concrete feiten en omstandigheden te zijn – die in een eventuele procedure ook kunnen worden bewezen – waaruit blijkt dat partijen hebben gehandeld alsof zij in gemeenschap van goederen waren gehuwd.
Eenvoudige gemeenschappen
Wat we overigens wél vaak zien, is dat er – ondanks de koude uitsluiting – wel een woning op beider naam wordt gekocht en/of dat er een gezamenlijke rekening is (betaal en spaar). Ten aanzien van die gezamenlijke rekening is overigens niet zo dat het saldo daarop per definitie 50/50 wordt verdeeld. Het gaat er namelijk om wie de rekening heeft gevoed. Bewijstechnisch levert dat vaak problemen op. De gezamenlijke woning woning wordt een eenvoudige gemeenschap van woning genoemd, en die moet daarentegen wél worden verdeeld bij het einde van het huwelijk.
Stel nu dat meneer er wil blijven wonen, dan zal hij mevrouw moeten uitkopen (door betaling van de helft van de overwaarde). In de huidige woningmarkt betekent dit veelal dat er toch nog een (fors) geldbedrag aan wordt overgehouden.
Partneralimentatie
Tot slot is het van belang dat, ook al is er sprake van koude uitsluiting, er wel sprake kan zijn van een onderhoudsverplichting. In de voorbeeldcasus zal de man partneralimentatie moeten gaan betalen aan de vrouw. Vooralsnog is het niet mogelijk om partneralimentatie in de huwelijkse voorwaarden uit te sluiten. Echter, de partneralimentatieduur is aanzienlijk korter dan voorheen. In het voorbeeld heeft de vrouw in beginsel recht op vijf jaar partneralimentatie, terwijl dat voorheen twaalf jaar was. Dat betekent dus dat zij er na vijf jaar weer helemaal alleen voor komt te staan.
Meer informatie? Neem dan contact op met een van onze familierechtspecialisten mr. Jitka Swinkels of mr. Rianne Verlijsdonk.