073 720 02 00

Ontbinding vanwege verwijtbaar handelen: laatste redmiddel?

Door Bijgewerkt op Geen categorie

Inmiddels is het algemeen bekend dat een werkgever een ‘voldragen ontslaggrond’ moet hebben. Dat wil zeggen: een wettelijke grond is aanwezig en herplaatsing is niet mogelijk.

Eén van die wettelijke ontslaggronden is: ‘verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, zodanig dat van de werkgever niet kan worden verlangd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren’. Verwijtbaar handelen schuurt tegen een ‘dringende reden’ aan. Een dringende reden is namelijk nodig voor ontslag op staande voet. De Hoge Raad kreeg de vraag: is voor de wettelijke grond verwijtbaar handelen of nalaten nodig dat dit een laatste redmiddel is, net zoals bij een ontslag op staande voet?

Mocht je geïnteresseerd zijn in de mogelijkheden voor een andere ontslaggrond, te weten de ‘restgrond’ (ook wel de h-grond genoemd), lees dan zeker de blog van mijn collega Tamara Jansen . Als je wil weten waar je onder meer rekening mee moet houden bij een ontslag op staande voet, lees dan de blog van mijn collega Nina.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat voor een ontslag op grond van verwijtbaar handelen of nalaten, het voor de werknemer van tevoren duidelijk moet zijn geweest wat wel of niet door de werkgever als toelaatbaar wordt gezien. Hierbij geldt dat de gestelde eisen gangbaar en niet buitensporig zijn. Het voorgaande kan worden samengevat als: de werknemer moet gewaarschuwd zijn. Dat kan door middel van beleid, maar ook door middel van een schriftelijke waarschuwing waar de gevolgen duidelijk uiteen gezet worden. Uitzondering op de – ik noem het maar waarschuwingsregel – zijn evidente fouten, zoals diefstal en dergelijke.

De Hoge Raad oordeelt vervolgens dat voor een ontslag op grond van verwijtbaar handelen niet vereist is dat het ontslag een laatste redmiddel is, in die zin dat het ontslag alleen mogelijk zou zijn als je als werkgever met minder ingrijpende middelen niet kan volstaan.

Wat betekent dit voor de praktijk?

Met dit arrest heef de Hoge Raad in ieder geval duidelijk gemaakt dat het ontslag geen ‘ultimum remedium’ hoeft te zijn., zoals bij ontslag op staande voet. Vereist is dat de werknemer wist dat hij ontslagen kon worden voor bepaald gedrag of juist het nalaten van bepaald gedrag. Het hoeft dus niet altijd een handeling van de werknemer te zijn. Stilzitten kan net zo fout zijn. Ons advies is dan ook: denk eens na wat je wel/niet binnen je organisatie als wenselijk gedrag ziet. Leg dat in concept vast. Vraag instemming aan de ondernemingsraad (indien aanwezig). Na instemming, implementeer het beleid.

En dan komt feitelijk de belangrijkste stap: handhaven. Als je in de praktijk constateert dat de werknemer in strijd handelt met het beleid, spreek hem/haar daarop aan en leg dit schriftelijk vast. Bij een vervolgovertreding kan dan tot ontslag worden overgegaan.

Mocht je hulp wensen bij het opstellen van het beleid, neem dan contact op met iemand van het team arbeidsrecht.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties