073 720 02 00

Het ouderschapsplan

Gepubliceerd op 30 mei 2022 Geen categorie

Een scheiding heeft grote invloed op het leven van de kinderen. Als u samen minderjarige kinderen hebt en uit elkaar gaat, dan moet er een ouderschapsplan worden opgesteld. Dit geldt ongeacht het type relatiebreuk, bijvoorbeeld een echtscheiding of een verbreking van de samenleving. In deze blog leggen wij u graag uit wat er allemaal in een dergelijk ouderschapsplan dient te staan.

Wat is een ouderschapsplan?

Een ouderschapsplan is een plan waarin de ouders hun afspraken vastleggen over de verzorging en opvoeding van de kinderen nadat zij uit elkaar zijn gegaan. Het gezamenlijk gezag blijft immers bestaan en dat betekent dat dus dat u beiden de plicht en het recht hebt om uw kind te (blijven) verzorgen en op te voeden. Door het uit elkaar gaan, dient er alleen op een nieuwe manier invulling te worden gegeven aan het ouderschap.

Wie moet een ouderschapsplan opstellen?

De wet bepaalt dat het ouderschapsplan verplicht is voor ouders die getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben, maar ook voor samenwonende ouders met gezamenlijk gezag die uit elkaar willen gaan.

Wat staat erin?

Een ouderschapsplan kan beknopt zijn, maar ook zeer uitgebreid. De wet bepaalt dat er minimaal over drie onderwerpen afspraken in dienen te staan:

  1. De verdeling van de zorg en opvoeding (de zorgregeling);
  2. Hoe de ouders elkaar informeren en consulteren over belangrijke onderwerpen (de informatie- en consultatieregeling);
  3. Wie welk aandeel heeft in de kosten van de kinderen (de kinderalimentatie).

Daarnaast dient in het plan te worden vermeld op welke wijze de kinderen bij het opstellen van het plan zijn betrokken. Hoe dat gebeurt, hangt af van de leeftijd van de kinderen. Het is belangrijk dat u hen op een passende manier betrekt.

1. De zorgregeling: een co-ouderschap of een (uitgebreide) weekendregeling?

Als er sprake is van gezamenlijk gezag, dan wordt de regeling over de verdeling van de zorg en opvoedtaken een zorgregeling genoemd. In de volksmond wordt meestal gesproken over een omgangsregeling. Juridisch spreekt men daar echter alleen over als de andere ouder geen gezag heeft, bijvoorbeeld als een kind is geboren tijdens een samenleving en de ouders nooit het gezamenlijk gezag hebben aangevraagd. Ouders die tijdens hun huwelijk of geregistreerd partnerschap kinderen krijgen, worden van rechtswege belast met het gezamenlijk gezag.

De zorgregeling kan op veel verschillende manieren worden ingevuld. In onze praktijk horen we vaak dat ouders een co-ouderschap willen. Als we dan vragen wat ze daar precies mee bedoelen, zijn de antwoorden wisselend. Een co-ouderschap is ook geen vastomlijnd begrip. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om een week op/week af regeling te hebben, met een vaste wisseldag. Ook is het mogelijk dat de weekenden worden verdeeld en de kinderen van maandag tot woensdag bij de ene ouder zijn, en van woensdagmiddag tot vrijdag bij de andere ouder. Een uitgebreide zorgregeling is ook vaak goed werkbaar een praktisch. Als – zoals toch nog steeds vaak het geval is – de vader fulltime werkt en de moeder niet, dan komt de zorg voor de kinderen meer te liggen bij de moeder. Als de kinderen dan om de week van vrijdagmiddag uit school tot maandagochtend bij de vader zijn en daarnaast nog wekelijks één dag uit school tot de daaropvolgende ochtend, kan dat ook goed werken. Die doordeweekse dag kan van maandag op dinsdag zijn (dan zijn ze dus om de week een extra lang weekend bij vader) of juist een dag in het midden van de week. Dit hangt allemaal af van de mogelijkheden van beide ouders. Wat is voor hen werkbaar, maar boven alles: wat is voor de kinderen prettig? Hoewel we ze in de praktijk steeds minder zien, zijn er ook nog steeds ouders die kiezen voor een weekendregeling, dus dat de kinderen om het weekend bij de andere ouder zijn.

De manier waarop de zorg wordt verdeeld, is ook afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. Voor een pasgeboren baby zijn er meestal andere regels dan voor schoolgaande pubers die bijna volwassen zijn. Ook hangt het af van het kind zelf, alsook van de (toekomstige) woonplaats van de ouders. Sommige kinderen hebben geen enkele moeite met meerdere wisselingen in de week, of willen even gaan eten bij één van de ouders en/of thee drinken uit school, om vervolgens wel weer bij de ander ouder te gaan slapen. Een voorgenomen verhuizing naar een andere plek verder weg van de voormalig echtelijke woning en de school van de kinderen, maakt ook dat een doordeweekse zorgregeling lastiger kan zijn.

Kortom, alles hangt af van de omstandigheden van het geval. In overleg met uw ex-partner en/of onder begeleiding van uw advocaat of mediator kunnen verschillende scenario’s worden besproken en uitgewerkt, om vervolgens de meest passende manier vast te leggen in het ouderschapsplan.

Naast de dagen en tijdstippen waarop de kinderen bij welke ouder zijn, zullen er ook afspraken moeten worden gemaakt over het halen en brengen, de verdeling van de vakanties, of de regeling rond de feestdagen, verjaardagen of andere bijzondere dagen en het adres waar de kinderen worden ingeschreven.

2. De informatie- en consultatieregeling; wat houdt dat in?

Een informatie- en consultatieregeling is een regeling waarin de ouders met elkaar afspraken maken over de frequentie en de wijze waarop zij elkaar informeren over belangrijke zaken die betrekking hebben op de verzorging en opvoeding van de kinderen (school, sport, hobby’s, medische aangelegenheden, vermogen van de kinderen etc.). Als er sprake is van een co-ouderschap of een uitgebreide zorgregeling, dan zullen de ouders hoe dan ook veel moeten overleggen. Ook krijgen ze daardoor vaak al meer mee via de kinderen over bijvoorbeeld school of sport. Het is in welke situatie dan ook belangrijk dat de ouders ook rechtstreeks contact met elkaar hebben en dat de communicatie niet volledig via de kinderen verloopt; dat is immers belastend voor ze.

3. Ieder aandeel in de kosten; hoe hoog is de kinderalimentatie

De hoogte van de kinderalimentatie is afhankelijk van de behoefte van de kinderen en de draagkracht van de ouders. Hoe hoog de behoefte van de kinderen is, hangt af van het netto besteedbaar gezinsinkomen ten tijde van het uit elkaar gaan. Als die behoefte eenmaal is vastgesteld, dan is de vraag hoeveel de ouders, gelet op hun draagkracht, naar rato dienen bij te dragen aan de kosten van hun kinderen. Uiteraard is hierbij ook nog van belang wat de zorgverdeling is. Er wordt namelijk rekening gehouden met een zorgkorting van 15% van de behoefte als de kinderen gemiddeld één dag bij die ouder zijn, 25% van de behoefte als de kinderen gemiddeld twee dagen bij die ouder zijn of 35% van de behoefte als de kinderen gemiddeld drie dagen bij die ouder zijn. Een advocaat of mediator kan u helpen met het opstellen van de alimentatieberekening. Ook is het mogelijk dat wordt afgesproken dat de ouders gebruik maken van een kinderrekening. Veelal worden de verblijfskosten (eten, drinken, onderdak, uitjes, vakanties etc.) niet van de kinderrekening voldaan, maar alleen de verblijfsoverstijgende kosten (zoals kleding en schoeisel, schoolkosten, kosten voor sport etc.).

Ligt het voor altijd vast?

Kinderen groeien op en het kan zo zijn dat de situatie verandert. Daarom is het goed om af te spreken dat het ouderschapsplan periodiek wordt doorgenomen en zo nodig aangepast.

Wat kunnen wij voor u doen?

Mr. Jitka Swinkels en mr. Rianne Verlijsdonk-Gerards zijn beiden een in het familierecht gespecialiseerde advocaat én mediator. Zij kunnen u helpen met het opstellen van een ouderschapsplan. Dat kan in de hoedanigheid van advocaat óf mediator. Als mediator zijn zij onpartijdig en staan zij beide ouders bij en als advocaat behartigen zij alleen uw belangen. De andere ouder zoekt dan een eigen advocaat. Als gespecialiseerd familierechtadvocaat zullen zij altijd met u op zoek gaan naar een regeling over de kinderen. Als ouders is het namelijk wel zo fijn om samen afspraken te maken over de kinderen, dat scheelt een hoop kosten en ook is het beter voor de onderlinge verstandhouding, hetgeen in het belang van de kinderen is. Mocht dat om bepaalde redenen onverhoopt niet lukken – en de praktijk leer dat dat natuurlijk ook voorkomt –  is het mogelijk dat wij als uw advocaat een gerechtelijke procedure starten over de invulling van het gezamenlijk gezag en de kosten van de kinderen. De verzoeken kunnen dan gaan over het hoofdverblijf, de zorgregeling, de informatie- en consultatieregeling en/of de kinderalimentatie. De rechter zal dan een beslissing nemen, die hij in het belang van de kinderen acht, of ten aanzien van de kinderalimentatie, op basis van de wettelijke maatstaven van de behoefte van de kinderen en draagkracht van de ouders.

Meer weten?

Wilt u meer weten over het ouderschapsplan? Of bent u op zoek naar een ervaren en gespecialiseerde familierechtadvocaat? Neem dan contact op met mr. Jitka Swinkels of mr. Rianne Verlijsdonk-Gerards.

Vraag & antwoord

Veelgestelde vragen

Ja, dit is opgenomen in artikel 915 van de Wet franchise. Daaruit volgt dat de franchisenemer “binnen de grenzen van redelijkheid” de “nodige maatregelen” dient te treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Nee, de Wet franchise kent die verplichting niet. Wel dient er een omvangrijk PID verstrekt te worden.

De Wet franchise is niet duidelijk op dit punt. Er wordt in de Wet franchise bij deze zogenaamde “multiple franchising” wel een uitzondering voor de stand-still periode gemaakt, maar niet voor het verstrekken van de PID zelf.


Lees meer

In de Wet franchise wordt dit niet specifiek benoemd. Je zou kunnen aannemen dat de fase voor verlenging niet als een voorfase kan worden beschouwd en de precontractuele informatieverplichting (waaronder het verstrekken van de PID) niet van toepassing is. De franchisenemer die al vijf jaar de betreffende locatie heeft geëxploiteerd kent de franchiseorganisatie en de kosten en opbrengsten van de exploitatie van zijn/haar vestiging.


Lees meer

Volgens de Wet Franchise moet de franchisegever alle informatie verstrekken waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang is voor de kandidaat. Aan de andere kant is het ook zo dat er ook een onderzoekplicht is van de kandidaat. Als de aspirant-franchisenemer zelf geen onderzoek doet is dat voor diens risico.


Lees meer

Nee, de wet is heel strikt in deze 4 weken en de rechtspraak gaat hier vooralsnog in mee. Dit kwam naar voren in het kort geding van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 juni 2021. De rechter overwoog (onder meer) dat in artikel 7:913 en 7:914 BW besloten ligt dat er met het verstrekken van de precontractuele informatie door de franchisegever een aanbod wordt gedaan aan de beoogde franchisenemer om op basis van de bijgevoegde ontwerp franchiseovereenkomst een franchiseovereenkomst te sluiten. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit wil of dat hij nog verder wil onderhandelen met de franchisegever. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De stand-still periode duurt 4 weken. Dit is een verplichte bedenktijd voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze periode mogen er geen wijzigingen worden doorgevoerd ten nadele van de aspirant franchisenemer. Bedoeling van deze periode is dat de kandidaat alle gelegenheid heeft om alle informatie goed te bestuderen en ook om nader onderzoek te doen. Dit moet er voor zorgen dat een kandidaat goed nadenkt en in alle rust een weloverwogen beslissing kan nemen.

Dit document wordt aan het begin van de stand-still periode door de franchisegever overhandigd aan de kandidaat franchisenemer. De PID is een erg uitgebreid document. De PID bevat namelijk alle informatie bevat die tussen franchisegever en kandidaat is uitgewisseld. De franchisegever moet hier heel zorgvuldig mee omgaan. Het ontbreken van informatie kan aanleiding zijn tot claims van de franchisenemer. De PID moet alle informatie bevatten waarvan de franchisegever moet begrijpen dat die van belang kan zijn voor de aspirant franchisenemer.

Nee. Indien uw zaak op toevoegingsbasis behandeld kan worden, kunt u het beste contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij helpen u bij het vinden van een advocaat die op deze basis werkt.

De gemiddelde werving en selectie fee in Nederland ligt tussen de 20% en 30% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De exacte hoogte is afhankelijk van de complexiteit van de zoekopdracht, de branche en de schaarste op de arbeidsmarkt.


Lees meer

Bent u op korte termijn op zoek naar juridische professionals voor een Interim opdracht of juist op basis van werving & selectie? Bij Snijders Interim bent u aan het juiste adres. Bij Snijders Interim Community zijn de beste juridische professionals uit de markt aangesloten. Of u nu op zoek bent naar een jurist, advocaat, Legal Counsel of bedrijfsjurist op junior, medior of senior level, wij staan u graag bij in uw zoektocht. Laat het ons weten en we komen graag bij u op bezoek om onze dienstverlening verder toe te lichten

Wie stelt moet bewijzen, dat is de hoofdregel van ons burgerlijk procesrecht. Maar wat nu als u een geschil heeft met een andere partij maar u uw stellingen niet (voldoende) kunt onderbouwen? U kunt dan een verzoek indienen tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor met als doel het vergaren van extra informatie en bewijs.


Lees meer

Veel werkgevers stellen internet en e-mail aan werknemers ter beschikking. Werknemers gebruiken dat namelijk bij het verrichten van hun werkzaamheden. Soms gebruiken werknemers echter dat internet en die e-mail (tijdens werktijd) voor tal van andere activiteiten, variërend van het lezen van privé e-mail tot het bekijken van pornofilmpjes.


Lees meer

Regelmatig worden wij met de vraag geconfronteerd of een uitlener de door hem aan een ander ter beschikking gestelde werknemers, zoals uitzendkrachten of een gedetacheerde werknemers, kan verbieden om bij de inlener in dienst te treden of dat op een andere manier kan belemmeren. Wij geven antwoord.


Lees meer

Regelmatig stellen werkgevers vragen over de, sinds 1 januari 2015 geldende, aanzegverplichting. De meest gestelde vragen en de antwoorden daarop volgen hieronder.


Lees meer

Als u een geldvordering heeft op een wanbetaler, kunt u beslag laten leggen op een bankrekening. Dat kan door een advocaat te vragen om dit te doen. Alleen advocaten (en dus niet deurwaarders) mogen aan de rechtbank toestemming vragen om conservatoir beslag te leggen.


Lees meer
Lees alle FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties
Wij scoren gemiddeld een 8,9 op basis van 54 referenties